9+ - Voor Jona’s moeder overlijdt, drukt ze haar man
kordaat op het hart goed voor hun dochter te zorgen. ‘Dat kind is belangrijker
dan al dat geregel van jou.’ Maar na haar overlijden vervalt vader in een soort
apathie en vlucht in zijn werk. En dus gaat Jona elke dag na school naar het
flatgebouw waar zijn kantoor gevestigd is, neemt er de lift tot de twintigste
verdieping en moet dan ‘mooi stil’ zijn, ‘want haar vader was altijd bezig iets
af te maken wat nog niet af was.’ Ook in Ik
ben hier! verstaat Joke van
Leeuwen de kunst om met haar tekeningen in fijne zwarte lijnen het verhaal nog
intenser te laten binnenkomen. De illustratie van vader die aan zijn bureau
voor het raam naar buiten zit te kijken, de enorme rugleuning naar de lezer toe,
laat zijn afwezigheid schrijnen. Enkel een stukje van zijn kaal hoofd, omkranst
met krulletjes, komt boven de leuning piepen.
Wanneer Jona uit verveling door de gang zwerft, komt ze terecht in het
trappenhuis en ontdekt zo het dak van het flatgebouw op de dertigste verdieping.
Meteen is ze verkocht, want ze heeft er een geweldig uitzicht. Pure poëzie, de
manier waarop van Leeuwen Jona’s gevoel van vrijheid daar beschrijft: ‘ik ben
nu boven de wolken en onder de oneindigheid’.
Op een dag valt ze op het dak in
slaap en wanneer ze wakker wordt, is het gebouw helemaal verlaten. Ook haar
vader is spoorloos. Dan ontdekt Jona dat er water staat tot aan de tweede
verdieping. Door een raam op de derde verdieping ziet ze nog net de gevulde
reddingsboten wegvaren.
Je volgt Jona, die in haar eentje zes dagen en vijf nachten
op redding wacht op het dak van het flatgebouw. Van Leeuwen schetst haar als
een bijzonder energiek, zelfredzaam meisje. Ze sleept kussens naar het dak om
zich onder de blote hemel een zacht bed te maken en in een kantoor vindt ze een
lange, gele jas die prima geschikt is om op het dak te wapperen om hulp.
Overleven doet ze op melk, ontbijtgranen en water uit de kantine. Met allerlei
voorwerpen die ze in het gebouw kan vinden, vormt Jona de noodkreet ‘ik ben
hier!’ op het dak. De bijbehorende tekening, die Van Leeuwen de nodige aandacht
wil geven door ze uit te spreiden over twee dubbele bladzijden, is erg grappig.
Het is fascinerend om te ontdekken uit hoeveel verschillende voorwerpen de
letters eigenlijk gemaakt zijn, zoals bijvoorbeeld planten, handdoeken, lades
en handschoenen. Maar het is ook in één oogopslag duidelijk hoe hard dit meisje
bereid is te vechten om, op meerdere vlakken, eindelijk gezien te worden.
Tussen Jona’s
creatieve activiteiten door laat Van Leeuwen de eenzaamheid zwaar wegen. We
kunnen lezen hoe Jona met een zelfgemaakte handschoenpop praat en hoe ze
twintig fotolijstjes uit verschillende kantoren in een halve cirkel rondom haar
geïmproviseerde bed verzamelt als gezelschap. De foto van mama uit haar vaders
kantoor krijgt een prominente plaats in het midden. Ontroerend is het moment
waarop Jona mama’s foto tegen de halsopening van de lange gele jas legt, die ze
heeft opgevuld met kussens. Dit tafereel is bedoeld als signaal naar een
vliegtuig of helikopter, maar de onderliggende gevoelens van rouw en gemis zijn
duidelijk. Naarmate de tijd verstrijkt, twijfelt Jona er bovendien steeds
harder aan of ze haar wel zullen komen zoeken. Zelfs als lezer ben je opgelucht
wanneer er op de vijfde dag eindelijk weer een ander levend wezen op het dak
verschijnt, ook al is het slechts een vermoeide duif.
Een vliegtuig ziet Jona’s
noodkreet en zo komt het dat haar vader haar uiteindelijk van het dak redt. Jona’s
verdwijning heeft hem duidelijk wakker geschud. Pas nu kan hij echt oog hebben
voor zijn dochter. ‘Ik ben zo blij dat ik jóú heb gevonden.’ Knap hoe Van
Leeuwen hier in haar illustratie het enorme contrast met het begin van het
verhaal tot leven wekt. We kijken nu recht in het gezicht van een breed
glimlachende vader, zijn armen uitnodigend gespreid. Een speelse twist behoedt
het verhaal voor een al te zoet einde. Op de persconferentie rept Jona met geen
woord over haar belevenissen op het dak. Ze draagt enkel een absurd versje voor,
omdat ze al lang heeft geaccepteerd dat volwassenen zich maar moeilijk in de
wereld van kinderen kunnen inleven. Dat geeft te denken.
Joke van Leeuwen: Ik ben hier,
Querido, Amsterdam 2022, 128 p. : ill. ISBN 9789045128306. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan