6+ - Er was eens een trol met een toverspiegel die alles
veel lelijker voorstelde dan het werkelijk was. Mensen die in de spiegel keken,
werden daar behoorlijk pissig en ongelukkig van, en daar had de trol zo’n schik
in dat hij de engelen in de hemel de spiegel ook wel eens wilde voorhouden.
Maar vliegen ging hem niet zo goed af, en dus liet hij de spiegel vallen en die
spatte in scherven uit elkaar. ‘Maar wat pakte dat goed uit!’ Want wie het
spiegelstof inademde of zo’n scherfje in zijn oog kreeg, zag alleen de nare
kanten van de wereld. En die scherven waren nu overal terechtgekomen. Met de
woorden van Bette Westera brult de trol:
‘Niets is wat het lijkt en niets
lijkt wat het is,
Wie mooi denkt te zijn heeft het jammerlijk mis.
Je denkt dat je weet wat je ziet als je kijkt,
maar
niets lijkt wat het is en niets is wat het lijkt.’
Westera is altijd goed met
kleine woordjes. Heel speels en met een mooie cadans. Het verhaal wordt
vloeiend verteld, met levensechte dialogen en af en toe eigentijdse ideeën die
aansluiten bij onze huidige maatschappij. Bijvoorbeeld: ‘Kinderen die op de
kerstmarkt lucifers verkochten om niet van honger om te komen veranderden in
gelukszoekers die alleen maar naar Zweden waren gekomen om rijk te worden.’
Mooi, met die verwijzing naar een ander sprookje van Andersen.
Bette Westera stopte De
sneeuwkoningin van Hans Christian Andersen in een hedendaags jasje zonder
te raken aan het sprookjeskarakter. Arne krijgt zo’n scherfje van de spiegel in
zijn oog en in zijn hart, en hij gaat mee met de sneeuwkoningin naar het hoge
Noorden. Zijn buurmeisje en vriendin Janna gaat hem achterna met de hulp van
een aantal personages die haar telkens een voorwerp meegeven. In het paleis van
de sneeuwkoningin weet ze Arnes hart te ontdooien met haar hete tranen.
Westera heeft ruwweg
dezelfde indeling behouden als Andersen, alleen heeft ze er een raamverhaal van
gemaakt en de namen veranderd. Ze last veel meer versjes in, wat het verhaal
levendiger maakt, maar aan de andere kant laat ze een aantal details weg die
toch wel erg sprekend of grappig waren in het originele verhaal. Zoals de kraai
die niet bij Gerda op de bok wil zitten omdat hij niet tegen achteruit rijden
kan. Niet dat Westera geen grapjes door de tekst strooit, dat doet ze vaak
genoeg, maar de sprookjeslogica, de spanning en de humor zitten net iets beter
in het oorspronkelijke sprookje. Het opfrissen van de taal en de vertelling is
dan weer wel een mooie en welkome ingreep, met behoud van de sobere
sprookjestoon en de obligate herhalingen. Zo wordt het oude sprookje weer
(voor)leesbaar voor jonge kinderen.
De illustraties van Aida de Jong zijn grotendeels
aantrekkelijk en prikkelend. Met leuke details die de Scandinavische wereld
oproepen, zoals de patronen in de kleding van de personages, het interieur, de
voorwerpen in de hut van de Samivrouw, de dieren die erbij worden getekend
zonder dat ze in de tekst voorkomen… Dat Arne een donkere huidskleur heeft, merk
je pas als je het boek opnieuw doorbladert. Sommige spreads zijn echt geslaagd,
bij andere zorgt de stijve lijnvoering voor een iets te platte, eerder
kinderachtige dan kinderlijke voorstelling. Maar in zijn geheel is dit een mooi
prenten-/voor-/leesboek voor kinderen tot een jaar of negen.
Bette Westera, Aida de Jong: De
sneeuwkoningin. Naar het sprookje van Hans Christian Andersen, Gottmer, Haarlem
2023, 60 p. : ill. ISBN: 9789025778125. Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri