Wolfsroedel

Wolfsroedel  begint met een citaat dat de continuïteit in de geschiedenis benadrukt: ‘Hetgeen er geweest is, hetzelfde zal er zijn’. In dit boek worden twee periodes uit de geschiedenis van het Roemeense Wallachije met mekaar verbonden: de turbulente vijftiende eeuw, waarin Wallachije onder leiding van Vlad Tepes in voortdurende oorlog verkeerde met het Osmaanse rijk, en de negentiende eeuw, waarin een bende struikrovers haar intrek neemt in het klooster waar Vlad begraven ligt. Eén van de leden van deze wolfsroedel, zoals ze zichzelf noemen, is de verteller van dit verhaal, Ion Brebu. Tussen de twee periodes, die naast elkaar verteld worden, lopen vele parallelle thema's: rivaliteit tussen broers, machtsstrijd, oorlog,  moord en schuld. 
 
Wat voor Ion begint als een avontuur om aan het harde werk van zijn vaders boerderij te ontsnappen, eindigt in een nachtmerrie waarin hij de controle over zichzelf volledig verliest. Wanneer de wolfsroedel het graf van Vlad Tepes plundert, leggen ze een gevaarlijk verleden bloot. Jaloezie en machtswellust steken al snel de kop op, en het duurt niet lang voor er een dode valt. Twee mannen houden de jongens nauwlettend in de gaten: een oude schaapherder en een kluizenaar. Zij zijn de incarnaties van het goede en het kwade in de mens, en elk lid van de wolfsroedel moet voor zichzelf beslissen welke kant hij wil kiezen.

Wolfsroedel komt aanvankelijk vrij moeilijk op gang: het is alsof Ion zijn vertelstijl nog moet vinden, want vele zinnen klinken stroef. Bovendien komt het verhaal in de eerste hoofdstukken nog niet goed over: de vele waarschuwingen van de verteller dat er wel erg verschrikkelijke dingen zullen gebeuren klinken als kunstmatige formules. Ook moet Zwigtman ervoor oppassen om bepaalde bevolkingsgroepen niet eenzijdig negatief voor te stellen. Aan het begin van het verhaal krijg je de indruk dat alle zigeuners dieven zijn en alle moslims verwijfde nietsnutten. Later wordt dit beeld genuanceerd.

Zodra de personages hun intrek nemen in het klooster worden de onderlinge relaties complexer, en wordt het boek een stuk interessanter. De raadseltjes van de schaapherder, de ongeadresseerde brieven, de schattentochten, de complotten en psychologische spelletjes prikkelen al snel de nieuwsgierigheid van de lezer. Bovendien schrijft Zwigtman een gedurfd verhaal, dat breekt met vele taboes rond jongeren: verschillende jonge leden van de wolfsroedel genieten van moord en verkrachting, ze mishandelen vrouwen en martelen hun verraders op gruwelijke wijze. Ook in het verhaal over Vlad Tepes vloeit het bloed rijkelijk.

Ion als verteller is een bijzonder interessant personage, omdat hij in een voortdurende tweestrijd leeft. Enerzijds wordt hij opgewonden door het moorden en wil hij de wolf in zichzelf leren kennen, anderzijds wordt hij geplaagd door zijn geweten en is hij bang om zelf het volgende slachtoffer te worden van de wolfsroedel. Achter dit spannende verhaal speelt zich een hele filosofische discussie af, die expliciet gevoerd wordt tussen de schaapherder en de kluizenaar: is de mens van nature goed of slecht? Deze strijd wordt zowel op persoonlijk als op religieus vlak beslecht, en krijgt ten slotte een extra dimensie wanneer Ion op latere leeftijd kan kiezen tussen zijn sterfelijkheid als mens of het eeuwige leven. Wolfsroedel is een rijk boek, soms shockerend, soms subtiel.  
 
Wolfsroedel van Floortje Zwigtman verscheen oorspronkelijk in 2002, deze uitgave is de vijfde druk. In 2003 werd het boek bekroond met de Gouden Uil Jeugdliteratuur en de Zilveren Zoen.   
 
Amsterdam : Luitingh-Sijthoff 2015, 512 p. ISBN 9789024569441 

© 2024 | MappaLibri