Adolescenten

JEUGDBOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Bart Moeyaert: Wespennest

door Jürgen Peeters

15+ - Het in 1989 verschenen Suzanne Dantine, Moeyaerts derde adolescentenroman, noemt de auteur weleens zijn 'echte debuut', waarbij de eerder verschenen boeken (o.a. Duet met valse noten en Terug naar af) als leergeld golden. In 1997, toen Moeyaert bij Querido ging publiveren, herwerkte hij Suzannes relaas tot Wespennest. Zo verdween het motto van Angela Carter (The company of wolves), begint het boek met de komst van Wolf en leest het einde opvallend minder hoopvol, maar des te realistischer. In de herwerking toont de Bart Moeyaert van vandaag zich beter, de schrijver die schrapt en schaaft, zijn woorden afweegt. De recent verschenen herdruk verschijnt met een uitvoerig nawoord van Moeyaert zelf..
 
Wat doe je als je met een wespennest geconfronteerd wordt? Volgens Wolf, een van de hoofdpersonages, zijn er twee opties: of je vinger in het nest boren en onder de bulten komen, of hard weghollen. Waarbij Wolf zijn voorkeur voor de laatste mogelijkheid kenbaar maakt. Zo niet de 14-jarige Suzanne; als lid van het sterke geslacht kiest ze opvallend voor het andere alternatief en toont zich daarmee bereid de verstrekkende gevolgen te dragen. Het betreft hier immers geen gratuite conversatie tussen twee kinderen, die spelenderwijs een wespennest ontdekt hebben. Het gonzende gevaarte staat symbool voor de geruchten en de geladen sfeer, besmuikt met haat, roddels en misverstanden in een klein dorp.
 
Hoofdpersonage Suzanne wordt heen en weer geslingerd tussen de grillen van de bewoners in het dal, en Heleen en echtgenoot Rudi met het eeuwige lawaai van diens honden. Het dwangmatige in een uitsprak als ‘Elk gesprek moet bij de honden terechtkomen’ reikt dan ook zoveel verder dan een boodschap van naderend onheil. Een heuse petitie wordt opgesteld om de honden te verbannen. Moeder Edith en dochter Suzanne tekenen voorlopig niet, uit vriendschap met Heleen, overgeleverd aan een tirannieke echtgenoot, maar ook uit piëteit voor de oudere vroedvrouw die Suzanne op de wereld hielp. Het inleidende hoofdstuk, waarin Suzanne een beeld van haar eigen geboorte creëert, schept meteen een stemming die schippert tussen actie en emotie, waarin de lezer zonder leidraad wordt gedropt.
 
Maar Edith wil niet langer een buitenbeentje zijn in de besloten, haast verstikkende dorpsgemeenschap, en zwicht voor de samenzweerderige buurvrouwen. Ze wil een plaatsje verwerven in de schijnbaar hechte groep, zelfs al betaalt ze de prijs van verraad tegenover haar dochter en Heleen.
 
Suzanne doorprikt feilloos haar moeders hypocrisie in het besef dat niet de honden van tel zijn, maar de focus uiteindelijk verschuift naar de vraag wie Rudi's zondebok wordt als de honden verdwijnen. Hoewel Suzanne inwendig kookt, en haar moeder de huid vol scheldt, gaat ze nog niet tot daden over, voorlopig niet. Een schijnbaar achteloze uitspraak als "Ik heb geleerd waar de grenzen liggen. Niet alleen die van wat niet mag of van wat moet, maar ook de echte", verraadt haar onzekere, vooralsnog volgzame karakter. Maar dan komt de stadse Wolf aanwaaien, een marionettenspeler, met een bijzondere impact op de puberende Suzanne.
 
Het stormt in Suzanne, een storm die binnen de besloten setting van het Midzomerfeest tot een absolute climax komt. In de augustushitte concentreert Suzanne zich op het vuur in haar eigen lijf, en gaat bij de mysterieuze poppenspeler te rade. Maar dan heeft een verraderlijk plan zich al in haar hoofd genesteld. Suzanne groeit, is niet langer het volgzame meisje, gesetteld in het romantische kind- en wereldbeeld "waar het naar wafels ruikt en bloesems regent". Het leidt de lezer naar een knap uitgewerkte apotheose, die uitmondt in een uitgepuurd filmisch einde. Tussen de regels lezen we wat Rudi en de honden op het Midzomerfeest overkwam. Het open einde verraadt niet zonder meer of alle wonden ooit genezen.
 
Suzanne blijkt een scherp én overtuigend observator van stemmingswisselingen. Over het pas ontdekte geheim van haar moeder zegt ze: ‘Het lachen vergaat haar als ze me ziet. Haar masker raakt los’. Moeyaert blijft een meester in het typeren van personages met enkele goedgekozen woorden, wat nogmaals blijkt uit Rudi's beschrijving: ‘Zijn stem was hard, ik kon het in mijn maag voelen hoe hard’. En tijdens de jachtpartij, waarbij Suzannes vader om het leven komt, gaat ‘de stilte van het bos [...] aan flarden’. Slechts enkele, haast achteloos aangebrachte wijzigingen in sfeer en spanning volstaan om de lezer een wee gevoel in de maag te bezorgen.
 
Bart Moeyaert: Wespennest, Querido, Amsterdam 2024, 142 p. ISBN 9789045127736. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

De laatste dag van de veerman

Frode Grytten

Grenskolonialisme

Albina Fetahaj

Het paradijs van slapen, of Iemand die met bloemen fietst

Joost Oomen

Nachtvrouwen

Maja Haderlap

Rimpeling

Bibi Dumon Tak, Annemarie van Haeringen (ill.)

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 1, JANUARI 2025

Altijd samen

Bette Westera, Leo Timmers (ill.)

Hanna en Hamza

Janneke Schotveld, Arevik d’Or (ill.)

Je hond en jij

Elena Bulay

Kom op, we gaan!

Edward van de Vendel, Floor de Goede (ill.)

Wij zijn de nacht. De tofste dieren van het donker

Matthijs Meeuwsen en Paco Vink (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri