Met De
kuil presenteert Atlas/Contact het tweede werk van de Japanse Hiroko
Oyamada. Ze volgde een opleiding Japanse literatuur, maar ging daarna aan de
slag bij een autoconstructeur. In haar vrije tijd begon ze te schrijven. Na wat
professionele omzwervingen werkte ze nog halftijds als redacteur voor een
tijdschrift. Eenmaal haar boeken succes begonnen te krijgen, legde ze zich
voltijds toe op haar auteurscarrière. Een goede keuze, gezien ze als
schrijfster in de tijd tussen De fabriek en De kuil enorm groeide. De Nederlandstalige
vertaling van De fabriek verscheen exact een jaar geleden. Hoewel uit
dat werk een eigen stijl sprak en de (internationale) verkopen gunstig waren,
kon het boek, literair gezien, niet helemaal overtuigen. Het vlotte verhaal en
de originele elementen niet te na gesproken, kwam De fabriek uiteindelijk
visie te kort. Maar die kritiek heeft ze met het zopas vertaalde De kuil helemaal
gepareerd, want dit werk is een stuk beter dan haar debuutroman. In thuisland
Japan kreeg ze trouwens voor De kuil de Akutagawaprijs.
De kuil vertelt
over de relatief jonge Asahi die naar het platteland verhuist omdat de
werkgever van haar echtgenoot hem overplaatst naar een kantoor, ver weg van de
stad. Asahi beslist haar eigen werk – waar ze al niet bepaald enthousiast over
was – op te zeggen en lijkt zich redelijk probleemloos te schikken in haar
nieuwe (voorlopige) rol van huisvrouw. Opmerkelijk is wel dat Asahi gaat wonen
in het leegstaande huis naast haar schoonouders, dat in hun bezit is. Zo kunnen
er heel wat kosten uitgespaard worden. Voor Asahi, die tot voor kort in de stad
woonde, haar schoonouders amper zag en een druk sociaal leven leidde, betekent
dit een volledige ommekeer. Haar dagen zijn nu bijzonder eenzaam: haar man is
de ganse dag weg voor zijn werk, net zoals haar schoonouders. Hun woningen
liggen daarenboven nogal afgelegen van de rest van de landelijke gemeente.
Tijdens een wandeltocht volgt Asahi een vreemd dier en komt daarbij in een kuil
terecht. Vanaf dat ogenblik wordt het boek nog vreemder, met bizarre
ontmoetingen, toegedekte familiegeschiedenissen en onverklaarbare gebeurtenissen.
Waar De kuil nog start als een gewone roman, komen er gaandeweg meer en
meer onwaarschijnlijke elementen naar voren; naar het einde toe verschuift het
geheel naar gedoseerde, absurde toestanden. Deze evolutie verloopt overigens
heel geleidelijk, zodat de lezer als het ware in de val wordt gelokt. Het
publiek op het verkeerde been zetten, daar is het Oyamada duidelijk om te doen.
Bij dit alles
heeft Hiroko Oyamada zo haar eigen stokpaardjes, zoals bijvoorbeeld de slechte
arbeidssituaties in Japan, het belang van toevallige ontmoetingen, de
dierenwereld en dergelijke meer, die onmiddellijk herkenbaar zijn. Ze speelden
immers ook een grote rol in De fabriek. Daarbij is het belangrijk om op
te merken dat Oyamada haar ideeën niet recycleert, maar een nieuwe invulling
geeft. Ook de stijl van De kuil is gepolijster dan dat van haar debuut.
Het boek zit als een vlot mechaniekje in elkaar en maakt alleen maar
nieuwsgierig naar ander werk van Oyamada. Het is trouwens aan de lezer om de
metafoor van de kuilen in het landschap in te vullen: staan ze symbool voor
eenzaamheid, depressie, het kwijtraken van de regie over het eigen leven…? De
kuil is open genoeg zodat elkeen zijn individuele invulling aan de
gebeurtenissen kan geven, zonder dat het werk vrijblijvend is: hét kenmerk van
kwaliteitsliteratuur. De kuil werd verzorgd uitgegeven: de vertaling uit
het Japans is vlot – zoals we dat van Luk Van Haute gewoon zijn – en het scherpe
drukwerk op degelijk papier zorgt voor een optimale leesbaarheid.
Hiroko Oyamada: De
kuil, Atlas/Contact, Amsterdam 2024. 128 p. ISBN 9789025474942. Vertaling van
Ana door Luk Van Haute. Distributie VBK België
© 2024 | MappaLibri