In zijn recentste essay Na de groote avond -- een
‘testament’, zoals hij het zelf noemt – reflecteert emeritus professor filosofie
Ludo Abicht (°1936) op radicale (zij het niet-extremistische) wijze over de
vraag waar we vandaag met onze westerse, moderne samenleving zijn aanbeland.
Hij gaat na welke rol het authentiek progressieve denken in die maatschappij te
spelen heeft en hoe de huidige samenleving in de toekomst versterkt kan worden
-- niet ‘sterk’ zoals in ‘sterke man’ of ‘sterke staat’, maar een sterke, op
een stevige moraal geënte samenleving, met ‘zo weinig mogelijk wetten,
dwangmaatregelen en vredesmachten […] om redelijk te kunnen functioneren.’
In een eerste
hoofdstuk (‘Herkenningspunten’) gaat Abicht op zoek naar voorbeelden, naar
inspiratiebronnen, naar eenvoudige mensen die met hun ‘verzet van onderuit’ voor-leefden
hoe het anders en beter kan. De Franse gewezen verzetsman Stéphane Hessel, die
meerdere concentratiekampen overleefde, en die met zijn pamflettaire
geschriften ‘Indignez-vous’ en ‘Engagez-vous’ tot op hoge leeftijd oude en
jonge generaties tot kritisch denken en radicale rechtvaardigheid bleef aanzetten,
is zo’n voorbeeld. Hij toont aan, stelt Abicht, ‘dat er wel degelijk individuen
en groepen opgestaan zijn die, desnoods op gevaar van eigen leven, gezondheid
of vrijheid, het menselijk beste verdedigd hebben tegen de bijna onstuitbare
pletwals van dictatuur, intolerantie, kolonialisme en fascisme die de
twintigste eeuw geteisterd heeft.’ Ook de leer van Ubuntu (die de betrokkenheid
op de ander als voorwaarde voor een geslaagd persoonlijk leven postuleert) en
Umuntu (waarin de interactie met de gemeenschap en de diversiteit centraal
staan) inspireerden de auteur, net als het mens- en wereldbeeld van de Maya’s
en de Afrikaanse economische eenheden, die als zelfbedruipende en solidaire
entiteiten vrij waren gebleven van het mondiale, op schaalvergroting,
concurrentie en winstmaximalisatie gerichte economische bestel.
In het tweede
hoofdstuk (‘Waarom links gewoon slimmer is’) breekt Abicht een lans voor het progressieve
gedachtegoed, dat hij definieert als ‘de positief bedoelde keuze voor de
zwakkere, de uitgebuite, het slachtoffer van onrecht en discriminatie.’ Zijn pleidooi
om de vigerende waardenstelsels – inclusief die van zichzelf -- kritisch te
blijven bevragen (de ‘ingebakken plicht’ van de progressieve aanpak, zoals hij
het omschrijft), brengt de auteur meteen in de praktijk wanneer hij de huidige
neergang van het linkse denken analyseert: de té grote aandacht voor
betekenisloze woordspelletjes, een ongegrond vertrouwen in communicatiemedia en
onderwijs, het onvermogen om actuele gebeurtenissen in een ruimer historische
perspectief te plaatsen.
De om zich heen grijpende vermarkting en privatisering, ten
nadele van het publieke gebruik van collectieve eigendommen (de ‘commons’)
vindt bij Abicht weinig genade. Gesteund door progressieve denkers als Ian
Angus, David Graeber en Isabel Wilkerson suggereert hij een historisch
perspectief dat verder in de tijd teruggaat dan het Antropoceen, een
voorzichtig herstel van de sociale bescherming en het ‘gemeen’, en de
vervanging van de neerbuigende liefdadigheid door een oprechte solidariteit of
empathie, die ‘de ongelooflijke kracht bezit, je in de geest, het hart en de
handen van de ander te verplaatsen en bij definitie nooit de hiërarchische
onderschikking van de mensheid in Herrenvölker en Untermenschen
kan reproduceren.’
Na de groote avond is niet de neerslag van een wetenschappelijke
analyse op basis van een geijkte kwantitatieve of statistische methodiek. Het
werk bevat geen voetnotenapparaat, slechts een handvol verwijzingen naar
relevante studies, en een literatuurlijst ontbreekt. De drie hoofdstukken
hangen vrij losjes samen en vormen geen coherente theorie. Maar Abichts essay
is een genuanceerd en eerlijk werk, omdat het – voor zover dat als
buitenstaander in te schatten valt – de doorleefde houding en oprechte
overtuiging van de auteur weergeeft. Abicht drukte zich altijd al kritisch uit
over dwingelandij en autocratie, die macht aanwenden ten nadele van het
kwetsbare individu. Hij zag in het progressieve denken steevast een valabel
alternatief voor opgelegde denksystemen, die volgens hem uitsluitend ageerden ‘in
het belang van de heersende ideologie of, nog erger, in het kortzichtige belang
van de economie’. Zijn jongste essay bevat dan ook heel wat bruikbare
leessuggesties voor wie graag even de uitgesleten paden van het gangbare denken
verlaat. Abicht heeft tevens de intellectuele eerlijkheid om zijn eigen
overtuigingen bij te stellen waar nodig, met een hem kenmerkende belezen- en
gematigdheid, en de moed om zijn opinies te blijven uitdragen, zelfs op
ogenblikken dat het tegendraadse denken het alleenrecht lijkt van extremismen
aan de verre overzijde. Dat maakt van zijn (voorlopige?) testament een meer dan
prijzenswaardig werk.
Ludo Abicht: Na de groote avond. Kan empathie de wereld
redden? Testament, Ertsberg, Antwerpen 2024, 129 p. 9789464984088. Distributie
Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri