In stille nachten

Till Lindemann, de frontman van de hardrockband Rammstein, is niet alleen tekstschrijver en leadzanger van de groep, in Duitsland is hij ook een gerespecteerd dichter. Natuurlijk, wie de onsterfelijke regels ‘Du, du hast / Du hast mich / […] // Du hast mich gefragt’ neerpent (waarbij het homoniem ‘has(s)t’ zowel ‘hebt’ als ‘haat’ kan betekenen, een ambiguïteit die gecreëerd wordt door het enjambement), weet hoe je slimme lyrics maakt. Of zo iemand ook lyriek en dus echte poëzie kan schrijven, is nog maar de vraag: een songtekst is heus wat anders dan een gedicht. Voor wie de proef op de som wil nemen, is er In stille nachten, de vertaling van Lindemanns tweede dichtbundel door Ilja Leonard Pfeijffer.
De kaft van het boek is volledig zwart met daarop twee wezens, half mens, half dier: een vis-vrouw en een stier-man die elkaar lijken aan te vallen. Het is de perfecte samenvatting van wat je in de bundel vindt: een inktzwart universum waarin de relatie tussen mensen, en vooral die tussen de seksen, getekend wordt als een voortdurende botsing met elkaar. Dat levert knalharde verzen op waarin geen blad voor de mond genomen wordt en die, gecombineerd met de behoorlijk expliciete tekeningen van Matthias Matthies, een sfeer van verderf en verval oproepen. Een gedicht als ‘Belangrijk’, bijvoorbeeld, verbloemt niets: ‘Dus driemaal daags dient men te eten / de post en pissen niet vergeten / met kerst cadeaus bij griep een pil / en eenmaal in de week van bil’. Maar het kan nog rauwer, zoals in ‘Vlees’, waarin de geliefde gereduceerd wordt tot een homp vlees, of in ‘Droom’, over de ontmaagding van een knaapje door een oudere vrouw.
Nee, dit zijn geen mooie verzen. Precies die verwachting van poëzie wordt hier doorbroken. Alle conventies van het genre in acht nemend, schrijft Lindemann bewust lelijke poëzie die gebruikmaakt van onpoëtische, platvloerse taal of zelfs regelrechte vuilbekkerij. Met die grofgebekte gedichten wil de dichter choqueren. Dat lukt soms, en een enkele keer is zo’n gedicht een slag in je gezicht, maar vaker hebben de gedichten vooral iets puberaals. Veelal overstijgen ze niet het niveau van het poëtisch gefröbel van de doorsnee zestienjarige die boos is op de wereld. Hoe flauw en clichématig is bijvoorbeeld deze strofe uit ‘Wij tweeën’, een liefdesgedicht natuurlijk: ‘maar ze zullen ons niet vinden / we zullen vleugels aan de schouders binden / we zullen naar de hemel gaan / en op een schapenwolkje staan’. Of dit vers: ‘Ze draagt het hart op de tong / ze heeft erop gebeten / en haar hart gebroken’ (‘Jammer’). Op zijn beste momenten is In stille nachten echter een cynische, ja zelfs ronduit van misantropie getuigende bundel.

Till Lindemann, Alexander Gorkow (sam.), In stille nachten, Lebowski Amsterdam, 2014, 150 p., ill. € 17,5. ISBN 9789048820856. Vert. van: In Stillen Nächten door Ilja Leonard Pfeijffer. Distributie: Agora Uitgeverscentrum

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

© 2024 | MappaLibri