12+ - ‘Mijn oma is
verdwaald.
Verdwaald in
haar hoofd.
Dat kan niet,
zeg je?
Ben je daar al eens
geweest?’
Ja, hoe moet je je voorstellen
wat er in het hoofd gebeurt van iemand die langzaam maar zeker dement wordt? Lizzie
ziet hoe haar oma verandert, hoe zij, eens een ballerina die danste, ‘sneller
dan de bliksem. / Lichter dan de lucht’ plots de eenvoudigste dingen niet meer
kan, Lizzie’s naam vergeet, haar niet meer hoort, niet meer ziet, niet meer
voelt. ‘Is ze er nog of is ze er niet?’
Lizzie
tracht in woorden te vatten wat er met oma gebeurt:
‘Mijn oma loopt als een zwerfkat
Langs huizen die ze niet
herkent,
Langs straten die
niet met haar praten.
En
alle stoplichten staan altijd op rood.’
Haar
wijk is weg.
Haar huis is
verhuisd.
Geen slot gaat
nog open.’
Ze zet het eigen vergeten van
dingen waar je toch geen zin in hebt (je kamer opruimen, je huiswerk maken)
tegenover het totale vergeten dat bezit neemt van oma. Oma schrijft alles op om
het vergeten tegen te gaan, van ‘Planten gieten’ en ‘Lizzie komt’ tot ‘Dinsdag
komt na maandag’, ‘Adem in, adem uit’… Tevergeefs, boodschappen op post-its
sneeuwen de kamer dicht. ‘Kan oma nog gemaakt worden?’ vraagt Lizzie zich af.
Maar nee, oma is kwijt. Ze moet de rest van haar dagen doorbrengen in ‘Huize
Avondrood’. Een nieuwe kamer, deur op slot, ‘omsingeld door / plastic planten
en kuddes witte jassen’ en de tijd die tergend traag voorbij gaat.
En toch, als oma voor haar omgeving onbereikbaar is, als wat
er zich in haar hoofd afspeelt ver af staat van het hier en nu, dan is er nog
altijd de dans.
‘De dans is later en van lang
geleden.
De dans is nergens
en van overal.
De dans is
heel, de dans is gans.
De
dans is dans, is dans, is dans.’
En zo danst oma, ‘in
de huid / van de vrouw die ze was’ uit deze wereld vandaan.
Peter Theunynck schreef dit verhaal oorspronkelijk voor het
theater. Het werd door het gezelschap Kopseer in 2016-2017 opgevoerd onder de
titel Als alles kan, kan niets kapot.
In eenvoudige woorden gaan melodieuze gedichten en liedjes open en herkenbaar
over de vragen en emoties die de mentale aftakeling van een geliefde bij een
kind oproepen. In een ritmische, evocatieve taal noemt Theunynck de dingen onomwonden
bij naam, waarbij hij steeds weer de anekdotiek overstijgt. Mooi is hoe hij bijvoorbeeld
in het gedicht ‘sneeuw’ het beeld van de witte post-it’s die door de kamer
dwarrelen – ‘Soms sneeuwt het in haar kamer / van al de briefjes die ze
schrijft’ -- doortrekt naar oma’s isolement en onbereikbaarheid:
‘Dan sneeuwt de kamer dicht.
En alles is vergeten.’
Mijn oma is kwijt… is
een boeiend boek, zorgvuldig geschreven en gecomponeerd, licht maar intens, nuchter
en verbeeldend tegelijk. Een boek dat de lezer heel wat te denken geeft over
oud worden, aftakeling en dood, maar ook over verbeelding, troost en poëzie. Op
het einde laat Theunynck de prozaïsche realiteit overgaan in een ritmische laatste
dans en neemt de verbeeldingswereld de overhand op de aftakeling:
‘Als alles kan, kan alles en kan niets kapot.’
De dubbelheid in de tekst, oma die verloren lijkt voor haar
omgeving en oma die ondanks alles nog steeds is wie ze altijd al was, komt
prachtig naar voren in de prenten van Lies Van Gasse. Van het begin af tonen heel
veel prenten ergens wel een dansende figuur. In een combinatie van concrete
uitbeelding en abstractie is het aan de lezer om te blijven kijken en gaandeweg
almaar meer betekenis te vinden. De illustraties intrigeren; deels abstract,
surreëel en concreet uitbeeldend, creëren ze een spanningsveld tussen rationeel
begrijpen en aanvoelen. Van Gasse lijkt in variaties op een thema te zoeken en
tasten naar wat het betekent om een stuk van jezelf te verliezen – en iets
nieuws te hervinden. Want oma’s laatste levensfase wordt afgebeeld in een reeks
prenten met dozen waarin oma opgesloten zit, maar er gaandeweg, dansend uit
ontsnapt.
Zeer knap vind ik hoe de dansende
figuur op laatste bladzijden gefragmenteerd wordt, afgebeeld op uitgescheurde stukjes
papier. Het suggereert versnippering en desintegratie enerzijds, maar ik vind
er anderzijds ook de ‘paarse vlinder’ in terug, die een gevoel van bevrijding
oproept: ‘als alles kan, word ik vannacht een paarse vlinder’. Zonder dat je er
helemaal de vinger op kunt leggen, blijven de beelden fascineren en ontroeren,
en ze voegen beslist een dimensie aan de tekst toe.
Peter Theunynck, Lies van Gasse (ill.): Mijn oma is
kwijt…, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2018, 62 p. : ill. ISBN 9789028427808. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan