In 2015 debuteerde Claire-Louise Bennett met het nu ook
in het Nederlands vertaalde Poel. Het boek houdt het midden tussen een roman
en een bundel met onderling verbonden verhalen of soms slechts impressies. Een
rusteloze jonge vrouw geeft daarin uitdrukking aan wat er allemaal in haar omgaat
bij het reilen en zeilen rond haar cottage aan de Ierse westkust. (Claire-Louise
Bennett is zelf opgegroeid in het Engelse Wiltshire, maar woont al ruim twintig
jaar in Galway, in het westen van Ierland)
Slechts terloops kom je concrete
bijzonderheden te weten over de vertelster, die haar dagen merendeels alleen
doorbrengt. Dat ze drie jaar aan een doctoraalscriptie schreef, bijvoorbeeld; en
ook dat buitenonderhoud zoals wieden, snoeien en vegen niet aan haar besteed is;
of dat ze enkel warmloopt voor het andere geslacht, als ze een glas (te veel)
op heeft.
Soms
lijken zelfs banaliteiten haar boven het hoofd te groeien en ziet ze door de
bomen het bos niet meer. Of misschien wordt ze gewoon door prikkels overrompeld,
doordat haar zintuigen voortdurend op scherp staan. Wat ze zoal om zich heen opmerkt,
krijg je dan ook minutieus voorgespiegeld.
Hoezeer ze op details focust en er
bijna tegelijkertijd naar verlangt om tot een transcendent niveau uit te
zoomen, blijkt onder meer uit de volgende passage: ‘Ik luisterde soms naar een
torretje dat over mijn voorhoofd langs de haarlijn scharrelde. Ik luisterde
soms naar een spin die door het gras in de richting van de deken kwam. Ik
luisterde naar een kibbelend koppeltje pimpelmezen dat achter me op en neer
wipte. Ik luisterde naar de vleugels van de houtduiven die door de binnenste
takken van een met klimop begroeide beuk klapperden en naar de spreeuwen op de
kabels boven mijn hoofd, en de meeuwen en de gierzwaluwen nog hoger. En elk
geluid was een trede die me verder mee naar boven nam, en op die manier kon ik
echt hoog komen, tot voorbij de wolken klimmen, naar een vogelachtige
uitbundigheid, waar helemaal niets anders is dan continu licht en kilometers
blauw.’
Woorden
zijn geen dode letter, ze hebben een prijs, suggereert Poel. Zo is er
vlak bij de cottage een ondiepe vijver. Naar aanleiding van een lokaal
evenement komt er een bordje te staan met het woord “Poel” erop, dit om te
vermijden dat er onverhoeds een kind in de plas zou sukkelen. De vertelster
vindt het uitgespelde woord echter vooral achterlijke paniekzaaierij. Niet
alleen zal het kinderen ontmoedigen om op onderzoek uit te gaan, het lijkt ook te
zeggen dat de aarde ‘een reusachtige, ingewikkelde valstrik is’, een plek dus waar
je je nooit thuis kan voelen.
Er gebeurt weinig in Poel, maar allerhande kleinigheden
zijn kapstokken voor verreikende hersenspinsels van de ik-figuur. Dit is
bijvoorbeeld het geval met de knoppen van haar antieke kookfornuis. Omdat die
hun beste tijd gehad hebben en niet meer verkrijgbaar blijken, zal er een dag
komen waarop ze het toestel niet meer aan de praat krijgt. En wat dan? Dat ze bij
de gedachte aan die ramp in spe haar overlevingskansen afweegt, heeft veel te
maken met een roman die ze pas gelezen heeft. Het boek in kwestie gaat over een
vrouw in een jachthut op een boogscheut van een ondoordringbare glazen wand,
die van de ene op de andere dag opgedoemd is. Achter die muur is alles dood.
Als enige overlevende mens moet de vrouw zich aan haar kant zien staande te
houden op een lap grond omringd door bergen en bossen.
Het is een verwijzing naar de –
overigens niet expliciet genoemde – roman De wand van de Oostenrijkse
Marlen Haushofer. Verdere literaire referenties haalt Claire-Louise Bennett niet
aan in Poel. In haar opvolger Kassa 19 doet ze dat wel
overvloedig. Deze roman verscheen in 2021 al in het Nederlands. Een zoekende schrijfster
annex veellezer laat daarin tal van boeken de revue passeren. Ze focust niet
zozeer op de inhoud of hun strekking, wel op passages die haar bijgebleven zijn
vanwege de sfeer of de setting. Verder dist ze anekdotes op rond hoe, wanneer
en waarom bepaalde boeken op haar pad kwamen en wat ze bij haar teweegbrachten.
Ook de vrouw
uit Poel wil vooral overbrengen welke indruk bepaalde dingen of
voorvallen op haar maken. Door haar solitaire leven ontwikkelt ze een bijna
spirituele connectie met alles wat haar onder- en bovengronds omringt. Poel is
uit hooggestemde taal opgetrokken en is geen voer voor plotzoekers. Claire-Louise
Bennett munt uit in associatief proza, dat de koortsige verbeelding en het
roerige geestesleven van haar hoofdpersoon virtuoos in beeld brengt.
Claire-Louise Bennett:
Poel, Koppernik, Amsterdam 2023, 224.p. ISBN 9789083274393. Vertaling van Pond
door Martine Vosmaer en Karina van Santen. Distributie De Wolken
© 2024 | MappaLibri