In
De gezichtslozen volgt Alicja Gescinska het spoor van de kunstfotografe
Mona, die in de lente van 2019 naar Beiroet trekt in het kader van een breder
opgezet project dat zij de overkoepelende titel ‘Triumph of Tolerance’ wil
meegeven, ‘een reeks om de menselijke en levensbeschouwelijke diversiteit op
beeld te vieren; portretten van steden waar mensen met verschillende religieuze
achtergronden met elkaar hebben leren leven na jaren van vallen en opstaan.’ Mona
vindt onderdak bij Ruba en Juhaina, die een koppel vormen, maar hun relatie als
lesbische geliefden (nog) niet aan hun moeders hebben durven vertellen en
daarom twee appartementjes huren. Een ervan stellen zij ter beschikking van
toeristen die Beiroet aandoen. Hun summiere aanwijzingen openen de ogen van
Mona, zeker als zij haar erop wijzen dat er méér is in Beiroet dan de eerste
indrukken:
‘fotografen
zijn te selectief. Dat zou jij beter moeten weten dan wij. Ze tonen enkel wat
zij de moeite waard vinden om gezien te worden, en noemen dat dan
objectiviteit.’
Gaandeweg haar verblijf slaat bij Mona de twijfel toe, ‘was het niet
arrogant van me om te denken dat ik met mijn beelden iets van betekenis zou
kunnen creëren, laat staan dat ik mezelf een kunstenares mocht noemen?’
In het spoor van
Nazim, de fixer van Shatila (een van de drie grote Palestijnse
vluchtelingenkampen in het zuiden van de stad), leert zij de stad en haar
inwoners echt kennen. De idee die het geheel van de novelle kadert, wordt door
Gescinska in de openingsalinea van de novelle aangereikt als antwoord op de
vraag of je kunt verlangen naar een vaderland dat je nooit hebt gezien: ‘Het
volstaat om hier, in de zinkgaten van ballingschap, geboren te worden.’ De
persoonlijke levensverhalen van Suhaila, die werd geboren in een schuilkelder,
van ex-drugsverslaafde Jamal die in het ReHope Center mensen weer op het goede
pad poogt te krijgen, van een oude man als Khaled die het bloedbad van 1982 in
Sabra en Shatila heeft overleefd… En daartussen staat Mona, die er door Ruba en
Juhaina op gewezen wordt ‘dat westerlingen zoals jij die twee maanden geleden
nog onwetend waren, zich ontpoppen tot rechtvaardige rechters en op de
verkeerde vingers beginnen te tikken.’
In haar benadering van de stad
Beiroet, en vooral dan in die van de mensen die er moeten zien te overleven in
vaak mensonterende omstandigheden, creëert Alicja Gescinska een precair
evenwicht tussen beschouwing – het verlangen de lezer te laten zien hoe het er
écht aan toe gaat – en een meer literair ingekleurde aanpak, met flash
forwards, sprongen in de tijd (het slotdeel speelt zich af in 2020) en
treffende beelden:
‘Ruba wreef met haar duim over het scherm om er het stof vanaf te vegen,
maar ze deed het zo traag dat het leek of ze het verweerde gezicht van de man
streelde’
Heel
overtuigend klinkt dan deze bedenking van Mona: ‘Ik wil de blik richten op dat
wat we niet zien. Dat is de kracht van kunst.’
Alicja Gescinska: De
gezichtslozen, De Bezige Bij, Amsterdam 2025, 108 p. ISBN 9789403136295.
Distributie Standaard Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri