6+
- Het is heel leuk om iets engs en spannends te beleven waar je ouders helemaal
niet aan te pas komen: iets geheimzinnigs, een avontuur in de kou en het donker
van de nacht. Nou ja, eigenlijk moet je er toch niet aan denken dat je, als je
veilig in je bed ligt, er opeens uit zult gaan, stiekem naar buiten, het bos in,
terwijl het sneeuwt…Toch fantaseren kinderen (en kinderachtige ouderen) over
zulke dingen. De Canadese schrijver en tekenaar Jon Klassen (1981) maakte er
een prachtig boekje over.
In De schedel slaagt hij erin om een oergevoel van
griezelen op te roepen in een verhaal over Otilla, een klein meisje dat ’s
nachts, als iedereen slaapt, weg loopt en uiteindelijk terechtkomt in een oud
leeg huis. Hoewel leeg? Het wordt bewoond door een schedel, een bijzondere variatie
op een pars pro toto, die zich manifesteert als een persoonlijkheid. Dat het
verhaal raakt aan iets dat diep in kinderen sluimert, heeft ongetwijfeld te
maken met de oorsprong. De schedel is gebaseerd op een volksverhaal, een
verhaal dat al generaties lang wordt doorverteld. Het aardige is dat zo’n
verhaal, door het steeds opnieuw te vertellen, verandert. Dat ondervond Klassen
ook.
Hij was
voor het geven van een lezing in Alaska, in een bibliotheek. Vooraf struinde
hij wat bij de boeken. Hij sloeg een boek met volksverhalen open en kwam bij
een verhaal dat De schedel heette. In het jaar daarna moest hij
verschillende keren aan dat verhaal denken. Hij wilde het nog eens lezen en met
enige moeite kwam hij erachter welk boek hij in Alaska had doorgebladerd. Hernieuwde
lezing van het verhaal leverde iets merkwaardigs op: Klassen had het niet goed onthouden.
De versie die al een tijd in zijn hoofd zat, week af van de werkelijke versie.
Zo gaat dat bij volksverhalen, vooral bij de doorvertelde. Iedereen verandert
er min of meer onbewust wat aan.
Klassen hield zich bij zijn ‘eigen’ verhaal en maakte er
bovendien sterke en ingetogen nachtbeelden bij. De tekst van De schedel is
simpel en direct en gezet in kloeke letters. Beginnende lezers kunnen er zeker
mee aan de slag. Maar het meest ‘sprekende’ van het boekje zijn toch de intense
beelden die de auteur eraan toevoegde. Nacht, sneeuw, bijzondere perspectieven:
het zit allemaal in de fluisterend gekleurde prenten. Die doen de fantasie dan
ook onmiddellijk op hol slaan. Alle tekeningen zijn doorschoten met piepkleine
spikkels. Dat levert een mysterieuze transparantie op die doet denken aan
aquatint bij etsen. Zo zien dromen eruit.
Als de lezer (eventueel de
voorlezer) aan het eind van deze aangename, licht griezelige, betovering komt,
heeft het verhaal een tamelijk rigide slot in petto. Het geeft stof tot
nadenken en zelfs na-griezelen.
De schedel is een prettig vervreemdend kinderboek,
waar je wel je hoofd bij moet houden. Het nawoord van de auteur geeft ouderen
bovendien nog interessante informatie over het fenomeen volksverhaal.
Jon Klassen: De
schedel, Hoogland & Van Klaveren, Hoorn 2024, 105 p. ISBN 9789089674234
Vertaling van The Skull door Berd Ruttenberg. Distributie Pelckmans Uitgevers
© 2025 | MappaLibri