6+ - Stoere sprookjes over avontuurlijke
meisjes verzamelt zes sprookjes waarin meisjes de heldhaftige hoofdrol
spelen. Het eerste is een sprookje van de gebroeders Grimm, met een voor de
gelegenheid aangepaste titel: ‘Grietje en Hans’. Ook ‘De ijskoningin’ van H.C.
Andersen is ruim bekend, maar de andere vier, uit Zanzibar, Japan, India en
China, waren voor mij althans nieuw. Er worden geen auteurs bij vermeld,
waardoor we mogen veronderstellen dat het om volkssprookjes gaat. Jacqueline
Wilson, zelf schrijfster van een aantal jeugdboeken waarin doortastende meisjes
de hoofdrol spelen, schreef het voorwoord, waarin ze hulde brengt aan de slimme
meiden uit deze sprookjes.
Hulde aan het vrouwelijk perspectief was de opzet, dat
mogen we veronderstellen, want de zes verhalen worden geïllustreerd met bladzijdegrote
prenten van verschillende illustratrices. Allemaal jong en hier vrijwel
onbekend talent. Zes verschillende stijlen dus en toch behoudt de bundel een
opvallende eenheid. De overeenstemming van het kleurenpalet in de verschillende
verhalen zorgt daarvoor, maar ook eenvoudige lijn bij de meeste illustraties
valt op.
De
prenten van Kerry Hyndman bij het Japanse sprookje ‘Tokoyo en de zeeslang’ vond
ik heel treffend in hun eenvoud. Tokoyo is de dochter van de keizers
uitverkoren samoerai en ze droomt ervan zelf ook samoerai te worden. Wanneer de
keizer haar vader in een vlaag van waanzin naar de verre Oki-eilanden verbant,
gaat ze hem zoeken. Hyndman brengt het heroïsche verhaal in veelal rustige
beelden. Ze plaatst haar personages in overweldigende landschappen, waarmee ze
een dramatische spanning oproept.
Mooi passend zijn ook
de kleurrijke verhalende prenten in naïeve stijl die Molley May maakte bij
‘Tamasha en de trol’, een sprookje uit Zanzibar, en Hannah Tolson illustreerde het
Indische sprookje ‘Chandra en de olifanten’ boeiend met prenten die tweedimensionaal
simultane taferelen afbeelden. Olga Baumert laat in ‘Grietje en Hans’ de
donkere toon van dit sprookje subtiel tot uiting komen. Het bos, getooid in
herfstkleuren en het kleurige peperkoekenhuisje waar zelfs roze rook uit de
schoorsteen walmt, vormen onheilspellende contrasten met de sombere figuren van
de kinderen. De laatste prent geeft te denken over het wrede karakter van dit
sprookje: Grietje en Hans sluiten elkaar dolgelukkig in de armen terwijl op de
achtergrond de vlammen uit de kachel slaan waarin de heks brandt.
De sprookjesmeisjes worden
erkend als de heldinnen die ze zijn, en hun houding wordt onderstreept door een
motto van Louisa May Alcott: ‘Ik ben niet bang voor stormen want ze leren mij
hoe ik mijn schip moet besturen.’ Eén vrouw krijgt in deze bundel wel bijzonder
weinig erkenning, namelijk zij die de verhalen verzamelde en bewerkte. Naar de
naam van samenstelster, Julia Bruce, is het namelijk zoeken: ze staat niet op
het omslag, ook niet op de titelpagina, wel kleintjes achteraan in het colofon.
Het voorplat van de oorspronkelijke uitgave vermeldt alleen Jacqueline Wilson,
bij de Nederlandse uitgave staat Imme Dros als vertaalster op de cover. Een
vreemde en toch bedenkelijke keuze van de uitgevers.
Julia Bruce e.a.: Stoere
sprookjes over avontuurlijke meisjes, Volt, Amsterdam 2019, 90 p. : ill. ISBN 9789021417875.
Vertaling van Ladybird Tales of Adventurous Girls door Imme Dros. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan