Cadeautjes in de lucht

4+ - Wolken die beelden oproepen en verhalen toveren, het is een bekend motief in de kinderpoëzie. Je zou die wolken zelfs kunnen zien als een symbool voor de kinderlijke fantasie die centraal staat in deze bundel.
Het openingsvers gaat al meteen over die verbeelding en maakt gebruik van beeldspraak, wat nog steeds weinig gebruikelijk is in poëzie voor jonge kinderen: ‘Blaadjes vliegen door de lucht / worden bootjes in een plas / wangen kleuren donkerrood / als een zeiltje bolt mijn jas’. Het tweede gedicht is meteen ook het titelvers. Als een ‘film zonder end’ veranderen de wolken en toveren ze verhalen in de lucht over een eiland vol piraten of reuzen die acrobaten worden. De wisselwerking met de illustratie maakt dit gedicht extra aantrekkelijk. Je kunt de figuren uit het gedicht in de wolken zoeken. Bovendien verwijzen ook voorwerpen die de kinderen bij zich hebben naar wat ze in de wolken zien.
Ook de meeste andere gedichten hebben met verbeelding te maken: een verkleedfeest, een mooie droom over een theevisite bij de koning, een droom van een slaapfeest en een bijzondere verjaardagswens. Soms zet ook de spanning tussen gedicht en illustratie de verbeelding aan het werk, zoals in ‘Kerstmis’, waarin de prent je helpt het verband te leggen tussen de bellen die het kind blaast en kerstballen.
In de meeste versjes zitten toon en vorm goed, maar soms loopt het fout. In ‘Achterop’ past het ritme niet bij het onderwerp. Het eindrijm van ‘Pannenkoekenfeest’ valt als een pannenkoek op de grond. En ‘Schommel’ komt te moeizaam van de grond, al maakt de tweede strofe veel goed — daar klinken de neologismen precies zoals het schommelen voelt: ‘hoepla hopla, duwen maar / van vliegen krijg je fladderhaar / wapperbroek en klapperjas / … ik wou dat ik een vogel was’.


Mieke Van Hooft, Cadeautjes in de lucht, Clavis Hasselt, 2014, 28 p., ill. € 14,95. ISBN 9789044822403

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2014

© 2024 | MappaLibri