9+ - ‘Ik ben Johannes de hond en ik heb jou gezien. Ik heb je gezien in dit park waar ik woon. […] Ik heb jullie allemaal gezien hier.
De dikke en dunne en lange en stinkende mensen. De reizigers en toeristen en
buurtbewoners en rolschaatsers en […] mensen met baarden die vliegende schotels
in kooien proberen te gooien maar meestal missen. Ik zie alles in dit park want
ik ben de Ogen […]’.
Ziedaar het perspectief van Johannes, de verwilderde hond die in het park
leeft. Zijn drive om te rennen is onstuitbaar: ‘Ik ren als een raket. Ik ren
als een laserstraal. Je hebt nog nooit iets gezien wat zo hard gaat als ik. Ik
laat de aarde de andere kant opdraaien als ik ren.’ Voor Johannes is rennen
vrijheid. Hij ziet alles wat in het park gebeurt en hij brengt er dagelijks
verslag over uit bij de Bizons. Hij is de Ogen van het park, zij zijn ‘de
Handhavers van het Evenwicht’. Hij meldt hen over de grote hoeveelheden mensen,
die meestal komen en gaan zonder problemen, behalve dan die ‘Rottige
Reizigers’, die vechten en stelen en stinkende dingen eten. In zo’n geval geven
de Bizons een seintje aan Bertrand de meeuw, die zijn maatjes optrommelt om
irritant grote hoeveelheden poep op die lui te gaan droppen.
Johannes krijgt bij zijn taak
assistentie van de Hulp-Ogen. Dat zijn Bertrand de meeuw, Yolanda de pelikaan,
Sonja de eekhoorn-met-maar-één-oog en Angus de wasbeer. Ze komen dagelijks
samen voor overleg op de grote rots. De Hulp-Ogen hebben gezien dat er op het
grote plein meer mensen zijn dan anders. Ze lopen daar langzaam rond en kijken
naar tentoongestelde ’rechthoeken vol onzin’. Johannes raakt zo gefascineerd
door die kunstwerken (want dat zijn het) dat hij vergeet te rennen en hij laat
zich domweg vangen. Hij die zich altijd zo vrolijk maakte over aangelijnde
honden, hij die ‘nog in geen duizend jaar was aangeraakt door een mens’, is nu
zelf zijn vrijheid kwijt. Noteer hierbij dat Johannes niet goed is in het
inschatten van tijd. Sonja is volgens hem ongeveer zeshonderd jaar oud, de boom
waar zijn hol is een miljoen jaar. Maar het zou ook kunnen dat hij gewoon overdrijft,
zoals altijd.
Geen
nood, de Hulp-Ogen zijn er ook nog en dank zij wat goed geplande paniekzaaierij
kan Johannes ontsnappen. Maar er verandert van alles in het park, het wordt
gevaarlijker en nu hij weet hoe ellendig gevangenschap voelt, heeft hij te doen
met de Bizons, die achter een omheining staan. Hij zal ze hun vrijheid geven, of
ze dat nu willen of niet. Zijn kennismaking met een kudde geiten zal zijn
perspectief op vrijheid en gevangenschap overigens drastisch veranderen.
Het heeft even
geduurd voor ik in het verhaal kwam, want De
Ogen en het onmogelijke komt langzaam op gang. In een flitsende stijl, dat
wel, Johannes is een uitgelaten opschepper, die in een hoog tempo loopt te
snoeven over hoe geweldig hij is. Dave Eggers’ taal is uitbundig en inventief, het
gedetailleerde verslag van gebeurtenissen, gezien door dierenogen en
geïnterpreteerd vanuit hun aard, zit boordevol humor en verrast keer op keer
door de talige accuratesse. Zo bewondert Johannes in de woelige zee ‘de pezige
spieren van het woeste water’ en zijn ervaring van een schilderij is
significant:
‘Het
was geen kopie van het echte leven. Het was een soort bizarre mengeling van
echte dingen en verzonnen dingen, alles door elkaar op een manier die nergens
op sloeg maar toch het antwoord leek op een aantal vragen die ik tot in mijn
botten had gevoeld.’
Eens De Ogen en het onmogelijke
goed op dreef is gekomen, laat de bewonderenswaardig evenwichtige mix van
opgewonden actie en licht filosofische reflectie over vrijheid, vriendschap,
anders zijn… je niet meer los. Johannes is een mateloze opschepper, maar hij is
ook diepzinnig en toegewijd. En al zijn grootspraak en eigendunk ten spijt
verschuift zijn zelfbeeld gaandeweg met de ervaringen die hij opdoet.
Er zijn negen
schilderijen in het boek opgenomen, telkens over een dubbele bladzijde. Het zijn
klassieke landschappen van voornamelijk negentiende-eeuwse schilders, waarbij
Shawn Harris (hij illustreerde ook o.m. Een ijsbeer
in de sneeuw) telkens Johannes heeft toegevoegd. De Ogen en het onmogelijke is
een mooi en in elk opzicht opmerkelijk boek.
Dave Eggers, Shawn Harris: De
Ogen en het onmogelijke, Leopold, Amsterdam 2023, 327 p. : ill. ISBN 9789025884956.
Vertaling van The Eyes and the Impossible door Maria Postema. Distributie
Standaard Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri