Wolinoti, het
houten kind is gebaseerd op de gelijknamige
theatervoorstelling, gemaakt in samenwerking met De Singel en Sabam for culture.
Het luisterverhaal en de muziek van Robert Schumann, gespeeld door Kiyotaka
Izumu, kun je beluisteren via een QR-code die je kunt scannen vooraan in het
boek.
Het
verhaal gaat terug op een Slovaaks sprookje over een houthakker en zijn stadsbruid,
die voor hem verhuisde naar het bos. Hun aanvankelijke geluk komt onder druk
als ze kinderloos blijven. Maar dan vindt de houthakker in een oude notelaar
een houten kind dat spreekt en danst. Hoewel het kind hem waarschuwt, brengt de
man het meteen naar zijn vrouw. Daar blijkt het opnieuw een levenloos ding
geworden. De spanning loopt op en de vrouw keert terug naar de stad. Het zou
geen sprookje zijn als het niet toch goed zou aflopen, al is het een slot met
een donker randje.
Dit verhaal heeft zonder twijfel een sterke dramatiek, die Dimitri Leue
goed heeft weten te bewaren. Je voelt de spanning tussen het koppel oplopen, je
leeft mee met de houten pop én met de man en de vrouw. Leue koos ervoor het
verhaal te bewerken op rijm. Het is knap dat je die rijmen bij het begin
nauwelijks opmerkt. Ze zijn onopvallend in het verhaal verweven en bovendien
word je meegesleept door het ritme en wordt je aandacht vooral getrokken door
herhalingen en woordspel. De herhaling in de eerste zinnen sluit aan bij de
Slovaakse sprookjestraditie:
‘Er was eens in een
Saksisch bos een Saksische boshut.
Met een Saksisch dak door
Saksische takken onderstut.’
Even verder doen de compacte taal en opmerkelijke
uitspraken je herlezen. De houthakker trouwde ‘met een vrouw uit/ de duizend,
maar ook uit de stad’ en ‘Verhalen zijn raar! Omdat alles kan. Hij hield
ervan./ Zij hield van dingen verzinnen, maar nog meer van haar man.’
De keuze voor de
berijmde versvorm blijkt echter hachelijk. Sterke regels en knappe vondsten
wisselen af met houterige, kreupele zinnen, ontsierd door rijmdwang. Gevoelens
komen daardoor onecht over en dialogen klinken onnatuurlijk:
‘”Dan had ik het gevoel dat we samen iets opbouwden,
mijn man en ik; Maar nu is er niets dan leegte. Ik ben
zo
alleen. Het went, zegt men. Maar ikzelf zeg tegen men,
neen, het
went niet. Alleen zijn is voor mij de hel. Ik wil
hier weg. Ik wil
snel terug naar de stad,” fluisterde ze stil.’
Of nog:
‘Dat ze getrouwd was met mijn pa, was voor hem geen
bezwaar.
Hij was stapel op mijn moeder, vond haar onweerstaanbaar.
Hij wou haar ontvoeren, hij wou haar hebben. Hij wou haar.
Mijn ouders gingen niet akkoord, zij hielden van elkaar.’
Een goede voorlezer of acteur kan die storende passages
wellicht gladstrijken, maar het blijft de vraag of het sprookje niet sterker
tot zijn recht zou gekomen zijn zonder dit rijmkorset.
Zonder meer indrukwekkend zijn de houtsneden van Vanessa
Verstappen. Ze passen perfect bij dit verhaal over een houthakker en zijn
vrouw. Het is heel bijzonder hoeveel tederheid ze in haar prenten kan oproepen:
de houthakker met zijn hoofd op de schoot van zijn vrouw die verhalen voorleest
of de vrouw met het houten kind als een middeleeuwse madonna. Verstappen
prikkelt ook de verbeelding van haar kijkers. De voorwerpen die het verliefde
koppel omringen, moet je zelf met elkaar in verband brengen. En boven de
lezende vrouw kun je allerlei figuren uit sprookjes en klassiekers herkennen.
De combinatie
van fascinerende prenten en een klankrijk sprookje vol intense gevoelens maakt
van Wolinoti toch een bijzonder boek.
Dimitri Leue,
Vanessa Verstappen: Wolinoti, het houten kind, Davidsfonds/Infodok, Leuven
2019, 40 p. : ill. ISBN 9789059089525. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan