De
getuienis
van Francois Smith (1964) verscheen in 2021 en werd nu onder de titel De
getuigenis uit het Afrikaans vertaald door Robert Dorsman. Kader voor de
roman is de tocht die Gerbrand en zijn vrouw Retha maken naar Ventersdorp, waar
Gerbrand een lezing zal geven over het geloof, meer specifiek over de kracht
van de liefde. Als er hier al sprake is van ‘liefde’, dan geldt het in de
eerste plaats de liefde tot de Vader. Zo getuigt Retha al in het openingsdeel
van de roman:
‘Het
is mij erom te doen dat Vader alle eer krijgt, al onze lof en aanbidding.’
Alternerend
komen Retha en Gerbrand aan het woord om de lezer mee getuige te maken van wat
hun bezwaart vanuit een deels onverwerkt verleden. Gerbrand zoekt met zichzelf
in het reine te komen na de zelfmoord van zijn broer Johnny, en waar mogelijk
de plooien glad te strijken met zijn vriend-van-weleer Pierre die gehuwd is met
Inge, het meisje waar ook Gerbrand een oogje op had. Voor Retha blijft de
onzalige periode meespelen van toen ze nog in Pretoria woonden, maar daar
letterlijk moesten wegvluchten nadat aan het licht was gekomen dat zij de
kredietkaart van Gerbrand had gebuikt om haar speelschulden af te lossen.
Gaandeweg hun
beider relaas daagt het de lezer hoe drukkend het verleden op beide mensen
weegt. Hun geloof in de Vader gaat wel heel ver. Ook al hebben zij het
financieel moeilijk, de Vader zorgt er telkens weer voor dat ergens wel een
bijdrage wordt gestort op hun bankrekening, zodat ze onder meer weer brandstof
kunnen kopen om verder te reizen. Dat zij hun lot onvoorwaardelijk in handen
van de Vader leggen, komt al bij al weinig geloofwaardig over, hoe streng en
rigoureus de voorschriften van hun geloof ook mogen overkomen. Het gaat om twee
mensen die in hun geloofsovertuiging zowat totaal geïsoleerd zijn geraakt in
hun bestaan, ook al omdat zij hun kinderen weggehaald hebben van school en hun
thuisonderwijs hebben geboden, ‘het thuisonderwijs was op zijn tijd een goed
ding, het punt is nu alleen dat onze jongens niet meer weten wat er zich
allemaal in de wereld afspeelt.’
Ook aan Gerbrand en Retha gaat de ontwikkeling van hun land
grotendeels voorbij. Heel zijdelings slechts komen de problemen waarmee
Zuid-Afrika kampt aan bod, ‘[…] vroeg ik me af of er in dit land een stukje
grond bestaat waar geen bloed vergoten is. Dit hele land gaat gebukt onder de
vloek, we kunnen alleen maar biddend door het leven gaan.’ Of hoe alles gericht
is op de Vader, tot en met – verder in het boek dan – een soort van
duivelsuitdrijving, eerder of liever dan professionele bijstand te zoeken voor
de betrokkene. De getuigenis mag dan wel de psychologische problematiek
van een echtpaar uittekenen dat zich zonder ook maar een enkele kritische
bedenking overgeeft aan de Vader, als roman kan het geheel nauwelijks
overtuigen.
Francois
Smith: De getuigenis, Zirimiri Press, Amsterdam 2024, 155 p. ISBN 9789490042240.
Vertaling van Die getuienis door
Robert Dorsman. Distributie EPO
© 2025 | MappaLibri