Een
Zweeds epos in dichtvorm dat zich afspeelt in een verre toekomst en in een
situatie waar de mens nog geen ervaring mee heeft: een Belgisch/Nederlands duo
waagde zich aan de vertaling. Het gaat om Aniara, een tamelijk complex
werk van schrijver/dichter en Nobelprijswinnaar Harry Martinson (1904-1978),
dat in 1956 verscheen. Martinson schiep met Aniara een wonderlijk
mengsel van sciencefiction en mythe. Om onbekende tijden, ruimten en
omstandigheden vorm te geven, creëerde hij onder meer nieuwe woorden en
schepselen. Zijn poëtisch procedé heeft als belangrijkste kenmerk variatie.
Onder die paraplu gaan ook een bewuste inconsequentheid en grilligheid schuil.
Hoe breng je
een en ander overtuigend over het voetlicht in het Nederlands? Om dat te
beoordelen kun je in dit geval uitsluitend op het vertaalde af gaan. Het epos
van Martinson heeft een behoorlijke reputatie, maar maakt de Nederlandse tekst
dat waar? Helaas is dat niet het geval. En dat is te wijten aan de poëtische kwaliteit
van de vertaling.
De inhoud van Aniara, het verhaal, is interessant genoeg. Nadat de
mensheid de aarde naar de filistijnen heeft geholpen, ziet zij zich gedwongen
om de planeet te verlaten. De evacuatie naar Mars en Venus gebeurt met enorme
ruimteschepen, goldonders. De goldonder ‘Aniara’ vervoert achtduizend mensen.
Door een ‘noodzwenking’, om asteroïde Hondo te ontwijken, raakt de goldonder
uit koers. Al snel blijkt dat het ruimteschip voorgoed uit koers is geraakt.
Er volgt een
lange periode van hoop en vrees. De reizigers worden kalm gehouden met hulp van
een levensechte illusie van het leven op aarde. Die illusie krijgt gestalte via
een merkwaardige machinerie die ‘Mima’ heet. Het is een ingewikkeld instrument:
de overtreffende trap van een kwantumcomputer, compleet met allerlei AI-toeters
en bellen en nog veel meer. Als de bijna menselijke Mima op een gegeven moment
ophoudt met functioneren worden de illusie en de herinnering aan de aarde niet
meer gevoed. Er ontstaat steeds meer onrust en wanhoop. Men beseft dat Aniara
niets meer is dan een soort sarcofaag.
Er zijn veel zaken in Aniara
die we anno 2024 herkennen. Martinson had (op de helft van de jaren 1950!) een
vooruitziende blik als het om het beheer van de aarde gaat en om de
ontwikkeling van computerachtige machines. Dat alleen al maakt Aniara de
moeite waard. Maar dan komen we bij de uitdaging om een poëzie-epos met
eigenaardigheden op het gebied van metrum, rijm, neologismen, orakeltaal en
mythe te vertalen.
Hoewel er zeker strofen te vinden zijn die een poëtische kracht hebben,
gaat het geheel van deze vertaling gebukt onder fouten en zwakheden die bij een
scherpe controle opgemerkt hadden moeten worden. Zo worden er congruentiefouten gemaakt (onderwerp en persoonsvorm
komen niet overeen in ‘getal’) en zijn er slordigheden met werkwoordtijden. Oplossingen
die het gevolg zijn van een soort vertalersrijmdwang sorteren te vaak een
effect dat je ‘koddig’ kan noemen.
‘[…] Op die baar lag de kleine rozenknop
waarvan
het opgroeien zij heeft gestopt […]’
Als rijm niet goed in het
Nederlands gerealiseerd kan worden, forceer het dan niet.
Het nawoord van Petra Broomans
is verhelderend en informatief. De uitgeverij, Wilde aardbeien, wil in het
Nederlands taalgebied minder bekende Scandinavische auteurs in vertaling
uitgeven. Dat streven verdient uiteraard alle lof. De fondslijst van de
uitgever vermeldt naast literatuur uit de bekende Scandinavische landen ook
literair werk uit IJsland, de Faerøer en Groenland.
Harry Martinson: Aniara. Een
epos over de mens in tijd en ruimte, Wilde aardbeien, Groningen 2024, 195 p.
ISBN 9789079873135. Vertaling van Aniara. En revy om människan i tid och rum
door Anke van den Bremt en Anna Rottier
© 2024 | MappaLibri