Conform de wens van de auteur bestaan er twee versies
van Ali Smiths Het een als het ander. De ene begint met het verhaal
van het hedendaagse Britse meisje George/Georgia, die greep probeert te krijgen
op haar leven na het overlijden van haar moeder, om halverwege over te
schakelen op de verhaallijn over het leven en de muurschilderingen van de
vijftiende-eeuwse Italiaanse schilder/schilderes Francesco del Cossa. De andere
versie draait de volgorde om.
Op zich niets spectaculairs, maar het veranderen
van de volgorde plaatst de lectuur in een ander perspectief, wat in belangrijke
mate de interpretatie van een kunstwerk kan beïnvloeden. Doorgaans zien we
daarbij vooral de dingen aan de oppervlakte, maar met de metafoor van de
muurschilderingen, doorbreekt Ali die zienswijze. Ze zijn vaak verborgen,
worden herontdekt achter witgekalkte muren en zijn het resultaat van een proces
waarbij de oorspronkelijke tekening verborgen zit achter het uiteindelijke
resultaat. Wat zie je, en wat is het mysterie dat erachter schuil gaat?
Naast
die (letterlijk verborgen) lagen, zijn er ook de figuurlijke interpretatielagen
van de muurschildering zelf: ‘Op de voorgrond […] gebeuren er dingen en
tegelijkertijd blijven ze ook op de achtergrond maar gebeuren, zowel
afzonderlijk als in onderlinge samenhang, en daarachter, en daar weer achter,
alsof je alles kilometers ver in perspectief kunt zien. […] Het schilderij laat
je naar beide kijken – naar de gebeurtenissen die op de voorgrond plaatsvinden
en naar het groter geheel.’
Dat grotere geheel moet uiteindelijk
de lezer zelf vorm geven in Het een als het ander, net zoals de
personages hun beelden (re)construeren uit de herinneringen van het verleden.
Het associatieve verband tussen de twee delen ligt in het gegeven dat kort voor
het overlijden George met haar kunstlievende moeder naar Italië afreisde om de
herontdekte muurschilderingen in het echt te zien. Zo wordt George’s werkstuk
over de Italiaanse schilder De Cossa, waarin zij de (historisch mannelijke)
schilder als een vrouw in mannenkleren verbeeldt om als schilder beter aan de
bak te komen, een onderdeel van het verwerkingsproces.
De geest van de
middeleeuwse Francesco de Cossa huist in de Londense National Gallery, waar
George (die door Francesco als een jongen aanzien wordt) zijn/haar werk komt
bekijken. In het sterk poëtische middeleeuwse levensbetoog wordt Francesco na
de dood van haar moeder als jongen vermomd om het als kunstenaar te kunnen
maken. Centraal staat de conceptie van haar meesterwerk, de muurschilderingen
in de Palazzo Schifanoia (Ferrara). Later witgekalkt werden ze bij toeval
opnieuw ontdekt dankzij een brief van de kunstenaar waarin hij/zij meer geld
vroeg omdat de kwaliteit van haar kunst die van de andere ambachtslieden ver
overtrof.
Zoals in vroeger werk beoefent Ali Smith hier een vorm van
arabeske: ‘een grillig geconcipieerde, speels-fantastische compositie’. Het opvoeren
van androgyne personages kadert in een speelse benadering van het ongrijpbare
van personages, beweegredenen en waarheid. De allegorische kern van de
muurschilderingen voegt een bijzondere laag toe aan een werk dat sterk aansluit
bij Al Smiths essaybundel Artful, waarin feiten en fictie rond
kunst, literatuur en cultuur vermengd worden.
Het een als het ander werd voor de Booker prize genomineerd, met de Goldsmiths Prize en de Costa Book Award bekroond (beste roman). Het is een boek in beweging, dat
aan elke vorm van aflijning ontsnapt en de lezer voortdurend op de proef stelt.
Het heeft in Nederlandse vertaling weinig persaandacht gekregen.
Amsterdam
: Atlas Contact, 2015, 302 p. Oorspr. titel: How to be both. ISBN
9789025444853
© 2024 | MappaLibri