Toen Bernlef in 2012 overleed, bleef op de uitgeverij een aantal
gedichten liggen die hij net daarvoor had opgestuurd. Dat nagelaten werk is nu
samengebracht onder de titel Reflecties.
Die titel geeft goed aan waar het Bernlef het grootste deel van zijn loopbaan
als auteur om te doen is geweest. Met de nauwgezette waarneming als vertrekpunt
gaat de dichter op zoek naar de mechanismen van het kijken, van het herkennen,
het bedenken en het begrijpen. Daarbij komen nog de processen van verbeelding
en herinnering. Kortom, Bernlef gaat op zoek naar de aard van de cognitie die
de mens in staat stelt om een heel eigen perspectief tegenover de wereld in te
nemen.
In Reflecties neemt Bernlef daarbij niet in
eerste instantie zijn persoonlijke belevenissen als vertrekpunt – al zijn die
autobiografische elementen nooit ver weg --, maar gaat hij indirect te werk,
via uiteenlopende kunstenaars met wie hij zich verwant voelt. De legendarische
Griekse dichteres Sapfo en de moderne Amerikaanse Elisabeth Bishop duiken hier
samen op met de atonale componist Anton Webern. Elk krijgen ze een eigen
afdeling van samenhangende gedichten toebedeeld, en telkens is daarbij ook
sprak van een enigszins andere schriftuur.
De gedichten over Sapfo lijken
wel filosofische mijmeringen over de liefde en de vergankelijkheid. Het betreft
daarbij grotendeels fragmentarische notities, net zoals van de Griekse
liefdesdichteres uit de Oudheid vrijwel uitsluitend fragmenten zijn overgeleverd.
Op sommige momenten beschrijft Bernlef episodes uit haar dichterschap en haar
leven in de derde persoon, maar elders lijkt hij zich als ik met haar poëzie te
identificeren. De stemmen van verleden en heden lopen dan in elkaar over. Dat
is geen toeval, want veel van de korte gedichten cirkelen rond toekomst en
verleden, rond onzekerheid en terugkeer, rond de voorlopigheid van het
menselijke bestaan in een ruimere kosmische samenhang. Dat leidt vaak tot
drieregelige, haast haiku-achtige notities met een vrij beschouwend karakter. Zoals
bijvoorbeeld het volgende:
‘Waar is de opslagplaats van strelingen
worden
ze ergens bewaard
of heb ik ze meegegeven aan wie ik ze schonk?’
Het zijn de
typische Bernlefthema’s: het verband tussen blijven en verliezen, tussen
concrete objecten en mentale voorstellingen, tussen ervaringen en de resten
daarvan in de herinnering. Deze reeks toont de typische Bernlef van het
vroegere werk, maar op een nog meer conciese, uitgepuurde manier.
De andere afdelingen
liggen in dezelfde lijn, maar ze lijken toch minder afgewerkt. De notities bij
de atonale componist, zijn even bondig maar doorgaans abstracter. De titel van
die afdeling, ‘Voorbijgaande aard’, geeft exact aan waar het deze aantekeningen
om te doen is; veel van hen formuleren een gebeurtenis en het einde ervan, dat
soms als een voltooiing maar soms ook als een onderbreking wordt beschreven.
Tegelijk wordt in deze reeks opnieuw vooral de concrete kwetsbaarheid belicht,
en vaak is er ook uitzicht op hoop, op een nieuwe toekomst. De reeks ‘Glossy’
is daarentegen volstrekt anders, ook wel lichtvoetiger van toon. Ze roept een
jong meisje op van deze tijd; haar bestaan is oppervlakkig, en eigenlijk beseft
ze dat ook wel. Tegelijk blijft ze geloven in facebook, snoepreisjes, sushi en
de vele symbolen van deze tijd. Dat leidt tot een soort van weemoed in de toon
van deze langere gedichten. Ze spreken een argeloosheid en een naïviteit uit,
maar de dichterlijke stem (die over alles heen blijft klinken) doorziet de
ijdelheid en de voorlopigheid van wat hier als ‘bestaan’ moet gelden. De
slotreeks bevat enkele vertalingen van verzen van Elisabeth Bishop, een
dichteres met wier werk Bernlef meer dan een halve eeuw vertrouwd is geweest.
Het lijkt erop dat de teksten niet helemaal voltooid waren, maar wat voorligt
is boeiend genoeg.
Reflecties laat, met andere
woorden, voortreffelijk zien wat Bernlef als dichter heeft betracht. Het gaat
eerder om een bevestiging van zijn rijpe dichterschap dat om een hoogtepunt
daarvan – dat viel bij een postume publicatie ook niet meteen te verwachten --,
maar dit sluitstuk stelt geenszins teleur. Een boeiende en diepe bundel van een
uitermate
origineel dichter.
Amsterdam : Querido 2016, 83 p. ISBN 9789021400754
© 2023 | MappaLibri