Ver reikt doorgaans onze
kennis van Colombia niet en áls we al iets weten over dat Zuid-Amerikaanse land,
dan heeft dat met voetbal of wielrennen of drugs te maken, maar zeker niet met
zijn geschiedenis, en al helemaal niet met de raakpunten die het zou hebben met
ons eigen land. Literatuurminnaars kennen uiteraard de Colombiaan Gabriel
García Márquez, die in 1982 de Nobelprijs voor Literatuur won en daardoor
Colombia in één klap op de wereldkaart zette. Maar nauwelijks iemand heeft enig
zicht op de spektakelrijke microkosmos die áchter dit uithangbord schuilt, laat
staan op de tentakels ervan. Ook voor Peter Daerden, historicus, schrijver en
Zuid-Amerikareiziger, was dat dé ontdekking die hij inzake Colombia deed: ‘Tot mijn
grote verbazing kwam ik erachter dat de romanwereld van García Márquez meer met
België te maken had dan velen voor mogelijk houden’. Genoeg uitdagend voor een onderneming
om de mysterieuze achtergrond van de Buendía-dynastie na te pluizen en grondig
te fileren.
In
meer dan een dozijn verhalen (?), schetsen (?) poogt Daerden almaar dieper door
te dringen in de eigenheid van Colombia en zijn bewoners. Vooral één figuur
bleef hem daarbij permanent vergezellen, erkent hij, met name García Márquez, de
auteur van Honderd jaar eenzaamheid en de andere verhalen uit diens
literaire kosmos. Dat wereldje blijft constant vragen oproepen ‘en wie de
moeite neemt daarin te wroeten doet soms de mooiste vondsten’. Dat ‘wroeten’
leidde voor Daerden tot nogal wat resultaat, nu neergelegd in dit boek. Daerden
weet daarin zijn drie informatiebronnen handig met elkaar te combineren: de
eigen (reis)ervaring in Colombia, zijn ontmoetingen en gesprekken al gaande, en
een substantiële aanbreng die hij vergaarde uit de historische literatuur – een
aanbreng die, in het voorbijgaan gezegd, redelijk indrukwekkend is.
Zo meandert het
relaas, en beetje kriskras geordend, van een virtuele boottocht op de
Magdalena-rivier over een presidentsmoord naar de verschrikkingen van de Bogotazo
– de danteske stadsrevolte van 1948 – om, via een omweg naar de 16de-eeuwse
veroveraar Balboa, te belanden bij de reizen van de Belgische koning Leopold
III naar Colombia en de exploten van de vrij onbekende ‘paleizenbouwer’ in
Medellin, Augustin Goovaerts, ook al een Belg. En zo gaat het verder,
hoofdstukje na hoofdstukje, met telkens nieuwe ontdekkingen. Wat Daerden op
zijn reizen te horen of te zien krijgt, of opsteekt uit de uitgeplozen
literatuur, wordt kundig opgehangen aan de kapstok van de Colombiaanse
geschiedenis en gerelateerd aan García Márquez’ universum, de rode draad
doorheen het boek. Van sommige figuren uit diens werk heeft Daerden sporen
teruggevonden, andere blijven voor eeuwig in mysterie gehuld.
Tegelijk evenwel, zoals hierboven
al gesignaleerd, ontdekte de auteur dat in de loop der jaren behoorlijk wat (nu
vergeten) persoonlijke relaties bestonden die België lieerden aan Colombia en
vice versa. Opvallend daarbij: in het interbellum bestond er naar verluidt een
ware ‘belgofilie’ die heel wat landgenoten van García Márquez -- en niet van de
minsten -- naar België en in het bijzonder naar Brussel bracht. Met veel ijver
gaat Daerden in de tweede helft van het boek hun gangen na en weet hij daardoor
menig pittig detail aan de vergetelheid te onttrekken. Wat overigens van het hele
boek kan gezegd worden.
Al beschrijft elk
hoofdstukje een aparte episode uit deze opmerkelijke geschiedenis, toch blijft
dit boek, historisch gegrondvest en opgevoerd als continu verhaal rond de
geestelijke vader van de Buendía’s uit Honderd jaar eenzaamheid, een attractieve
retrospectie bieden op privé- en andere situaties in beide landen tijden
geleden. Bovendien bijeen geschreven door iemand die weet hoe iets moet verteld
worden om doorlopend te boeien.
Peter Daerden: De laatste Buendía, Tzara, Antwerpen 2024,
156 p. ISBN 9789022340929. Distributie Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri