9+ - Onder
welke titel hij ook verschijnt, Van den Vos Reynaerde is een klassieker
die altijd verkrijgbaar is. In het volwassenencircuit was er vorig jaar een
hoogtepuntje met het geweldige boek van Frits van Oostrum, De Reynaert. Leven met een middeleeuws
meesterwerk.
Ook in de jeugdliteratuur grijp je bij Reinaert de vos nooit mis. Na 2000 zijn
er bij voorbeeld prozabewerkingen van Henri van Daele (2006, Reinaart de vos.
De felle met de rode baard) en
Koos Meinderts: De schelmenstreken van Reinaert de vos (Hoogland &
Van Klaveren 2018), allebei prachtig geïllustreerd. Er is een rapversie van
Charlie May: Reinaert de vos … gerapt (Holland 2008), de strip van David
Audenaert (Vizid): Foxy: Reynaert de Vos (Intergemeentelijk project Het
Land van Reynaert, 2015). Dan heb je nog een adaptatie naar een schoolsituatie met
menselijke hoofdpersonages (RotVos! (Abimo 2007) van Frank Pollet) en
een Eenvoudig communiceren-editie, Reinaart de vos (2014), door Marian
Hoefnagel. Allemaal lekker anders en voor verschillende lezers en leeftijden.
Deze nieuwe
adaptatie is een soort beeldroman geworden, met precies op de bovenste helft
van de pagina’s ruimte voor het verhaal van de illustrator en op de onderste de
tekst in kekke, vierregelige strofen. Met het gemakkelijkste rijm: abcb, daarom
ook wel sinterklaasrijm genoemd, dat waarschijnlijk meer vaart oplevert dan het
gepaarde rijm van de oorspronkelijke editie en latere edities in verzen.
Feitelijk krijgt de illustrator zelfs nog meer ruimte, omdat er ook nog
tekeningen tussen de strofen staan. Midden op de cover staat een prachtige R,
die zo uit een middeleeuws handschrift geplukt zou kunnen zijn.
De illustraties
begeleiden niet alleen details van de tekst, meestal zijn ze echte
visualisaties van een hele scène. (Je kunt je voorstellen dat Wendy Panders
vaak gevraagd wordt tekeningen te maken voor non-fictie) Daarbij gebruikt de
illustratrice ook de middeleeuwse aanpak in handschriften en op schilderijen om
diverse elementen en tijdsmomenten in één beeld onder te brengen.
De hier en daar erg
geestige aanvullingen houden je extra bij de les. Zoals kleine, ironische
tekstbordjes (‘Van Nobel voor Hermelien’) of uitroepen. De wolvin Hersint met
liefdespijltjes op haar bh. De koppen van de dieren als de koning Reinaert
genade schenkt, met een klein woedefriemeltje boven het hoofd van Cantecleer. Uilen
zijn een soort verbindend element. De ministerraad wordt voorgesteld als een
groep uilen. Je herinnert je dat je een uil zag vliegen bij het huis van
Reinaert op het moment dat Bruun en Tibeert daar verschenen. Je ziet er daarna eentje
op een boomstronk, of op een bordje met ‘Hof’ daarop. De gevangengenomen Bruun
en Isengrim geeft Pander weer in een gevangeniscel, met tal van humoristische
elementen.
De
hoofdstuktitels staan op een tekstrol. Op de slotprent zie je Reinaert met een
pen (veer) in de hand. Hij oefent de R. Jawel, zijn onvergetelijke avonturen
zullen steeds opnieuw beschreven worden. Ook deze keer is dat weer goed gelukt.
Het gaat hier om een getrouw het origineel volgende editie met de belangrijkste
gebeurtenissen. De basis van het verhaal: de dieren klagen over Reinaert aan
het hof – Reinaert moet gehaald worden (drie indagingen, Bruun, Tibeert en
Grimbeert) –, Reinaert pakt aan het hof de koning en de koningin in met een
verhaal over een schat en gaat zogenaamd op pelgrimstocht – Reinaert en zijn
gezin smeren ‘m –, aan het hof herstelt men de orde. Voordat het verhaal start,
krijg je dit al als overzicht als je de hoofdstuktitels leest (ook daar twee
scherp oplettende uilen!). Daarna stellen de personages zich voor. Een aantal
van hen zie je ook opdoemen tussen de natuurelementen op het voor-en
achterplat.
De
vierregelige strofen lezen heerlijk weg, er zijn maar heel weinig momenten dat
het ritme even stokt. Met hier en daar een stoplapje voor het rijm, of juist
een geintje (instemming rijmt op ding). Voor een beetje geweld zijn de
bewerkers niet bang. Dat gaat goed samen met humor, zien we in de scène met de
dorpelingen die op Bruun ‘los gaan’. Het is ook inmiddels allang niet meer
nodig in bewerkingen voor de jeugd de zogenoemde ballen- of klokkenspelscène
van Tibeert met de pastoor door iets minder ‘engs’ te vervangen, en dat doen de
bewerkers dan ook niet:
‘Met zijn nagels
uitgeslagen
sprong hij in het blote kruis,
nam
pastoor zijn bal te grazen,
als was het een vette muis.’
Een leuke vondst, die
vergelijking van een van de ballen van de pastoor met een muis. Maar het kan ook
zijn dat ze die gelezen hebben bij Ernst van Altena die ‘m in 1979 al had. Diens
(herziene) versie (De Vrije Uitgevers, 2014) is overigens nog steeds
verkrijgbaar.
Het
is wel jammer dat de bewerkers niet wat beter hun best gedaan hebben om ook het
informatieve hoofdstuk ‘Voor wie meer wil weten…’ aan te passen aan de taal van
de doelgroep. Nu is dat halfslachtig, een beetje voor de jonge lezers en een
beetje voor volwassenen. Maar het prachtige boek laat verder zien dat er altijd
weer ruimte is voor nóg een nieuwe Reinaert.
Maria van Donkelaar, Martine van
Rooijen, Wendy Panders: Het onvergetelijke verhaal van Reinaert de vos. Een
hervertelling op rijm, Gottmer, Haarlem 2024, 88 p. : ill. ISBN 9789025780012.
Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri