5+ - "Midden in de nacht zag Stach ze voor het eerst: de
vlinders. Ze vlogen rond zijn kop en het waren er één miljoen." Vreemd dat
zijn ouders daar niets van gemerkt hebben, maar ze schijnen wel te weten wat
het betekent: het is tijd voor Stach om te gaan. "We wensen je het
allermooiste!"
Stach laat zich leiden door de vlinders, deelt
zijn ervaring met achtereenvolgens een bende katten, Oude Eland, de herten, de
leeuweriken, het echtpaar Zwijn... Wanneer hij ze ontmoet, verdwijnen de
vlinders, maar iedereen weet er blijkbaar wel van en ze sturen hem door. Tot
hij een meisje ontmoet op een bruggetje, om wie één miljoen vlinders heen
fladderen: de prinsessenvlinders, aai- en kietelvlinders, zingende vlinders en
de Kleine Zoete uit Moesmenistan kunnen zich bij Stachs waaiervlinders,
knalmotten en vlaggenvlinders voegen, want die zijn er ook nog steeds. Hij is
aangekomen! "En alles was precies zoals het hoorde te zijn."
De
eerste verliefdheid brengt vlinders mee, Edward van de Vendel en Carll Cneut
hebben het huizenhoge cliché hernomen en van de metafoor een avontuur gemaakt.
De lectuur drijft soepel op Van de Vendels woorden- en beeldenvloed. Lichtheid
en verwondering bepalen de toon, en zijn inventiviteit met taal etaleert hij al
meteen bij het begin, in de sonore opsomming van vlindersoorten. De tekst wordt
gedragen door klanken en allitererende woorden, door klinkende en botsende
betekenissen, die voor een bont allerlei van indrukken zorgen. Het is een
uitstekende verteltekst met een sterk en gevarieerd ritme, die zich erg
natuurlijk laat lezen. Van de Vendel heeft in zijn tekst elk personage
gekarakteriseerd in de gestalte van een dier, maar de verliefden heeft hij in
handen van de tekenaar gelaten. Stach het olifantje is de keuze van Carll
Cneut. En in de ontluikende liefde toont de gigant onder dieren zich, zijn
omvang ten spijt, als een klein, wat verfrommeld, onbeholpen
kereltje.
Het is de fort van Cneut om in de beweging op de bladzijde,
in de verhoudingen en de lichaamstaal het verhaal van de emoties en de
drijfveren te doen. Wanneer
Stach Oude Eland ontmoet, positioneert
Cneut hen zodanig dat Eland, hoewel oud, kleiner van gestalte en ook een beetje
wuft, het dominante personage is. Zijn imposante gewei zit daar voor veel
tussen natuurlijk, maar Stach van zijn kant staat bedremmeld naar Oude Eland te
kijken, als een kleuter die de les gelezen krijgt. Maar Cneut legt ook in de
ondoorgrondelijke olifantenkop met subtiele accenten bijzonder veel emotie: de
diepliggende kraaloogjes en de oren doen een heel verhaal. Een van de mooiste
prenten vind ik die waarop Stach, het veldtasje om de schouder, het huis
uitgaat, de vlinders achterna (zie hieronder). De blik ernstig voorwaarts, stevig
doorstappend met de handen op de rug, de grote oren alert in de hoogte. Dapper
en kwetsbaar, bereid maar vol van twijfel en onrust.
Stach kan echter
niet ontkomen aan zijn gevoel; in de daaropvolgende prent (zie boven) wordt hij
onverbiddelijk meegenomen door de vlinders, opgenomen als het ware in het
gefladder dat opmerkelijk doelgericht is. Hij is bedrukt door de onzekerheid
van zijn weg, maar heeft ook een zekere lichtheid doordat hij zich zo
harmonieus in die kleurrijke vlucht inpast. Elke bladzijde heeft een uiterst
sterke compositie, met veel aandacht voor vlakverdeling en witruimte.
Verwondering en verwarring, onontkoombaarheid, lichtheid, onvatbaarheid: Cneut
geeft de gevoelens die met verliefdheid gepaard gaan, concreet vorm in prenten
die opvallen door een grote eenheid en densiteit. Bovenstaande prent is er zo
een, en ook die van de eensgezind samentroepende massa van lui die het allemaal
al hebben meegemaakt. Ook de opeenvolgende prenten van de vlinders die de twee
samenbrengen, hen telkens een beetje dichter bij elkaar brengen en laten opgaan
in een groeiende wemeling van warme, intense kleuren. Tot en met de onhandige
omhelzing op het einde, die precies is "zoals het hoorde te zijn". Er
is één grappige uitzondering daarop, en ze is natuurlijk niet zonder betekenis:
nl. de scène van Stachs eerste ontmoeting, met een bende hitsige,
hyperkinetische katten, die met niets anders dan zichzelf en hun dwaze
pleziertjes bezig zijn. Het is het enige diffuse beeld in het boek. Verder is
het ook interessant om de gangen van het muisje te volgen dat Stach vergezelt
op zijn reis. Een zeer knap prentenboek, ook uitgesproken esthetisch
vormgegeven.
Wielsbeke: De Eenhoorn, 2007, 32 p., ill.
ISBN 9789058384539
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2007
© 2024 | MappaLibri