9+ - Nooit geweten dat er zoveel plekken zijn, zowel op
de wereld als op het lichaam, waar je door pinguïns gebeten kunt worden. Je
denkt na dit boek wel tien keer na, voor je een stap in de richting van deze
schattige oceaantorpedo’s zet. Want hoe knuffelig ze er ook uit zien, een gezonde, wilde pinguïn,
is niet lief. Niet voor mensen, maar meestal wel voor soortgenoten.
Rock de pinguïn!
Het ultieme pinguïnboek. Waarschijnlijk is er nergens een completer
jeugdboek over dit leuke beest te vinden. Wat blijkt er veel onderzocht te zijn
over de 18 verschillende soorten op onze aarde. En veel van wat onderzocht is
door pinguinologen, weet Joukje Akveld ons haarfijn en met veel humor uit te
leggen.
In
2015 liet de auteur met Een
aap op de wc al
zien dat ze verhalen over door mensen lijdende dieren ontroerend weer kan
geven. Daarna reisde ze naar Zuid Afrika en kwam de focus te liggen op dieren
van het Afrikaanse continent. Met Mijn kleine safari (Gottmer 2017), Wij
waren hier eerst en Wat
niet in de safarigids van je ouders staat,
deelt ze haar kennis op activistische wijze met haar nieuwsgierige, jonge en
oudere lezers. In een paar jaar tijd heeft Akveld zich in de jeugdliteraire
wereld terecht neergezet als (Zuidelijk) Afrika deskundige. Een kijkje op haar website laat zien dat ze daarmee nog lang niet klaar is en dat we nog meer van
dit soort prachtige natuurboeken kunnen verwachten.
En daar is dan Rock de
pinguïn. Over alle pinguïns van de wereld, maar net iets meer over de
Noordelijke rotspinguïn, Rocky. In een boek vol foto’s van verschillende
fotografen, is enkel Rocky geïllustreerd door Kees de Boer. Rocky is veelvuldig
op de pagina’s aanwezig om de (koude golf)stroom aan informatie verder uit te
breiden, iets luchtiger te maken, of juist een boze reactie te geven op iets
waar hij het niet mee eens is. Als de geschiedenis in vogelvlucht wordt
weergegeven, en Akveld schrijft: ‘500 jaar geleden werd de pinguïn ontdekt door
Europeanen, 1 uur geleden was de helft van de pinguïnsoorten kwetsbaar of
bedreigd.’, is Rocky het daar niet mee eens: ‘Wat een rothoofdstuk! Wij gaan
niet uitsterven, hoor je me?’
Het boek is zorgvuldig opgedeeld
in drie delen. Het eerste vertelt wat een pinguïn nu eigenlijk is. Daarin wordt
de algemene kennis flink uitgebreid: ‘Het grootste deel van hun leven zijn
pinguïns aquadynamische raketjes. De oceaan is hun jachtgebied. Op land komen
ze enkel paren, baren, ruien en uitpuffen.’
In deel twee genieten we van een
heuse pinguïnparade als alle pinguïns van de wereld zich voorstellen in een
eigen hoofdstuk met ieder een bijzonder verhaal. Zoals de noordelijke
rotspinguïn die tijdens de paringsdans ‘zijn lokken laat wapperen alsof hij in
een shampooreclame speelt’ en de schlegelpinguïn die niet om een zeeolifant
heenloopt, maar er dwars overheen gaat als hij ergens naar op weg is.
Uiteindelijk leren we
in deel drie ook het werk van Akveld beter kennen als de schrijfster zelf het
boek binnenstapt om over de zeevogelopvang SANCCOB en haar relatie tot de
pinguïns te vertellen. We krijgen aan de hand van korte verhalen een
rondleiding door de opvang, leren collega’s en pinguïns kennen en zien dat er
nog een hoop te doen is om de pinguïns te helpen. Want hoewel het voor de net
iets te lieve pinguïn, 757, te laat is, kunnen andere pinguïns nog gered
worden. Rock de pinguïn draagt daar een beetje aan bij. Dus laat je niet
bijten, blijf uit de buurt van de pinguïn en lees dit boek.
Joukje Akveld en
Kees de Boer:. Rock de Pinguïn, Volt. Amsterdam 2024, 221p. ISBN 9789021498096.
Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri