6+ - Geen kind blijft
gespaard van de vluchtelingenproblematiek: televisiebeelden, klasdiscussies of
een vluchteling als klasgenootje brengen de verhalen en ervaringen dichterbij.
Ook kinderboeken doen een duit in het zakje. Recent verschenen onder meer Onderweg van Francesca Sanna en Stella van Gerda Dendooven (intussen
bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs), die meer en minder expliciet
verwijzen naar vluchtelingen. Ook Morgen
is een ander land past in dat rijtje. Het boek is de bewerking van het
toneelstuk Kamyon, geschreven en
geregisseerd door Michael de Cock en in verschillende Europese landen telkens
gebracht door een andere actrice voor kinderen vanaf 8 jaar.
Een theaterstuk bewerken naar de
mogelijkheden en beperkingen van boek is niet vanzelfsprekend, maar met Morgen is een ander land is dat
uitstekend gelukt. De illustraties van Trui Chielens geven met hun zachte contouren
en sober kleurgebruik overtuigend gestalte aan de schemerzone tussen droom, herinnering
en werkelijkheid. Chielens benut de mogelijkheden van illustraties ten volle en
wisselt paginavullende prenten af met reeksen van beelden of verschillende
kleinere, speelse inzetten. In een beeldtaal die westerse en exotischer
invloeden combineert en elementen uit de voorgaande prenten herneemt en
bespeelt, draagt ze mee het verhaal.
Een meisje vertelt vanuit de
laadruimte van een vrachtwagen hoe ze ‘in zeven haasten’ haar spullen bij
elkaar moest pakken om te vertrekken uit het land waar ‘de muren duizelen’ en
‘huizen dansen’ ‘van de hemel die rommelt als de donder, terwijl er geen wolkje
te zien is’. Tijdens de rit, waarbij ze koste wat het kost wil wakker blijven
om over haar moeder te waken, vertelt ze over dromen voor de toekomst, maar
vooral ook over de aanloop naar het vertrek, met de dood van haar zusje Ghazul.
Knap is hoe meerdere beelden
telkens terugkeren en op elkaar ingrijpen, zoals de relativiteit van tijd,
ruimte en ruimtevaart, de zak meel… Ondanks het zware thema wordt het verhaal
niet zwaar op de hand. De ik-figuur spreekt in goed geritmeerde zinnen – een
erfenis van het theaterstuk, wellicht. De vertelstem is authentiek en geloofwaardig,
doordat er ruimte is voor spel, zoals in haar opsomming van goede
schuilplaatsen, maar evengoed voor verdriet en harde inzichten, zoals wanneer
ze zegt ‘Misschien sterf ik voor ik groot word. Je hebt dat niet voor het
kiezen.’ Precies op zulke momenten geven de tekeningen tegengewicht: terwijl de
ik-figuur vertelt hoe ze eens verstoppertje speelde met haar vriend Salmon,
krijg je 8 beste schuilplekken ooit te zien, van een opgerold tapijt tot de
lange jurk van een vrouw. Tegenover de herinnering aan platgebombardeerde
huizen staat haar voornemen architect te worden, verbeeld via vijf vrolijke
huizenontwerpen.
Morgen is een ander lang vertoont opvallend veel parallellen met ‘Naar
de toekomst’, een kortverhaal van Annelies Verbeke uit de bundel Groener gras. Zo is ook daar de
verteller een jong meisje die net een dierbare is verloren (niet haar zus, maar
beste vriendin) en haar verhaal doet vanuit de laadbak van de vrachtwagen
waarin ze vlucht. Het opvallendst is misschien wel de ruimtevaartmetafoor, die
de ouders gebruiken om de vlucht in de laadruimte van een vrachtwagen
bevattelijk te maken voor het kind. Een vorm van intertekstualiteit, of een
metafoor die werkelijk wordt ingezet door vluchtelingen?
Morgen is een ander land werd een sterk
boek, niet alleen omwille van zijn maatschappelijke waarde vandaag, maar vooral
ook om de krachtige beelden, treffende taal en hun overtuigend samenspel.
Amsterdam :
Querido, 2017, [52] p. ISBN 9789045119915. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan