Soms lijkt het alsof Valeria Luiselli (Mexico-Stad, 1983) een
eeuw te laat geboren werd. Haar debuut Valse
papieren (2010, Nederlandse
vertaling 2012) ademde al een sfeer van decadentisme. In die inventieve
essaybundel flaneert Luiselli met veel spleen langs ruïnes en kerkhoven, op
zoek naar sporen van verloren tijden en geesten van vergeten schrijvers.
Hetzelfde bewustzijn van de literaire traditie en dezelfde neiging naar de l’art pour l’art- komen tot uiting in haar debuutroman De gewichtlozen.
De gewichtlozen is opgebouwd uit korte fragmenten, waarin een schrijfster laveert tussen
de herinneringen aan haar jonge jaren als bohémienne in New York en haar
huidige leven als echtgenote en moeder van twee kleine kinderen. In haar eerste leven verwondert ze zich als een soort
intellectuele Amélie Poulain over allerhande grootstedelijke toevalligheden en
teleurstellingen. Ze werkt als redactrice voor een uitgeverij en haar baas is
erop gebrand om de nieuwe Roberto Bolaño te ontdekken. Zelf raakt ze in de ban
van ene Gilberto Owen, een Mexicaanse poète
maudit die aan het eind van
de jaren twintig ronddoolde in the Big Apple. Krijgt ze haar baas zover om het
werk van Owen te publiceren? Het nieuwe leven blijkt daarentegen een stuk
prozaïscher. Gehinderd door een achterdochtige echtgenoot en twee kinderen die
nu eens jengelen of ziek zijn en dan weer nieuwsgierig en schattig uit de hoek
komen, werkt de vertelster aan een roman die alsmaar meer begint te lijken op
de roman die we aan het lezen zijn.
Als er een schrijver is waaraan de thematiek van De gewichtlozen doet denken, dan is het natuurlijk
Bolaño zelf: de ontluiking van een artistiek bewustzijn in de wereldstad, de
zoektocht naar een geheimzinnige miskende schrijver. Zoals wel meer hedendaagse
Spaans-Amerikaanse debuutromans, is ook De
gewichtlozen enigszins
schatplichtig aan Bolaño’s gefragmenteerde en onovertroffen künstlerroman. Dreigt Bolaño’s invloed de
verbeelding van vele jonge collega’s te steriliseren, dan lijkt die Luiselli
vooral te stimuleren om een eigen stem en stijl te ontwikkelen. In De gewichtlozen vinden we maar weinig sporen van
de tomeloze expansie en bijbehorende imperfectie die een boek alsDe wilde
detectives zo onweerstaanbaar
maken. Voor Luiselli lijkt schrijven vooralsnog eerder een zaak van denken en
polijsten.
Wie van meeslepende verhalen houdt, is bij
Luiselli aan het verkeerde adres. Tot nog toe is ze een writer’s writer die je vooral verleidt door de inspirerende
gedachten en beeldende taal waarop je om de paar fragmenten botst. Neem nu, bij
wijze van voorbeeld en slot, deze beschrijving van een van Owens vrienden:
‘Homer, de blinde, had een oog dat groter was dan het andere. Een van de twee,
het kleine, hield zich voortdurend onbeweeglijk op in de buurt van zijn
traanbuisje. Het grootste draaide in zijn violette holte rond als een
gedesoriënteerde witte vogel – hij leek op een duif die opgesloten zat in een
kerk of in een treinstation, en die met zijn vleugels tegen het raam sloeg’.
Hierom lees je Luiselli.
Amsterdam : Karaat, 2014, 189 p. Vertaling van Los ingrávidos door Merijn Verhulst. ISBN
9789079770083
© 2024 | MappaLibri