Som van tijd

Roger de Neef is duidelijk een dichter met ambitie. Hij stelt zich niet tevreden met een soort van realistisch portret en al evenmin met intimistische gedachten. De Neef wil de wereld doorgronden en schuwt daarbij geen filosofische invloeden. Dat hij daarbij in zijn eerste bundels ook gebruik maakte van aloude symbolen, gecombineerd met een soms verbrokkelde zinsbouw, bracht hem in het vaarwater van Hugues C. Pernath. Toen De Neef bekroond werd met de Staatsprijs, zorgde dat zelfs even voor een fikse rel.
Ondertussen is van dat alles nauwelijks nog iets te merken. De literaire situatie is vandaag veel toleranter, maar tegelijk ook veel onverschilliger voor wat dichters doen. De Neef zelf is geduldig blijven werken aan zijn eigen oeuvre, met behoud van de centrale contouren daarvan. Tegelijk heeft zijn poëzie echter in de loop der jaren aan toegankelijkheid gewonnen. De dichter drukt zich rechtstreekser uit en spreekt wat minder sacraal.
Thematisch zijn de assen van De Neefs dichterschap ook nu weer merkbaar. In Som van tijd maakt hij een soort van balans op. De bundel is daartoe verdeeld in drie reeksen, een trilogie-achtige opbouw die het mogelijk maakt om bepaalde contrasten en verschillen in te bouwen maar tegelijk ook echo’s te laten weerklinken; het lijkt wat op de triptiek in de schilderkunst. De slotreeks, ‘De schreeuw van een eeuw’, is het sterkst geëngageerd. Hier trekt het dichterlijke ik alle registers open tegen het geweld dat hij ook vandaag nog ervaart. De gedichten over de Eerste Wereldoorlog zijn ronduit schamper, de verzen over de tragedie van de Holocaust daarentegen verstild en sterk geritualiseerd. De verontwaardiging van de dichter strekt zich overigens uit tot vandaag, en vooral de moord op onschuldige kinderen moet het daarbij ontgelden. Het is geen toeval dat plastische kunstwerken (Picasso, maar ook Brueghel) in deze gedichten vaak opduiken; ze hebben immers dat zinloze geweld op een haast iconische manier vereeuwigd.
Dat breed opgezette sluitstuk wordt voorafgegaan door twee reeksen waar een meer persoonlijke balans wordt opgemaakt, een ‘som’ in het licht van de voortschrijdende ‘tijd’. De openingsreeks, ‘Seizoenarbeid’, toont de typische motieven van De Neef. De liefde voor de vrouw en voor het leven wordt gecombineerd met een grote openheid voor de natuur. Die verregaande harmonische verbondenheid leidt ertoe dat de natuur voortdurend wordt gesymboliseerd: vogels en bomen behoeven geen nadere specificatie of geen adjectieven, ze zijn wat ze zijn. Toch zijn hier en daar ook tekenen merkbaar van slijtage en vervreemding. De tweede reeks, tevens de titelreeks van de bundel, brengt dat alles op een meer persoonlijk vlak. Hier is veel meer ruimte voor herinneringen aan overledenen, voor het verleden als een bron van spirituele inspiratie. Ook het eigen ik wordt op een vergelijkbare manier bekeken: vaak als een buitenstaander. Daardoor ontstaat een kritischer maar ook brozer beeld. De dissonanten openen als het ware de weg voor een diepgaande zelfanalyse.
Roger de Neef heeft met zijn jongste bundel een mooie staalkaart gepresenteerd van zijn eigen dichterschap. Vooral de interesse voor de buitenwereld is daarbij een facet dat vaak in de kritiek werd veronachtzaamd. Som van tijd is alleszins een boeiend en indringend synthetisch geheel.

Roger M.J. De Neef, Jan Vanriet (ill.), Som van tijd, Poëziecentrum Gent, 2014, 96 p., € 19,95. ISBN 9789056550752. Distributie: Poëziecentrum

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

© 2024 | MappaLibri