‘Een dichter op verkenning uit / wordt gaandeweg zichzelf.’:
zo luiden de slotverzen van het gedicht ‘Samenleving’. De verzen vatten perfect
samen wat Jan Veulemans (geb. 1928) voor ogen stond met zijn bundel Omzien. Geen door onrust en dadendrang
gedreven zoektocht naar een eigen plaats in onze vaak doldraaiende
maatschappij, maar een ‘omzien’ in sereniteit en vanuit het besef dat de
‘Eindscore’ (de titel van het slotgedicht) uiteindelijk bepaald wordt door de
dood. Ook op dit punt is geen sprake van opstandigheid:
‘Dood is begin
van wat ontgaat aan de
verbeelding
toegang tot bovenwerelds licht
ontraadseling
van het mysterie ,
dood is het laatste
maar het volmaakte
gedicht.’
Veulemans maakt binnen zijn
klassiek opgebouwde gedichten de balans op van wat hem in het leven heeft
gevormd en hem een attitude heeft aangereikt die zich het best laat omschrijven
als een aanvaarden-in-wijsheid. Voorafgaand aan de drie afdelingen waaruit de
bundel is opgebouwd, staat het programmatische titelgedicht ‘Omzien’. Opvallend
hoe hier het woord ‘spelenderwijs’ het hele gedicht cyclisch omarmt om uit te
monden in deze slotverzen:
‘wij ontdekten de schepping
ontdekten onszelf
liepen naar eeuwigheid
spelenderwijs.’
Welke thema’s verder ook
aan bod komen - van natuurgedichten tot verzen die gericht zijn op door
hem bewonderde kunstenaars - duidelijk is dat Veulemans blijvend een zoeker is
geweest: ‘Ik wandel op zoek naar een mens / op zoek naar een moederland.’ (uit:
‘Op zoek’) En ook: ‘Leven was zeilen naar de dood / broosheid verkennen /
lichtval nochtans van hoop / en dat je aan geluk moet wennen.’ (uit: ‘Gelukkig
geweest’).
Veulemans blijft, aansluitend
bij eerder verschenen werk, ‘een man op een helling van dromen’. Zijn gedichten
openen, zonder de werkelijkheid de rug toe te keren en de ogen te sluiten voor
wat fout loopt in onze samenleving, op een rustige en bedaarde wijze de blik op
een wereld-achter-de-dingen. Dat het lezen, en er direct aan gerelateerd: het
schrijven, de dichter en de lezer in een hecht verbond samenbrengt, is heel
betekenisvol:
‘Het leven laat zich deels
ontleden
in woorden uit de schrijverspen
en wat al
eeuwenlang gedijd
als zin
en als bestemming
komt mij als lezende terzijde.’
(uit:
‘Lezen’)
Dat
bij dat alles Gezelle mee figureert in de afdeling ‘Blijvenden’, mag dan
ook geen verwondering wekken. Veulemans wijdt een kort, maar in zijn
beknoptheid juist veelzeggend gedicht aan hem: ‘Om van de wereld te genezen /
omdat hij ziener is en stem / schepping en schepsels mij ontcijfert / herlees
ik hem.’
Antwerpen : De Vries-Brouwers
2015, 60 p., ISBN 9789059274464
© 2024 | MappaLibri