C

Terwijl pessimisten klagen over ontlezing en de nakende verdwijning van het boek, belichaamt Paul Claes onverstoorbaar het beeld van de geletterde mens. De dichter, vertaler, romanschrijver en literatuurwetenschapper staat voor een opvatting van literatuur als iets wat in een traditie gemaakt wordt, variërend op het werk van voorgangers. Niet toevallig is intertekstualiteit zijn stokpaard. Voor zijn honderdste boek heeft hij een selectie gemaakt uit een kwarteeuw leesnotities. ‘Gelukkig is niet alles ernstig bedoeld’, schrijft hij en inderdaad kan deze verzameling op een minder door literatuur gepassioneerd lezer bizar overkomen. Claes gaat heel ver in zijn speurtochten, pakt uit met zijn enorme eruditie, verkneukelt zich in literaire déjà vu’s, vermeit zich in getal-, letter- en woordmagie en ontraadselingen.
De stukjes zijn alfabetisch gerangschikt, van A (over boeken met een letter als titel) en ‘Aanslag’ (over de veelzinnigheid van Mulisch’ romantitel) tot Z. Je vindt hier korte proeven van toegepast intertekstueel onderzoek, die bijvoorbeeld het motief van de ‘liploze’ Achilles bij Faverey verhelderen of Claus’ versregel ‘Mijn vrouw, mijn heidens altaar’ in een traditie plaatsen. Schrijversportretten wisselen af met analyses van (een motief in) afzonderlijke werken of een door de eeuwen heen actieve literaire topos (de geboorte van de held die gepaard gaat met onheilstijdingen). Intrigerend, sommigen zullen het overdreven noemen, is de aandacht voor het opvallende terugkeren van de initialen van auteurs in hun teksten, het aantal letters in de naam van hun personages dat overeenkomt met de lengte van hun eigen naam. Onbeschaamd roddelachtig is het ‘Abc van de Nederlandse literatuur’, een beetje flauw ‘Nederlandse literatuur voor dummy’s’ of ‘Sprekende stijlfiguren’. Cryptischer dan het lijkt, zijn ‘Claes’ criteria’ om literatuur te beoordelen: ‘Zeg mij welk criterium u kiest en ik zal u zeggen wie u bent’; Claes laat zijn keuze(s) onvermeld. Heel verfrissend zijn de lijstjes van citaten omtrent een onderwerp als de dood van God, klankexpressie, schoonheid, vertalen. Hier gaat echt een wereld open. Een Clauswoordraadsel mocht niet ontbreken, evenmin een lijst van de honderd boeken waar de auteur trots op mag zijn en de vragenlijst voor een Proustlezer.
Vergeleken met het autobiografische boek Het hart van de schorpioen, waar de auteur een verrassend geschakeerd beeld van zichzelf gaf, is dit boek veel meer toegespitst op belezenheid. Dat is enerzijds indrukwekkend en inspirerend. Anderzijds heeft het ook iets benauwends en kun je slechts hopen dat lezen toch een ruimere ervaring is dan het (her)kennen van verhaalpatronen, citaten en weetjes. Heeft wie overal allerlei herkent, nog oog voor wat afwijkt en niet tot iets anders te reduceren is? En leest hij ook door een andere dan een literaire bril? In het stukje ‘Boek’ geeft Claes 26 omschrijvingen van wat een boek kan betekenen. De laatste is ‘woordengraf’. En in dat over ‘Dichtung und Wahrheit’ luidt de slotzin ‘Want realiteit is realiteit en fictie fictie, en nooit zullen die twee elkaar ontmoeten.’

Paul Claes, C, De Bezige Bij Amsterdam, 2011, 239 p., € 19,9. ISBN 9789023464990. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2011

© 2024 | MappaLibri