Nu in november

‘Geen bubbels, geen jobs: cavacrisis in Spanje zal zich ook bij ons laten voelen’. In de Ochtend van Radio 1 werd op 24 april, ’s morgens in de vroegte, deze krantenkop uit De Standaard voorgelezen. Wijnhuis Freixenet moet maar liefst 80 procent van zijn personeel op tijdelijke werkloosheid zetten. Spanje kampt met extreme droogte, wat zich onder andere uit in een cavacrisis. Dat onze bubbels duurder worden is op zich een first world problem. Personeel dat op tijdelijke werkloosheid gezet wordt is dat allesbehalve.  

Op 14 maart namen Limburgse fruittelers de ‘vroegste bloesems ooit’ waar. Een maand later hielden diezelfde boeren hun hart vast voor nachtvorst. We weten het al langer. De mensheid heeft de afgelopen 100 jaar het klimaat en de natuur in een ijltempo doen aftakelen. ‘Wanneer de boeren niet klagen, nadert het einde der dagen’, wordt wel eens gezegd. Maar hun klaagzang is, onder deze omstandigheden, meer dan terecht.
 
In 1934, 1936, 1939 en 1940 teisterde een enorme droogte grote delen van de Verenigde Staten en Canada. Grapes of Wrath (John Steinbeck) en Dust Pneumonia Blues (Woody Guthrie) waren er door deze klimatologische ramp niet geweest. Niet enkel Steinbeck en Guthrie werden geïnspireerd door de droogte. De 24-jarige Josephine Johnson won in 1934 de Pulitzer-prijs voor fictie met Now in November, in ons taalgebied recent uitgegeven als Nu in november.
 
De roman volgt het verhaal van een familie met drie dochters, Merle, Marget (die het verhaal vertelt) en Kerrin. De familie verhuist naar het platteland om er een boerderij te houden. Het is ploeteren om rond te komen, maar de meisjes genieten van de weelderige natuur. Buiten het nogal wispelturige karakter van Kerrin, dat als een kleine donderwolk boven het gezin hangt, is er geen vuiltje aan de lucht. Vader krijgt hulp van Grant, op wie Marget een oogje op heeft. Maar in één herfst verandert alles. Het regent niet meer. De lucht houdt het water vast en de dreiging zwelt aan, net zoals de emotionele last van de personages. Kerrins gedrag wordt onhoudbaar, net zoals de verliefde gevoelens van Marget voor Grant. Johnson werkt deze gelijklopende emotionele en klimatologische spanning op een erg subtiele manier uit en zorgt ervoor dat de bijna feitelijke beschrijvingen van het boerenleven als een thriller lezen.
 
Johnston aarzelt niet om bepaalde gevoelige thema’s aan te kaarten, zoals geestelijke gezondheid, geloof en politieke kwesties. De Ramseys, de verre buren van de familie, hebben het niet gemakkelijk. Omwille van hun huidskleur verliezen ze al snel het huis waarin ze wonen. De huisbaas gaat ervan uit dat zwarte Amerikanen gewoon geen goede boeren zijn. Grant veegt deze vooroordelen van tafel door te vragen aan de huisbaas of de regen kijkt naar huidskleur.
 
Om geschreven te zijn in 1934, door een jonge witte vrouw uit Missouri, is Nu in november fris en progressief. Niet alleen zijn de weersomstandigheden en hoe mensen zich ertegen kunnen wapenen (of net niet kunnen wapenen) verrassend actueel. ‘Armoede leidde tot angst en angst zaaide haat; die haat lokte een verholen soort geweld uit en soms ook waanzin of zelfs de dood.’ Een sluimerende constante die in moeilijke tijden toch steeds weer aanzwelt. Ook vandaag dus.
 
Nu in november leest heerlijk vlot weg. Niet omdat het boek gemakkelijk is of geen moeite vergt. De aarzelende formuleringen van Marget slepen je, in combinatie met de stijgende spanning van de gebeurtenissen, mee in een nostalgische maar tegelijk brandend actuele leeservaring.
 
Josephine Johnson: Nu in november, Van Oorschot, Amsterdam 2024, 195 p. ISBN 9789028214019. Vertaling van Now in November door Lette Vos. Distributie Elkedag Boeken

© 2024 | MappaLibri