Wat goed is, is
vaak ook bescheiden. Dat geldt voor een mens, maar ook voor een boek. Het
café zonder naam van Robert Seethaler (Wenen, 1966) is er een voorbeeld
van. Het is een ‘stil’ boek, een ingetogen roman en tegelijk een precieze en
ontroerende weergave van het diepste wezen van alledaagse mensen. In
negenendertig korte hoofdstukken, die je bijna ervaart als op zichzelf staande
verhalen, geeft de schrijver gestalte aan de gemoedsbewegingen en
wederwaardigheden van een aantal gewone Weense mensen. Hij gaat daarvoor terug
naar 1966, zijn geboortejaar. Centraal in de roman staat de kleine gemeenschap
aan klanten van een café dat geen naam mag hebben, maar dat wel voor de vaste bezoekers
een huiskamerrol vervult.
In 1966 pacht klusjesman Robert Simon het oude, al een tijd gesloten,
marktcafé in de nabijheid van de Karmelitermarkt. Hij heeft geen enkele horeca-ervaring,
maar hij maakt de zaak grondig schoon en opent dan gewoon de tent. Al snel
leert de nieuwbakken waard zijn pappenheimers kennen. Hij blijkt een
natuurtalent in de neutrale omgang met z’n soms wel heel bewerkelijke klanten. Ontroering,
beklemming, jaloezie en compassie: de lezer ervaart het allemaal in de
gedachten en door de ogen van sukkelaars als Kostja Vavrovsky, Johannes Berg, Heide
Bartholome, Rose Gebhartl en niet te vergeten de doodgoede Robert Simon.
Het gaat vooral om gebeurtenissen
die op zichzelf niet wereldschokkend zijn, maar die in de ritselende gang van
de tijd, van tien jaren, een secuur beeld geven van levens die stilletjes
geleefd worden. Zo herkennen we het breekbare van het menselijk bestaan
moeiteloos. Waar mensen beperkt worden door een gebrek aan middelen en een
gebrek aan intellectueel perspectief openbaren zich hun diepste en zuiverste
instincten. Seethaler beschrijft een en ander overtuigend, want ongefilterd en
zonder poespas. Hij heeft een talent voor het ‘vangen’ van het innerlijk en
voor de natuurlijke bewegingen van wat men borrelpraat noemt.
Merkwaardig, maar als je er aan
gewend bent doeltreffend, is het nu en dan afwisselen van puur verhalende
hoofdstukken met de weergave van afzijdige dialogen tussen caféklanten. Het
zijn een soort ongedwongen commentaren op het leven en op de tijd. In een van
die afzijdige commentaren merkt een vaste klant op dat de mens zich graag bezighoudt
met de ondergang. Dat is een prachtige waarheid. Ofschoon de vaste klanten van
het café zelf niet in florissante omstandigheden verkeren, vinden ze vooral
gespreksstof in de misère en ondergang van anderen.
Seethaler is vanaf zijn geboorte
slechtziend en dat verklaart zijn vermogen om allerlei min of meer onopvallende
geluiden en geluidjes perfect in woorden te vangen in het belang van de
sfeertekening van scenes. Hij volgde een theateropleiding en werkte als acteur.
De sterke en natuurlijke dialogen in Het café zonder naam zijn hier
ongetwijfeld een gevolg van. Deze uitstekend door Liesbeth van Nes vertaalde roman
vertolkt overtuigend de poëzie van het gewone.
Robert Seethaler: Het café
zonder naam, De Bezige Bij, Amsterdam 2023, 224 p. ISBN 9789403129136. Vertaling
van Das Café ohne Namen door Liesbeth van Nes. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2024 | MappaLibri