15+ - Een man en een vrouw, de levensdagen van de man zijn geteld. Zijn hoofd is nog best oké, maar voor de rest: ‘Het hart, de longen, het bloed,’ zei de arts, ‘het is een zooitje.’ Er is wel wat aan te doen, zegt hij nog, al is het rigoureus.
Ze moeten er niet over nadenken, de
man en de vrouw, ‘Je kunt het maar beter gehad hebben.’ En zo komt het dat de
vrouw op huis aangaat met enkel het hoofd van haar man in de armen. Het is wel wennen,
maar het gedoe met het lichaam dat niet meer wilde, is in elk geval voorbij.
‘Ik denk dat ik weer pijp ga roken’, zei het
hoofd van de man.
‘Als je het maar laat’, zei de vrouw, die een
sok breide.
‘Ik heb de gordijnen net gewassen.’
‘Doe dan maar een borrel’, zei het hoofd.
Het dagelijks leven herneemt zijn gang en ze
redden het best, al ligt het hoofd wel eens in de weg als de vrouw wil
stofzuigen, of is ze vergeten waar ze hem nu weer gelaten heeft. Knuffelen kan
ook maar van één kant komen. Maar ze hebben het goed, zitten lekker in de tuin
aan de koffie en de pruimenvlaai of gaan bij de rivier op een bankje zitten.
Lente en zomer gaan voorbij en met de komst van de herfst begint de vrouw te
tobben: ‘Maar wat als ik nou niet meer…’ En ja, langzaamaan komen er problemen.
De vrouw vergeet een en ander, raakt op wandel de weg kwijt, weet niet meer hoe
ze een sok moet breien. Of er echt niets aan te doen is?, vraagt het hoofd aan
de dokter. Jawel, maar het is wel rigoureus… Ze moeten er niet over nadenken.
Benny Lindelauf vertelt in weinig woorden en een
sobere stijl een liefdevol verhaal over berusten in verlies en samen tevredenheid
en zelfs geluk vinden in onvolkomenheid. De zachte humor verdrijft de somberte
die aan de openingszinnen kleeft en de filosofische kijk op de onafwendbare
loop van het leven is gewoonweg verkwikkend:
‘Het hoofd van de man.
Het lijf van de vrouw.
En het was anders, maar zeker niet minder.
Want het was wat het was.’
Ingrid Godon geeft in haar zachte, pregnante
stijl overtuigend uitdrukking aan diepe, doorleefde emoties. Hoe onwerkelijk
het ook is, het koesteren van een hoofd, een vrouwenlijf met mannenhoofd,
hoedje met veer incluis, accentueren niet zozeer de vervreemding, maar de
emotie. De blik van de man en de vrouw is naar binnen gekeerd. Een van de
prenten waarop de vrouw het hoofd in haar armen houdt, roept voor mij de
intense sfeer van een piëta op. De gemoedsbeweging is gelaagd, het is een
samengaan van verdriet, tederheid en kracht. De laconieke tekst – die gaat over
kleine praktische problemen: ‘Ik zet je even ergens anders neer,’ zei ze. /
Daarna was ze ‘m weleens kwijt.’ --, naast het kwetsbare beeld laat de
broosheid die Godon in haar beelden zo inlevend vat, nog sterker naar voren
komen. Die spanning maakt wat los bij de lezer, nodigt uit tot reflectie. Hoe
groot het verlies ook is, de wereld gaat door.
Die contrastwerking zit ook in de prenten: de
figuren zijn in gedempte kleuren uitgebeeld, de omgeving kleurt intens rood en
geel. Dat roept een gevoel van eenzaamheid op, maar ook van intimiteit en berusting.
Zo rijk in alle eenvoud. De vrouw en zijn hoofd is een zeldzaam mooi,
indringend boek.
Benny Lindelauf, Ingrid Godon: De vrouw en
zijn hoofd, Querido, Amsterdam 2024, 32 p. : ill. ISBN 9789045130293.
Distributie L&M Books
© 2024 | MappaLibri