Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 8, SEPTEMBER 2020

Sophie Anderson, Kathrin Honesta (ill.): Het meisje dat met beren praatte

door Henk van Viegen

10+ - Met The House with Chicken Legs genereerde Sophie Anderson in 2018 redelijk veel positieve aandacht. Het heeft in de kern een gegeven dat ze haalde uit de Slavische folklore: verhalen rond Baba Jaga. Een oud en nors geworden heks, wonend in een Huis met kippenpoten, begeleidster van de (zielen van de) doden. In dat eerste boek, met een veel vriendelijker Jaga dan in de volksverhalen, weet haar kleindochter zeker dat ze haar oma niet wil opvolgen, vooral omdat dat een gewoon leven met vrienden onmogelijk maakt. Volgt een zoektocht naar wie ze eigenlijk is/wil zijn.   

De Jaga heeft ook in Het meisje dat met de beren praatte een rol, eveneens zonder de oude negatieve lading. Niet alleen heeft ze familie van het hoofdpersonage Yanka vriendelijk begeleid, haar dochter Jelina zal mee gaan doen als helper in het team (‘de kudde’) van Yanka om een oude vloek te doorbreken door de draak te verslaan. Ook het Huis met kippenpoten is volbloed lid van de teamleden: het brengt ze snel van de ene naar de andere plek.
 
Zoals vaker  in dit soort verhalen is het hoofdpersonage 12 jaar (net als Marinka in The House with Chicken Legs), op het punt van ‘hoe nu verder?’ Ben ik op mijn plek of is er een ander leven dat op me wacht? Yanka wijkt qua postuur en dorpsbewoner enigszins af. Ze is zeer fors voor haar leeftijd, heeft maar één echte vriend, Sasja, een vriendin-in-wording en een onduidelijke afkomst. Ze is gevonden door dorpsbewoonster Mamotsjka (alle namen zijn Slavisch), als tweejarige, staand voor een berenhol, de beer lag in winterslaap. Yanka de beer noemen ze haar.  
 
Op een dag voelt ze het bos trekken, en kan ze ineens de dieren verstaan. Als ze haar voeten vervolgens ziet veranderen in berenklauwen (na een val op een dorpsfeest), weet ze het zeker: ze gaat het bos in om erachter te komen wie haar (groot)ouders zijn. Ze is enigszins voorbereid door een man die onregelmatig op bezoek komt bij Mamotsjka, Anatoli, verteller van sprookjes. Maar ook anderen vertellen ze, samen vormen ze het verhaal van Yanka’s familie. Er rust een vloek op haar familie, blijkt. De sprookjes die verteld worden, zijn duidelijk aangegeven: ze beginnen op een nieuwe pagina en zijn omkranst met illustraties.
 
Basisverhaal, waarmee de vloek begonnen is, is dat van een houthakker die een lindenboom wil omhakken. De boom vraagt of hij dat niet wil doen, in ruil voor de vervulling van een wens. Zo gebeurt. Volgt een gemakkelijk te herkennen variant van het Grimm-sprookje Van de visser en zijn vrouw, waarin de vrouw na elke vervulde wens uit een verlangen naar meer een nieuwe heeft. Als straf voor hun hebzucht veranderen de houthakker en zijn vrouw, Yanka’s grootouders, in beren. De lindenboom wordt vanaf dat moment bewaakt door een vuurspuwende draak met drie koppen. Het grootouderdeel van Yanka’s geschiedenis wordt hiermee opgehelderd, nu nog dat van haar ouders (maar dat ik vertel ik hier niet, natuurlijk).
 
Na de helft raakt het interessante verhaal in het slop. Qua motieven wordt het minder interessant: het monster verslaan, vuurspuwende draak met bijbehorende onmogelijke ontsnappingen en ook nog eens een brand die het dorp bedreigt, met opnieuw ouderwets ‘spannende’ ontsnappingen en heldhaftigheden. Verder lijkt de auteur de commerciële tekenfilm al voor zich gezien te hebben toen ze aan het lange slotstuk begon. Er is een heel team geformeerd van mens, dier en mens/beer: Ivan de wolf, Elena de dochter van de Jaga, de Yanka, Joeri het rendier, Blakiston de uil, en de kleine grappenmaker, huiswezel Muizenval. Allemaal met een eigen handigheid en taak. De draak richt zich geheel volgens het boekje boos en hoog op. Het kleine opdondertje Muizenval daagt hem uit. De helpers vormen samen ‘Yanka’s kudde’, maar worden al snel ‘haar familie’ genoemd.
 
Daarmee zitten we bij het volgende minpunt: vanaf het midden is de tekst werkelijk vergeven van de moralistische zinnetjes. Vooral over ‘samen’, ‘familie’, ‘het niet in je eentje kunnen’, ‘passen in de gemeenschap’, ‘want we horen bij elkaar, toch?’, aangevuld met ‘vanaf nu geen verleden meer, maar toekomst’, in één zin: ‘En ik moest terugkijken naar mijn verleden om te zien wat ik voor de toekomst wil: een familie die van me houdt.’ Ook Ivan, voorheen roedelleider, krijgt hier een rol toebedeeld: ‘Op dat moment begreep ik dat je niet de leider hoefde te zijn om je sterk te voelen. Ik kan sterk zijn als lid van de roedel’. Het is te veel.
 
Het boek is vriendelijk en doeltreffend geïllustreerd. Op de schutbladen staat een kaart met alle belangrijke locaties.
 
Sophie Anderson, Kathrin Honesta: Het meisje dat met beren praatte, Volt, Amsterdam 2020, 373 p. : ill. Vertaling van The Girl Who Speaks Bear door Pauline Michgelsen. ISBN 9789021421605. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri