De bril van Wolf

5+ - Zeggen dat de reeks over Vos en Haas een monument betekent in de literatuur voor eerste lezers, is haast een understatement geworden. De bejubelde en zeer expressief geïllustreerde boeken over het dierenduo lokken al jaren jonge lezers binnen in de wereld van het zelfstandige lezen. Het succes van de samenwerking tussen Sylvia Vanden Heede en Thé Tjong-Khing viel ook af te lezen aan het later verschijnen van een Vos en Haas-kookboek, een woordenboek en reeks kartonboeken.
 
In 2009 riep Vanden Heede een nieuw duo in het leven, de neven Wolf en Hond, die door Marije Tolman prettig werden vormgegeven. Op de drie boeken voor eerste lezers volgden twee titels die de uitgeverij Lannoo specifieker naar jongens richtte: Hond weet alles en Wolf weet niets en Wolf en Hond op de maan, twee uitgaven doorspekt met weetjes over mummies, draken, ridders, raketten en het heelal. Over dezelfde personages ligt in september 2015 nu ook een prentenboek in de boekhandel, De bril van Wolf.
 
Het verhaal introduceert iets jongere lezers opnieuw de figuren van Wolf en Hond. De twee zijn neven, maar
 
‘Dat is raar, want:
Hond weet veel. Heel veel.
Wolf niet.
Is Wolf dom?
Dat valt wel mee.
Maar Wolf leest nooit. Daar komt het door.
Hond leest wel. Wie leest, leert.‘
 
Wolf wil worden voorgelezen, maar Hond heeft daar geen zin in en vindt dat Wolf maar eens zelf moet lezen.

‘Wolf bloost.
‘Ik wil heus wel’, zegt hij.
‘Maar ik kan niet.
Want ik heb mijn bril niet bij me’.
 
De lezer weet dat Wolf maar een uitvlucht zoekt, wat vervolgens bijna het hele verhaalverloop in beslag zal nemen. Wolf probeert onder andere een zonnebril uit, een duikbril, neemt Hond bij de neus met een fopbril, tot Hond het zat is en Wolf een koekje van eigen deeg geeft. Daarop begint Wolf te jammeren: ‘Leer mij het aa, bee, see.’ Maar de les gaat niet zoals gewild, en uiteindelijk sluiten Wolf en Hond een deal: als Wolf hout hakt voor de haard (iets waar hij overigens geen zin in heeft), zal Hond hem later voorlezen.
 
De bril van Wolf doet een gooi naar ‘kinderen die letters en woorden’ ontdekken, aldus de flaptekst. Maar geslaagd kun je die poging niet noemen. De boodschap is onduidelijk: gaat het erom dat niet iedereen een leesbeest moet worden? Dat Wolf vol speelse verbeelding zit en nog niet rijp is voor het lezen? Maar waarom wordt dat dan zo negatief voorgesteld (‘Hond geeft het op. / Wolf leert het toch nooit! / Bril of geen bril. / Hij heeft er het hoofd niet voor!’)? Of wil het boek zeggen dat wie niet zelf kan lezen, zeker wel kan genieten van verhalen? Het verhaal mist doel en een pointe.
 
De mooie illustraties kunnen de gebreken in het verhaal en de tekst (hier ook geen woordgrapjes of spitsvondig rijm, hoewel we dat anders zo gewoon zijn van Vanden Heede) niet opvangen. Tolman maakt sfeervolle, suggestieve prenten, maar die slagen er niet in het verhaal voldoende richting te geven. Haar beelden appelleren letterlijk en figuurlijk sterk aan de verbeelding. Zo zien we boomtakken kronkelen tot letters, laat ze gaandeweg een dino die niet meer is dan een hoop botten eerst een skelet en dan vlees worden, refereert ze aan kunst… Hoewel het een plezier is allerhande grapjes te ontdekken (zo rijdt Hond met de grasmaaier zijn naam in het gazon en vormen rollen toiletpapier de letters WC) en je te verwonderen over visuele details (hoe zit dat bijvoorbeeld met die rollen prikkeldraad en overal rondslingerende spijkers?), kan ik me niet van de indruk ontdoen dat dit boek een gedegen uitwerking mist en in de eerste plaats een commerciële opstap is naar de verhalen voor eerste lezers.
 
Tielt : Lannoo, 2015, [28] p. : ill. ISBN 9789401429504

© 2024 | MappaLibri