12+ - Het is 1947, Victor
zit in de zevende klas. De kinderen moeten een extra jaartje schoollopen, nu de
oorlog voorbij is. Meester Maas weet niet goed weet wat hij met de jongens aan
moet. Victors vader wil graag dat zijn zoon naar het gymnasium gaat. Hij kan
goed leren, jawel, ‘maar hij moet het ook willen’, zegt de meester. ‘Hij zit de
hele dag te dromen en als hij niet droomt, zit-ie te kletsen.’ ‘Probeer het,
Victor’, zegt vader, die zelf na de lagere school moest gaan werken. Hij zou
een ‘geleerde’ in de familie geweldig vinden.
‘Maar ik was homo.
Wat moet je dan?’
Victor loopt zichzelf
in de ruiten van etalages te bekijken, want hij vreest dat iedereen het aan hem
kan zien. En als tante Marijke maar weer eens vraagt of hij nog altijd geen
meisje heeft, wordt hij nijdig. Zijn familie heeft het goed voor met hem,
Victor weet dat, maar het zweet breekt hem soms toch uit:
‘Gymnasium.
Meisje.
Homo.’
Dolf Verroen geeft met weinig woorden, sober en subtiel overtuigend stem
aan een vertwijfelde dertienjarige jongen. Precies in die eerste naoorlogse
jaren, waarin alles net weer aarzelend zijn normale gang begint te vinden en nieuwe
mogelijkheden zich aandienen, wordt er heel wat van hem verwacht. Maar kijk eens
hoe hij helemaal niet in het plaatje past: een rare jongen met een stom
brilletje, die niet als de andere jongens loopt, die homo is – hoewel hij daar
angstvallig over zwijgt. Als hij ten slotte zijn geheim toch uitschreeuwt tegen
zijn ouders, besluit zijn moeder na haar aanvankelijke ontsteltenis:
‘Zo erg is het
misschien niet, […] Niemand ziet het tenslotte.’
Daar moet Victor dan maar mee verder. Op de slotpagina
staan ze onhandig bij elkaar, ouders en zoon, de situatie geladen met botsende
emoties. De toekomst ligt onzeker en beangstigend voor hem, maar, besluit
Victor terwijl zijn vader hem tegen zich aantrekt: ‘voorlopig viel er niets te
vrezen’.
Niemand
ziet het is een fijngevoelig en intiem
boek. De druk die Victors homoseksualiteit voor hem meebrengt, is permanent
voelbaar, maar Verroen legt er nergens nadrukkelijk de klemtoon op. Onomwonden
en stellig wordt van de eerste regel af vastgesteld dat Victor homo is, maar seksuele
identiteit wordt thematisch niet extra in de verf gezet. Zijn weifelen tussen weerstand bieden
aan zijn gevoelens en nageven uit zich terloops in dagelijkse gebeurtenissen. Hij
is gewoon een onzekere, schuchtere jongen die met zijn identiteit worstelt.
Verroen tekent
in meer dan veertig korte hoofdstukjes trefzeker een gediversifieerd tijdsbeeld
uit, hoewel de korte stukjes en de veelheid aan verhaallijntjes ook wat te
schetsmatig aandoen. De dood van een meisje uit de klas, moeders ambities in
het amateurtoneel, de scheiding van oom en tante… Het zijn impressies die wel bijdragen
aan het tijdsbeeld, maar te los en doelloos zijn om het verhaal de nodige
structuur te geven.
Dolf Verroen, Charlotte Dematons: Niemand ziet het, Leopold, Amsterdam
2019, 107 p. : ill. ISBN 9789025878238. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan