Album van de Indische poëzie

Na het standaardwerk over Indische letteren dat Rob Nieuwenhuys samenstelde (Oost-Indische Spiegel, 1978), is er nu het Album van de Indische Poëzie (samenstelling Bert Paasman en Peter van Zonneveld) – een werk van gelijke importantie als de Spiegel, maar dan louter gericht op gedichten. Aan het prachtig vormgegeven boek is een cd toegevoegd waarop zanger en acteur Willem Nijholt een selectie van ruim veertig teksten voordraagt. Hij werd geboren in Indië en groeide er aanvankelijk op. Die achtergrond laat zich horen in zijn dictie en inlevingsvermogen.
In Album van de Indische poëzie wordt de lezer in zeven hoofdstukken mee op reis genomen naar het Insulinde. Na een gedegen inleiding over wat ‘Indië’ voor Nederland betekende doorheen de geschiedenis, en een verantwoording voor de keuze en de opbouw van het boek, volgen zeven hoofdstukken met titels als ‘Vertrek, reis en aankomst’, ‘Natuur en landschap, stad en dessa’ en ‘Historische personen en gebeurtenissen’. Die hoofdingen geven al aan dat niet zozeer gekozen is voor een chronologische, als wel voor een thematische aanpak.
In 1902 gaf hun voorganger Sam Kalff bij het samenstellen van Oost-Indisch Landjuweel aan weinig esthetiek onder de Indië-poezie aan te treffen, en dat vond ook E. du Perron, die een nieuwe poging deed vanaf 1939 tot aan zijn dood (in 1940) om een beeld te geven van wat de ‘rijmelaars en remplaçant-fraaie-geesten’ ervan bakten. Hij had er duidelijk geen hoge pet van op, de waarde van de verzen was voor Du Perron dan ook vooral historisch, eerder dan esthetisch. Wat een verschil met de gedichten die Paasman en Van Zonneveld selecteerden! Esthetiek zowel als engagement, nostalgie en hedendaagse actualiteit komen aan bod, anonieme dichters uit de tijd van de VOC en moderne schrijvers als Adriaan van Dis en Ernst Jansz kregen een plaats.
Verrassend is dat ook Drs. P zich meermaals liet inspireren door de band van Nederland met de gordel van smaragd. Neem nu ‘Op naar Oost-Indië! Allerlei meemaken! / En dan die scheepsgeuren: / Hout! Touwwerk! Teer! // Ach, het rondborstige / Reisavontuurlijke / Kranige zeemansbestaan / Van weleer… // De scheepjongens van Bontekoe / Johan Fabricius’. Je kan toch alleen maar vrolijk worden van de beelden die Heinz Polzer oproept. Zijn tekst, geplaatst naast het zwaarmoedigere ‘Priok’, de klassieker van J. Slauerhoff met hetzelfde thema, illustreert de schoolplaat van Menno van Meeteren Brouwer, wiens afbeeldingen van het Indische leven gerenommeerd waren. ‘Aan de kade te Tandjong Priok’ toont ons hoe een enorm schip in de haven wordt gelost door koelies. Eenzelfde aandachtige nauwkeurigheid kenmerkt het hele boek. Het thema ‘Terugkeer, thuiskomst’ , met onder meer een minder bekend gedicht van romanschrijfster Maria Dermoût, wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door afbeeldingen van prachtige affiches van de ‘Stoomvaart Mij. "Nederland" Holland-Java’. Verrassend is ook ‘Toetie in de sneeuw’ van Jan Boerstoel, over de verwarring die een Indisch meisje overvalt wanneer ze in Nederland terecht komt. Naast die onbekende pareltjes zijn natuurlijk ook klassiekers opgenomen als ‘Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia’ van Lucebert, ‘De oude school’ van Willem Wilmink en ‘Een baboe die je nooit vergeet’ van Koos Speenhoff. Het Album van de Indische poëzie is zo rijk aan kwalitatieve teksten, zo afwisselend aan auteurs (inclusief Molukse en Javaanse dichters als Noto Soeroto) en zo mooi verzorgd, dat het een plaats verdient op ieder boekenrek. Bovendien zijn voor degenen niet zo vertrouwd zijn met Indische termen bescheiden voetnoten voorzien op de pagina zelf. De bijgevoegde cd is de kers op de taart.


Bert Paasman (sam.), Peter Van Zonneveld (sam.), Ingeborg Huizinga (med.), Willem Nijholt (vrt.), Album van de Indische poëzie, Rubinstein Amsterdam, 2014, 230 p., ill. € 24,95. ISBN 9789047613817

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2014

© 2024 | MappaLibri