7+ - Abeltje dateert oorspronkelijk uit 1953. Tot en met de
14de druk werd het uitgegeven met illustraties van Wim Bijmoer, die vanaf de 15de
druk in 1980 vervangen werden door tekeningen van Thé Tjong-Khing. Nu is er een
nieuwe uitgave met illustraties van Philip Hopman, die eerder van Schmidt ook
al Wiplala en Wiplala weer van nieuwe illustraties voorzag.
Op zijn eerste werkdag als liftjongen in het nieuwe
Warenhuis Knots kan de 14-jarige Abeltje de verleiding niet weerstaan om op het
onbekende groene knopje te duwen, waardoor de lift met Abeltje en nog drie
andere passagiers omhoog zoeft, door het dak van het warenhuis heen, en een
reis met onbekende bestemming aanvangt. De passagiers
zijn Abeltjes buurmeisje Laura, meneer Tump en mevrouw Klaterhoen. Het
gezelschap komt erachter dat de lift bestuurd kan worden door op de knopjes te
duwen. De eerste landing vindt plaats in New York, waar ze allevier apart
zullen proberen geld te verdienen. Hoewel iedereen zo zijn of haar talenten
heeft, lukt het hen niet om veel geld binnen te halen. Juffrouw Klaterhoen, die
van zingen houdt, laat bezoekers van Central Park met veel plezier zingen, maar
spekt hiermee vooral de portefeuille van de aangrenzende verkoper van gepofte
maïs, die zo blij met haar is dat hij met haar wil trouwen. Abeltje vindt een
hotel waar hij misschien nieuw emplooi als liftjongen kan vinden, maar wordt
door de rijke mevrouw Cockle Smith aanzien als haar jaren geleden ontvoerde
zoon, en vervolgens door haar in een net pakje gestoken en aan haar vriendinnen
geshowd. Meneer Tump, die mottenballen had willen verkopen aan Warenhuis Knots,
probeert deze in New York te slijten, maar kan niet duidelijk maken dat ze niet
voor consumptie bedoeld zijn. Een ontevreden klant schakelt dan ook de politie
in. Toevallig komt hij in het hotel terecht waar Abeltje min of meer wordt
vastgehouden. Ze ontsnappen beiden, maar wel met de politie en het gezelschap
van Cockle Smith op hun hielen.
De volgende
landing vindt plaats in de hoofdstad van Perugona, een Zuid-Amerikaans land
waar presidenten komen en gaan als gevolg van steeds weer een nieuwe
machtsovername door het leger. Het viertal wordt aanzien voor spionnen, maar
het tij keert als blijkt dat de mottenballen van Tump de buikpijn van de
generaal weet te genezen. Tump mag van hem president worden; het leven van een
president is immers kort. Tump geniet van zijn positie en de bijbehorende
pracht en praal totdat zijn reisgenoten hem weer met beide benen op de grond
zetten. Opnieuw weet het viertal net op tijd te vluchten, en deze keer komt het
in Nieuw-Zeeland terecht. Na een reparatie vliegt de lift niet meer omhoog maar
naar beneden. Via een ondergrondse reis komt de lift weer precies in Warenhuis
Knots terecht, waar Abeltje herenigd wordt met zijn moeder en ‘het grote
avontuur van Abeltjes leven’ eindigt.
Annie M.G.
Schmidt wist als geen ander het herkenbare met het humoristische en absurde te
verweven. In dit verhaal zijn vier personen, met herkenbare achtergronden,
gewoontes, eigenaardigheden en talenten op elkaar aangewezen tijdens een
ongelooflijk avontuur in een vliegende lift. De situaties in New York en
Perugona zijn zowel herkenbaar als fantastisch, en vormen een parodie op de
werkelijke situatie. De talige misverstanden zorgen voor de nodige humor en
verwikkelingen, en de burgerlijke gewoontes en waarden van Parelhoen en Tump
contrasteren mooi met hun nieuwe situaties. Schmidt laat haar personages zich
wel buitengewoon goed aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Abeltje en Laura
kennen voor de tijd waarin het verhaal is geschreven, de jaren '50, een
redelijk modern gezinsleven (resp. éénoudergezin en bij een tante). Zij zijn,
net als de vele andere hoofdpersonen in Schmidts werk, zelfstandige en een
tikje eigenwijze kinderen, die vaak doortastender en verstandiger blijken dan
de volwassenen in hun omgeving.
Amsterdam : Querido 2016, 200 p. : ill. ISBN 9789045119113
deze pagina printen of opslaan