In een abdij
ligt een zieke man op sterven. Hij is te zwak om te communiceren en zal voor
zijn dood nog maar enkele woorden prevelen die de meeste medebroeders niet
kunnen plaatsen. De stervende is echter geen gewone broeder. Hij heeft nooit
geloften afgelegd maar hij heeft in de abdij wel een toevluchtsoord gevonden,
zowat samen met een pietà die angstvallig bewaakt wordt op bevel van het
Vaticaan. Iedereen heeft weet van het bestaan van die pietà maar die is ontoegankelijk
voor zowel de abdijbewoners als het brede publiek, wat de faam ervan alleen
maar versterkt. Laat de stervende de auteur ervan zijn, of althans dat neemt
men aan. We schrijven 1986 en de stervende beeldhouwer blikt terug op zijn
leven.
‘Ik zou
willen weten hoe het gaat gebeuren. De overgang, de laatste adem. Zal ik gaan
halverwege een begonnen zin? Woorden die stokken, dan niets meer, een mooie
stille, opluchting? Of zullen ze me op mijn
bed moeten vasthouden terwijl mijn ziel uit mijn lichaam wordt gerukt?
Tramontana,
sirocco, libeccio, ponant en mistral, ik roep je in naam van alle winden.
Ik heb van
mijn leven gehouden, mijn leven van lafaard en verrader en kunstenaar, en zoals
Viola me heeft geleerd verlaat je niet iets waarvan je houdt zonder om te
kijken. Ik voel dat iemand mijn hand vasthoudt. Een broeder, misschien zelfs
die beste Vincenzo in eigen persoon.
Tramontana, sirocco, libeccio,
ponant en mistral, ik roep je met de naam van alle winden.
Ach, Cornuto, Cornuto! Vertel
ons over vertrekken. Laten we een lied zingen!
Je moet de schilderingen van Fra
Angelico bij het licht van de bliksem hebben gezien…’
Mimo Vitaliani leek door zijn officiële
geboortenaam, Michelangelo, wel voorbestemd om beroemd te worden, al was de weg
ernaartoe niet meteen geplaveid. Zijn ouders waren vanuit Ligurië uitgeweken
naar Frankrijk om hun leven te verbeteren, maar ook daar leeft de familie in
armoede. Die migratie leverde Mimo uiteindelijk wel zijn bijnaam op, de ‘Francese’
(Fransman), een label dat alleen maar bijdroeg tot zijn faam. Mimo krijgt eerst
niet veel kansen, niet alleen door zijn afkomst maar ook door zijn lichaamsbouw.
Hij is immers een buitenbeentje door zijn dwerggroei. Toch wordt zijn talent toch
opgemerkt. Telkens staat men verstomd hoe hij als geen ander immers figuren uit
het marmer tot leven weet te wekken. In de pietà verwerkt hij overigens de
trekken van zijn muze, de aristocrate Viola Orsini. Hoe precies ontdekt de lezer
pas in de laatste pagina’s van Jean-Baptiste Andrea’s Waak over haar,
maar dat is het wachten waard.
Mimo ontmoet Viola op zijn zestiende. Door het
klassenverschil zouden ze geen contact mogen hebben, maar ze zien elkaar
stiekem. Terwijl Viola Mimo’s nieuwsgierigheid en artistieke vorming
stimuleert, is Mimo een klankbord en handlanger voor Viola’s drang naar
vrijheid en zelfbeschikking. Als vrouw is het Viola niet gegeven (noch gegund) haar
levenspad zelf te bepalen, ondanks de pogingen die ze onderneemt – met de hulp
van Mimo en anderen zal ze zelfs proberen (weg) te vliegen.
Na die dramatische vluchtpoging zullen
Viola’s en Mimo’s wegen scheiden maar ook meermaals weer kruisen. Hun verhaal
speelt zich bovendien af tegen de achtergrond van de Italiaanse geschiedenis. Waak
over haar brengt zo het relaas van twee wereldoorlogen en (de opkomst van)
het fascisme waardoor Jean-Baptiste Andrea recht op vrijheid en zelfbeschikking
in een breder kader plaatst. De Franse auteur met Italiaanse roots doet dat op
sublieme wijze. Niet alleen bouwt hij zijn vertelling niet-lineair op, maar hij
laat naast Mimo ook andere personages het woord nemen, weliswaar in mindere
mate. Het vertelritme en schrijfstijl zijn meeslepend. Vertaalster Martine
Woudt weet die heel treffend weer te geven. In 2023 sleepte Andre twee
literaire prijzen in de wacht, de Prix Goncourt en de Prix du roman-Fnac. Met
zijn vierde roman brengt Andrea de klassieke roman die hij zelf graag
had willen lezen. De regisseur-scenarioschrijver heeft zijn echte roeping
gevonden. Voor wie die graag in het Nederlands wil ontdekken is er geen excuus
meer om dat niet te doen.
Jean-Baptiste Andrea: Waak over haar, Oevers, Zaandam 2024,
426 p. ISBN 9789493367166.
Vertaling
van Veiller sur elle door Martine Woudt. Distributie De Wolken
© 2025 | MappaLibri