4+ - Van eikenhout
worden tafels en kasten gemaakt, van populier pollepels, esdoornhout is
geschikt voor de bouw van een viool. Hoe wek je in hemelsnaam de interesse van een
kleuter voor het praktisch nut van diverse houtsoorten? Laat dat maar aan Bette
Westera over. Ze begint zo:
‘Weet je wat ik later worden wil?
vroeg de eik
aan de beuk.
‘Nee,’ zei de beuk, ‘wat dan?’
‘Een
eikenhouten kastje.’
‘Is dat leuk?’
De eik knikte.
‘Dan wil ik ook een eikenhouten kastje worden,’ zei de beuk.
De eik ritselde verbaasd met haar bladeren.’
Vervolgens ziet de beuk in dat
zijn levensdoel elders ligt en als hij zelf mag kiezen wordt hij een
speelgoedtreintje. Of blokken. De berk, de wilg, de fijnspar, de es… allemaal
weten ze wat ze willen worden als ze straks geveld worden. Zelfs de treurwilg
is tevreden met zijn lot om te vermolmen, zo wordt hij een ‘lekker hapje voor
de kevers’. En het sparretje, nog te klein om voor de houthakker van nut te zijn,
groeit verder en droomt in de winter dat hij een kerstboom is.
Het gesprek tussen de
verschillende boomsoorten over hun nut en hun doel, opent perspectieven voor
kinderen om te bedenken wat ze zelf zouden willen worden, over ieders persoonlijke
eigenschappen en hoe vermetel of bescheiden de dromen kunnen zijn. Achterin het
boek staan de boomsoorten beschreven en waar hun hout voor kan worden gebruikt.
Van elke boom is er een illustratie van zijn blad en vruchten.
Henriëtte Boerendans
zorgde voor fenomenaal mooie houtsneden bij de tekst. Meestal per boom een
vierkante prent ter grootte van een bladzijde, een paar keer loopt het tafereel
over twee overliggende bladzijden. Een strak concept, dat regelmatig doorbroken
wordt met kleinere illustraties die het tekstblok omringen, of doordat een deel
van de illustratie uit haar kader ontsnapt. Dat geeft een mooie dynamiek aan de
bladzijden. De prenten hebben verrassend veel informatiewaarde. Je krijgt niet
alleen een gestileerd, maar authentiek beeld van de bomen die aan bod komen,
Boerendans neemt ook kleine, relevante details op in haar prenten.
De sobere
esthetiek van Boerendans’
houtsneden overtuigt telkens opnieuw. Haar prenten zijn in alle eenvoud
ontzettend rijk. Het zijn doorgaans sobere composities van bomen die zich tegen
de lucht aftekenen. Boerendans hanteert een geschakeerd kleurenpalet en
misschien is het vooral dat wat zo intrigeert aan deze prenten. Een stervende
treurwilg: de roze-rode gloed van de ondergaande zon verweeft subtiel het tanende
blauw van de avondlucht met de aardetinten van het landschap. Een spar in een winterlandschap:
de staalblauwe lucht wordt opgelicht door het besneeuwde landschap. Twee essen staan
in de koele avondlucht, die krachtig opgeroepen wordt in een onbeduchte
combinatie van groen en blauw. Adembenemend mooi!
Bette Westera, Henriëtte
Boerendans: Ik wil een wiegje worden zei de wilg, Gottmer, Haarlem 2021, 40 p.
: ill. ISBN 9789025775315. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan