Het
literaire debuut van rechtsfilosoof Alban Mik, Tegen beter weten in, is
een bundel waarin alle verhalen rondom hetzelfde thema draaien: de
consequenties van daden en gedachten. De verhalen roepen vragen op als: hoeveel
invloed heb je op de personen en gebeurtenissen om je heen en wanneer ben je
ergens schuldig aan? De grens tussen wat de personages wel en niet kunnen
beïnvloeden, verschilt daarbij per verhaal en wordt langzaam aan minder
realistisch. Juist dat maakt de verhalen interessant.
Het openingsverhaal, ‘De
achtervolging’, is nog realistisch. Hoofdpersoon Diederik loopt door Amsterdam
naar huis. Voor hem uit loopt een vrouw en hij is bang dat zij denkt dat hij
hem achtervolgt. Om haar te laten weten dat hij dat niet doet, gaat hij haar
achtervolgen en zo wordt het misverstand in dit verhaal geboren. Hier leiden
gedachten tot handelingen die wellicht niet zo slim of handig zijn, maar die
wel in de echte wereld ook zouden kunnen plaatsvinden.
Dat gaat een stap verder in het
verhaal ‘Meneer Cornelisse’. Hier worden gedachten direct omgezet in
gebeurtenissen. Als meneer Cornelisse terwijl hij via de tv een
voetbalwedstrijd volgt, zijn lievelingstrui uittrekt, heeft dat meteen gevolgen
voor het nationale elftal. En dat dit niet alleen in het hoofd van het
hoofdpersonage zo is, blijkt als de bondscoach plots bij hem voor de deur
staat. Wat hij denkt dat gebeurt, gebeurt ook echt. Op die manier is hij aan
heel veel zaken ‘schuldig’.
In elk verhaal uit de bundel hebben de keuzes van een van
de personages consequenties voor een ander. In het ene verhaal leidt dat tot
een plotselinge ontmoeting, in het andere tot een zelfmoord. Zeker bij de verhalen
met heftigere consequenties rijst steeds de vraag tot waar iemands
verantwoordelijkheid reikt? Als je onbedoeld iemand tot zelfmoord aanzet, ben
jij dan schuldig?
De meeste verhalen spelen zich af in Amsterdam, wat het boek wel
enigszins eentonig maakt. Het verhaal ‘Wachten op wat gaat komen’, dat zich
afspeelt op een gevangeniseiland, is daardoor een welkome afwisseling. In dit
verhaal gaat het niet alleen om schuld, maar ook om rolpatronen en
verwachtingen. De gevangene op het eiland hebben na de nodige mishandeling hun
rol dusdanig geaccepteerd dat ze niet eens vluchten als ze de kans krijgen.
Dit werpt ook
weer een ander licht op andere verhalen uit de bundel. In hoeverre laten
personages zich in het boek leiden door hun rol, bijvoorbeeld als verzorger, of
als dader? Ik wil hierbij het verhaal ‘Hetgeen verborgen bleef’ aanhalen.
Hoofdpersonage Milan wil zo graag dat zijn schuld erkend wordt, dat hij bereid
is zijn misdaad een tweede keer te begaan. Alles beter dan onterecht als held
gezien worden.
De schrijfstijl van de bundel is helder met korte zinnen en weinig beeldspraak.
De weinige beeldspraak die er is, past echter naadloos in de setting. Zo loopt
er iemand een Amsterdamse kroeg binnen met tanden ‘scheef als grachtenpanden’.
Ook de vorm van sommige verhalen is raak gekozen. Het verhaal ‘Tot het
tegendeel bewezen is’, is weergegeven als een telefoongesprek, waarbij
je slechts één kant van het gesprek kan volgen. Hoewel dit aanvankelijk
bevreemdend werkt, past deze vorm wel bij de huidige tijd. Hoe vaak horen we
tegenwoordig niet dit soort halve gesprekken om ons heen?
Tegen beter weten is is
een interessante bundel met mooie verhalen die aanzetten tot nadenken. Juist
het veelvoud aan personages en omstandigheden maakt dat het thema schuld en
verantwoordelijkheid goed uitgewerkt wordt. Het ene personage is duidelijk
schuldig, het andere onschuldig, en ertussen in zit een heel gebied waarin het
minder zwart-wit is. Net als in de werkelijkheid?
Alban Mik: Tegen beter weten in,
Prometheus, Amsterdam 2024, 182 p. ISBN 9789044648027. Distributie L&M
Books
© 2024 | MappaLibri