9+ - In Alles
komt goed, altijd beschrijft Kathleen Vereecken de impact van de Eerste
Wereldoorlog op een Iepers gezin met vijf kinderen. De drastische veranderingen
die met deze oorlog gepaard gaan, worden waargenomen door protagonist Alice,
het op één na oudste meisje van het gezin. Dit centrale kinderperspectief zorgt
vaak voor beklijvende beelden, waarin de realiteit van de oorlog – vaak op
poëtische wijze – verweven wordt met de leefwereld van kinderen.
Al snel beslist het gezin te vluchten uit Ieper. Vanaf dit
moment wordt Alice gedwongen snel op te groeien. Dit wordt al meteen duidelijk
wanneer het meisje, aan het begin van haar vlucht, de kritieke spoedbevalling
van een andere vluchtelinge bijwoont:
‘Dat kinderen uit de bloemkolen
kwamen, hoorde ik altijd. Dat ze me dat nu niet meer moesten wijsmaken.’
Wanneer later de vader en oudste zus van Alice ziek worden,
komt een zware verantwoordelijkheid op de schouders van het kind terecht: ze
moet met haar broer Jules en zus Clara vluchten naar Frankrijk, waar de rest
van de familie hen later zal vervoegen. Alice neemt vanaf nu een zorgende rol
op, wat mooi visueel geïllustreerd wordt aan de hand van een ingetogen
afbeelding waarop de twee kleinste kinderen schuilen onder het haar van Alice.
Alice en haar familie worden meermaals persoonlijk
getroffen, eerst wanneer hun moeder tijdens een bombardement om het leven komt,
later wanneer het oudste kind, Rosa, overlijdt aan een ziekte. Vereecken
beschrijft deze gebeurtenissen vanuit het perspectief van het gezin dat
achterblijft, wat het leed des te voelbaarder maakt. Met slechts enkele
treffende zinnen, die de ingrijpende impact op het gezin weergeven, slaagt de
auteur erin een beklijvend verhaal te schrijven.
Op subtiele, maar bijzondere wijze worden krachtige,
directe scènes verweven met poëtische, symbolische passages waarin de impact
van de oorlog op de gevoelswereld van Alice centraal staat. Na de dood van haar
moeder brengt Alice een bezoek aan haar ‘dromenput’, waarin ze vóór de oorlog
allerlei herinneringen aan mooie momenten bewaarde. De inhoud van de put is nu
echter onbereikbaar, door de winterse kou is de grond vastgevroren. De passage
symboliseert op deze manier goed hoe dromen en zorgeloze momenten van geluk
plaats hebben geruimd voor een allesoverheersende kilte.
‘De put zou dicht blijven. Tot
na de winter, en misschien nog lang daarna.’
Charlotte Peys vult het verhaal fraai aan met sobere
tekeningen, die door hun zachtblauwe kleur zowel tristesse als sereniteit
uitstralen. Anonieme gezichten zorgen ervoor dat figuren inwisselbaar worden;
het verhaal van Alice lijkt immers op dat van duizenden anderen. De kleur van
de illustraties en de kalmte die de tekeningen uitstralen, lijken bovendien
goed aan te sluiten bij twee belangrijke verhaalelementen, die beide
oneindigheid en stilte symboliseren: de hemel en de zee. Alice uit aanvankelijk
haar verwondering over de schoonheid van de hemel, maar eens de oorlog voorbij
is en een zekere droefenis over haar is gekomen, wordt ze er eerder weemoedig
van. De hemel herinnert haar aan de dierbaren die de oorlog haar heeft
ontnomen. Aan het einde van het verhaal ziet Alice hoe de hemel, als ‘een grote
blauwe koepel’ ‘overging in dat ander blauw, dat van de zee’. Dat doet Alice
beseffen dat de wereld veel van haar vroegere schoonheid heeft verloren. Toch
ervaart ze ook een zekere rust en uiteindelijk bemerkt ze:
‘Ik ben niet ongelukkig. En soms ben ik blij, zonder meer
blij. Misschien betekent het toch dat alles goed gekomen is. Bijna ongeveer.’
Alles komt goed,
altijd is een boek van tegenstellingen. Poëtische, fijnzinnige
bewoordingen, die momenten van schoonheid creëren, contrasteren met
beschrijvingen van oorlogsscènes, vaak in een explicietere taal. De
(aanvankelijk) kleurrijke verbeelding en de zorgeloosheid van de kinderen steken
af tegen de harde realiteit van de oorlog. Vereecken en Peys brengen deze
tegenstellingen mooi samen in een sterke jeugdroman, die inhoudelijk,
stilistisch én visueel weet te overtuigen.
Kathleen Vereecken, Charlotte Peys: Alles komt goed,
altijd, Lannoo, Tielt 2018, 172 p. ISBN 9789401455282
deze pagina printen of opslaan