Achternamiddagen

Wie De Groene Amsterdammer leest, weet al langer dat Christiaan Weijts naast een begaafd romanauteur ook een begenadigd columnist is. Een aantal van zijn stukjes, die over het schrijverschap, heeft hij, aangevuld met thematisch verwante artikelen en essays, samengebracht in Achternamiddagen. Rondleiding door het atelier van de schrijver. Het is een boek dat helaas zeldzaam in zijn soort geworden is: een essaybundel over literatuur. Tegelijk is het een poëtica, want Weijts geeft hier veel prijs over de wordingsgeschiedenis van zijn schrijverschap, zijn voorbeelden en zijn werkwijze. Dat alles doet hij in zijn bekende zwierige stijl: vlot leesbaar en af en toe licht ironisch.
Het boek is slim in elkaar gezet: na een hoofdstuk over ‘schrijven’ volgt er een over ‘lezen’ en een over ‘gelezen worden’. Die grote onderdelen worden afgewisseld met een abecedarium waarin belangrijke termen uit het schrijversbestaan van de auteur worden becommentarieerd. Tot slot bevat het boek drie in memoriams: eentje bij de dood van Harry Mulisch, een na het overlijden van Weijts’ goede vriend Thomas Blondeau en ten slotte een mooie herinnering aan Gerrit Komrij. Uiteraard zijn niet alle essays of stukjes even sterk. Zo is er de column ‘Hoe maakt u het’, die ingaat op de slogan van een bekende doe-het-zelf-zaak, waarin Weijts de plank helemaal misslaat. Hij meent dat die luidt: ‘Hoe maakt u het? Gamma’ en hangt daar een hele theorie aan op over het verschil tussen Nederlands en Vlaams, maar hij mist natuurlijk het grapje dat inspeelt op de dubbele betekenis van ‘Hoe maakt u het?’ (‘hoe gaat het met u?’ en ‘hoe herstelt u dingen?’). Of er is de tegenspraak tussen wat Weijts zichzelf als regel stelt onder de ‘y’ van zijn ‘Zelfportret in alfabet’: ‘Beter niet geschreven dan slecht geschreven’, en wat hij beweert in het stuk over Mulisch dat daar meteen op volgt: ‘Beter een dag slecht schrijven dan een dag niet schrijven’. Dat laatste zorgt ervoor dat het hele poëticale aspect van deze bundel meteen ter discussie wordt gesteld: hier is een schrijver aan het woord die het graag laat voorkomen dat hij eerlijk over zijn schrijverschap spreekt, maar dat blijkt allemaal pose, strategische zelfpositionering. Dat neemt niet weg dat de bundel tal van knappe stukken bevat, zoals het essay over Vladimir Nabokov, of het pleidooi voor het literaire tijdschrift in ‘Het atelier waar de inkt nog nat is’. Daarin vertelt hij een prachtige autobiografische anekdote die gevolgd wordt door het verhaal ‘De taakgestrafte’, een epiloog bij zijn debuutroman Art. 285 b.
Achternamiddagen geeft inderdaad een inkijkje in de werkkamer van Weijts, al is het dus niet helemaal duidelijk of dat geen illusiekamer is. De waarheid heeft immers recht op haar verdichting.

Christiaan Weijts, Achternamiddagen, De Arbeiderspers Amsterdam, 2014, 205 p., € 19,95. ISBN 9789029589000. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

© 2024 | MappaLibri