Hoe lichtvoetig de schrijfstijl van Godfried Bomans (1913-1971)
ook leek – in klassiekers zoals Pieter Bas, Erik of het Klein
Insectenboek, Pa Pinkelman voert humor de boventoon – in het leven
van deze befaamde auteur/columnist en radio- en televisiefiguur ging het er
aanmerkelijk zwaarder aan toe. Geplaagd door weemoed, onzekerheid en twijfels
zocht deze echtgenoot en vader van één dochter zijn heil bij tal van andere
vrouwen. Een eigenzinnige levensloop die zijn echtgenote met lede ogen
aanschouwde, maar die haar nooit deed besluiten haar man te verlaten. Gé
Vaartjes, die eerder ook al het leven van de schrijfster Top Naeff te boek
stelde, besteedde vele jaren aan het samenstellen van deze zeer uitgebreide
levensbeschrijving. Verhalen van en over Godfried Bomans vullen elkaar aan en
lopen in elkaar over. Informatie haalde Vaartjes uit tal van gesprekken met
vrienden en familieleden. Toen de biograaf bijna klaar was met zijn megalomane
klus, kwam er uit een privé-archief ook nog een stapel brieven naar voren van een
van zijn vele geheime liefdesrelaties. Ook bleek dat Bomans’ dochter niet zijn
biologische dochter was (het is trouwens voor het eerst dat over dit gegeven in
het openbaar gesproken wordt). Daardoor moest Vaartjes opnieuw aan de slag en
werd de publicatie van de biografie geruime tijd uitgesteld.
Al op zeer vroege leeftijd, zo lezen
we, is fantasie een essentieel onderdeel in het leven van de jonge Godfried. Zijn
vader overlijdt jong, zodat zijn moeder de opvoeding van haar vele kinderen
alleen moet klaren, een klus die zij praktisch en zonder veel gevoel aanpakt.
Godfried op zijn beurt weefde realiteit en droom moeiteloos aan elkaar en kon
zelfs van de regen in de gootpijp een prachtig verhaal maken. Hij ontwikkelde
een grote liefde voor de Britse auteur Charles Dickens en oogstte bijval in de
vele televisieprogramma’s waarin hij deel uitmaakte van het panel. Via columns
in de Volkskrant en teksten voor Elseviers Weekblad kon hij zijn
schrijverstalent verder botvieren. Hij gaf zijn mening over actuele kwesties in
accurate en scherpe bewoordingen. En net als Jan Wolkers nam hij in 1971 deel
aan een sociaal experiment waarbij ze beiden afzonderlijk en moederziel alleen
een week doorbrachten op het Waddeneiland Rottumerplaat. Ze werden over hun
ervaringen geïnterviewd door de toen nog zeer jonge Willem Ruis. Godfried Bomans
werd door deze ervaring niet alleen volledig op zichzelf teruggeworpen – een
voor hem zeer confronterende ervaring – hij moest ook zijn eigen angsten
overwinnen én had er tijd om na te denken over zijn leven. Eerder nog was er de
reis naar Italië, waarbij hij uiteindelijk zijn vrouw alleen achterliet in een
appartementje in Rome, om vervolgens het land alleen per scooter te gaan
verkennen. Na die verkenning keerde hij zelfs alleen, zonder dat zijn vrouw
Pietsie hiervan wist, terug naar Nederland: een ander voorbeeld van zijn
eigengereide gedrag in het huwelijkse bestaan. Bomans’ einde kwam plots en
onverwacht, hij stierf thuis aan acuut hartfalen.
De keuze van de titel van de
biografie is treffend en dekt de lading, zo blijkt na lezing van deze zeer
uitgebreide, maar levendige beschrijving van de avonturen en overpeinzingen van
een van de belangrijkste auteurs en cultuurmensen van de twintigste eeuw.
Bomans is de Vleugelman zoals hij die zelf beschreef in één van zijn sprookjes,
waarin de hoofdfiguur verlangt vleugels te hebben om ‘anders te zijn dan de
anderen en uit de dagelijkse tredmolen te stappen’. Uiteindelijk bindt de
protagonist zich de vleugels van een dode zwaan om en springt uit het raam. Hij
belandt in het ziekenhuis, maar zal ook daarna verschillende vliegpogingen (met
veren) ondernemen. Tevens verwijst de term Vleugelman naar een causerie die
Bomans hield in Velp, in de Nederlandse provincie Noord-Brabant in 1965. Hier
stelde hij dat ‘wij mensen cellulair gevangen (zitten) in ons lichaam, maar we
hebben iets in ons dat naar vleugels verlangt.’ Bomans betoogt dat wij allen
gevallen engelen zijn, met heimwee naar wat eens was en dat wij dat terug willen
hebben. De kunstenaar, zo poneert hij, bindt ons de vleugels aan, die wij
denken nodig te hebben om de hemel te bereiken. Dat verlangen klinkt doorheen
zijn hele leven en werk.
Gé Vaartjes weet die tegenstelling tussen de populaire
humorist en de twijfelende man met heimwee naar zijn jeugd, het paradijs ‘waarvan
de deur is dichtgevallen’ (dixit Bomans) in een interview met veel schwung en
aandacht voor detail te duiden. Nergens wordt hij te idolaat. Hij stelt Bomans
werkelijk voor als mens, met zijn goede, minder goede en tot nog toe onbekend
gebleven mysterieuze kanten. Een oogopener van formaat.
Gé Vaartjes: Vleugelman. Godfried
Bomans 1913-1971, Querido, Amsterdam 2024. 768 p. ISBN 9789021424866.
Distributie L&M Books
© 2025 | MappaLibri