9+ - De opa van Tiuri, meneer Droste, werkt als nachtwaker in het
Kinderboekenmuseum. Dit doet hij al 24 jaar, maar volgend jaar, als het
Kinderboekenmuseum 25 jaar bestaat, wil hij met pensioen. Tiuri wil graag één
nachtje met zijn opa meelopen. Daarom maakt hij voor zijn negende verjaardag een
verlanglijstje met allerlei onmogelijke dingen en het verzoek om een nachtje
door te brengen in het Kinderboekenmuseum, zodat zijn ouders wel zullen moeten
kiezen voor deze wens. En dat doen ze. Tijdens de nacht in het
Kinderboekenmuseum ontdekt Tiuri een lang bewaard geheim. Maar wat is verzonnen
en wat is echt?
Dat is continu de vraag in dit
spannende avontuur, dat geschreven is als het Droste-effect: een zogenaamde
raamvertelling. Op de voorkant zie je dat heel mooi weerspiegeld in de
illustratie van Sylvia Weve. Daarop is een schrijver afgebeeld die een verhaal
schrijft waarin hij zelf voorkomt als schrijver die een verhaal schrijft over
een schrijver die een verhaal schrijft… En zo maak je in dit boek niet alleen
kennis met Tiuri en zijn opa, maar ook met de schrijver van dit verhaal en zijn
ideeën over het schrijven van een goed boek. Want meneer Droste is niet alleen
nachtwaker, hij probeert ook een kinderboek te schrijven, zodat hij voor eeuwig
bekend zal blijven in het Kinderboekenmuseum. Hij heeft alle ingrediënten voor
een verhaal, maar toch lukt het hem niet om er iets goeds van te maken. Tiuri
roept de hulp in van een echte kinderboekenschrijver, de schrijver van dit boek.
En zo ontstaat een verhaal-in-het verhaal, waarin de schrijver laat zien hoe
het wel moet: een boek met gekte erin, waarin iets spannends gebeurt dat had
kunnen gebeuren, dat grappig is en waarin opa de held is.
En dat is heel belangrijk, vindt Tiuri, want als opa nog
heel lang herinnerd wil blijven worden, kan hij beter een personage in een boek
zijn dan een schrijver. Hij is zelf ook vernoemd naar een personage uit een
boek (welk boek zou dat zijn?), dus namen van hoofdpersonages en boektitels zijn
bekender volgens Tiuri, dan namen van schrijvers. Hij heeft er een gesprek met
opa over:
‘En
Mees?’
‘Er zitten drie
jongens Mees in mijn klas,’ zei Tiuri, ‘dat komt uit Het zakmes, dat is
een film.’
‘Het is ook een boek,’ zei opa, ‘en weet je wie dat
geschreven heeft?’
‘Eh …’ zei Tiuri.
‘Man,’ zei opa
‘weet je dat echt niet?’
‘Dat bedoel ik,’ zei Tiuri.
‘Mijn
favoriete levende schrijver!’ zei opa.’
Wie die schrijver is, vertelt
opa (en dus ook de schrijver van dit boek) niet. Dat is aan de lezer om uit te
zoeken. Een mooi bruggetje naar de prijsvraag die uitgeschreven is bij het
verschijnen van dit boek. Er worden namelijk heel veel titels van boeken
genoemd en het is de vraag aan de lezer om de titels te zoeken en de schrijvers
erbij te vinden (uiterste inzenddatum 21 maart 2021). Sjoerd Kuyper geeft zo
zijn eigen voorkeuren van goede boeken een plekje in dit boek: boeken die
iedereen zou moeten kennen, maar vooral ook boeken die voor hem belangrijk zijn
geweest. Voor Sjoerd Kuyper lijkt dat Dikke Idde van Henri Van Daele te
zijn, die zelf ook even langskomt in het verhaal. En zo geeft het stof tot
nadenken over boeken die voor jezelf belangrijk zijn geweest.
Meneer Droste van het
Kinderboekenmuseum is dan ook niet alleen een spannend avontuur om te
lezen, het geeft ook inzicht in hoe verhalen werken. Het is een ode aan de
verbeeldingskracht en de kracht van boeken. Deze gelaagdheid maakt dat het voor
iedereen een prettig boek is om even in weg te duiken, voor jong en oud.
Sjoerd Kuyper,
Sylvia Weve (ill.): Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum, Hoogland &
Van Klaveren, s.l., 2020, 100 p., ill. ISBN 9789089673404
deze pagina printen of opslaan