Belgium Bordelio: Structuur 2015: 30 Belgische auteurs

Dit nogal warrig uitgegeven boek - typografisch soms nogal onoverzichtelijk, en het valt niet mee om de bibliografische informatie van de uitgave precies te achterhalen - kende een complexe voorgeschiedenis. In feite dient het een dubbel doel. Enerzijds wil het de Belgische poëzie van vandaag (en gisteren) laten zien, in haar diversiteit en haar eenheid. Anderzijds komt het ook voort uit het succesvolle tijdschrift Poëziekrant, waarmee stichter Willy Tibergien vanaf 1976 tot voor kort de poëzie zoveel mogelijk wilde promoten. Vertaler-dichter Jan H. Mysjkin vertelt in zijn persoonlijk nawoord (een ode aan het Poëziecentrum overigens) hoe hij zijn keuze van vijftien dichters uitsluitend op hun aanwezigheid in dat tijdschrift heeft gebaseerd. In de inleiding heet het daarenboven dat het werk van de betreffende dichters nauwelijks of niet in het Frans aanwezig mochten zijn. Die selectieprincipes zijn enigszins verrassend, want ze impliceren meteen de afwezigheid van een aantal vooraanstaande vertegenwoordigers uit onze poëtische traditie: Leonard Nolens, Miriam Vanhee, Roland Jooris en Luuk Gruwez zoekt de lezer hier, met andere woorden, vruchteloos. Omgekeerd krijgen minder bekende (maar daarom niet onverdienstelijke) dichters als Frank Pollet, Johan de Boose en Hilde Keteleer wel een kans om hun werk voor een internationaal forum voor te stellen. Aan Franstalige kant is de keuze al even beperkt, want David Giannoni koos voor dichters uit zijn eigen fondsen (de uitgeverijen Maelström en L’arbre à paroles). Deze laatste uitgeverij is trouwens ook de initiatiefnemer voor deze bloemlezing.
Een representatief eigentijds overzicht hoeft de lezer hier niet meteen te verwachten, en al evenmin gaat het om een soort van betrouwbare poëziegeschiedenis. Het belangrijkst zijn de literaire teksten zelf, die telkens in twee landstalen worden opgenomen. Opmerkelijk is wel hoe op de linker bladzijde telkens het origineel staat afgedrukt en op de rechter bladzijde de vertaling, waardoor de lezer spontaan beurtelings op het Frans en het Nederlands moet overschakelen. Daardoor wordt de meertaligheid waar het hier om gaat als het ware tastbaar tijdens het lezen. De enige die, niet verwonderlijk, aan dat systeem ontsnapt, is de visuele dichter Renaat Ramon van wie de tekstbeelden per definitie taalgrenzen overschrijden.
Hoe dan ook biedt deze bloemlezing allicht een aantal verrassingen, net door die minder conventionele aanpak van de samenstellers. De dertig dichters opsommen is onmogelijk, en daarop stip ik kort enkele opmerkelijke tendenzen aan. Zo is er de aanwezigheid van Christophe Vekeman met enkele retorische gedichten die de Franse vertaler behoorlijk wat kopbrekens hebben bezorgd: het gedicht ‘We waren’ is bijvoorbeeld gebaseerd op allerlei klankherhalingen die nauwelijks vertaalbaar zijn maar waarvoor in het Frans vaak creatieve equivalenten werden gezocht. Dezelfde retorische principes vinden wij ook terug bij andere dichters die vaker op het podium staan: Laurence Veille (de volgende Dichter des Vaderlands) en Julie Remacle, Milady Renoir, Antoine Boute en Alexis Barbosa passen perfect in dezelfde, op voordracht gerichte literatuurpraktijk. Haast diametraal daartegenover is er eveneens een tendens merkbaar bij heel wat dichters om te experimenteren met de grens tussen poëzie en proza: Antoine Wauters vormt daarvan aan Franstalige zijde een intrigerend voorbeeld, maar het meest experimenteel is ongetwijfeld Jan H. Mysjkin, die haast een stamelende incarnatie van Ivo Michiels lijkt. Iets soortgelijks kan ook gezegd worden van Dominique Massaut, die experimenteert met klanken en nieuwvormingen. Daarnaast biedt dit boek ook een mooie oogst aan meer klassieke vormen van poëzie, zowel van Vlaamse auteurs (Delphine Lecompte of Roger de Neef, om maar die twee tegenhangers te vermelden) als van Franstalige zijde. De publicatie van dit boek zal overigens ook gepaard gaan met een heuse Tour, een toernee langs diverse Belgische steden.
Uiteraard is deze bloemlezing erg heterogeen en ook kwalitatief erg verscheiden, maar er vallen alleszins tal van nieuwe ontdekkingen te doen. In die zin vormt dit boek een waardevolle aanvulling bij de collectie.
 
Gent / Amay 2015, PoëzieCentrum / Maison de la Poésie. 45 p. : ill. Tweetalig. ISBN 
9789056551568 (Poeziecentrum ) / 9782874065972 (l'Arbre à paroles)
 
 


© 2024 | MappaLibri