5+ - In de reeks ‘kunstprentenboeken’ van het Gemeentemuseum Den Haag in samenwerking met uitgeverij Leopold luidt de jongste titel Jan Toorop - Het lied van de tijd. Zoals het concept eerder al hedendaagse prentenboekenmakers als Ingrid Godon, Marije Tolman en Daan Remmerts de Vries aan de slag liet zien met het oeuvre van meesters als Caillebotte, Ensor en Kandinsky, krijgen we hier de wereld van Toorop gepresenteerd door het potlood en de pen van Kitty Crowther - en wat een stempel weet ze te drukken!
Het Belgische dubbeltalent (geboren uit een Zweedse vader
en een Britse moeder) verbinden aan Toorop, een Nederlander van Javaanse
oorsprong, die er in zijn tijd (1858-1928) een nauw contact met kunstenaars en
schrijvers van allerlei nationaliteiten op nahield, lijkt na lectuur van dit
boek de vanzelfsprekendheid zelve. Crowther slaagt erin het levensverhaal van
Toorop op een manier te vertellen die zowel kinderen als volwassenen kan
aanspreken. Op amper anderhalve bladzijde woorden houdt ze de balans tussen
biografische feiten en sfeer, tussen voor jonge lezers concrete beelden en
raadselachtige vraagtekens. Zo lees je onder meer: ‘Toen Jan elf was, werd hij
helemaal alleen op een grote boot naar Nederland gestuurd, om een goede opleiding
te volgen’. Maar ook:
‘Er werd verteld dat zijn moeder een Javaanse prinses was,
en zijn vader een ridder. Er werd ook verteld dat dat een leugen was. [...] De
bioscoop bestond nog niet. Maar wel een prachtig schaduwspel, waarin de vormen
van wajangpoppen oeroude mysterieuze verhalen vertelden. Over goden, koningen
en koninginnen, prinsen en prinsessen, en gevechten die nooit leken te
eindigen.’
Op
slechts enkele minuten voorleestijd mengt ze wat we weten over het leven van
Toorop met scènes die steuntjes bieden bij het bekijken en situeren van zijn
werk: de invloed van zijn jeugd in Indonesië, het symbolisme (‘Een tekening is
als een horizon: er ligt altijd iets achter.’), goed en kwaad… <br
/>
Het beknopte verhaal
maakt je ontzettend nieuwsgierig naar Toorops werk; voor zover de tekeningen
van Crowther dat natuurlijk al niet lang hadden gedaan. In haar prenten
herkennen we figuren en landschappen uit schilderijen van Toorop, die ze
verweeft met beeltenissen van de schilder zelf. Ze suggereert een verhaal in
illustraties waarin Toorop zelf het hoofdpersonage is, en waarin hij bijgestaan
wordt door twee prinsessen of beschermengelen, die hem door het water en over
het land, door chaos en duisternis leiden naar het licht, naar een wereld van
allerlei kleuren.
<br
/> Wie vertrouwd is met Toorops werk of het door dit prentenboek gaat
verkennen, vindt in Het lied van de tijd uiteraard een schat aan visuele
referenties. Het fijne is dat Crowther daar - zoals je van deze Astrid Lindgren
Memorial Awardwinnares mag verwachten - op een heel eigen manier mee speelt. Ze
herhaalt bijvoorbeeld heel opvallend Toorops schilderij ‘Broek in Waterland’,
maar zet daarbij haar eigen Toorop-personage in beeld en ruilt zijn
oorspronkelijke pointillisme in voor de potloodlijnen die zo kenmerkend zijn
voor haar eigen stijl. Dat is ook heel duidelijk het geval bij haar evocatie
van ‘Herfstlandschap in Surrey’, waarbij ze de dame met hoed laat kussen met de
kunstenaar, terwijl ook de boomholtes bewoond worden door typische onbestaande
boommannetjes die helemaal vallen onder wat ik in haar oeuvre steeds
terugkerende ‘Crowtherwezentjes’ zou noemen.
Interessanter nog zijn de
beelden waarin ze verder afwijkt van Toorops oorspronkelijke werk en
composities. Zo gaat een ‘dorpelwachter der zee’ moeiteloos op in een nieuw
landschap dat Crowther creëert met nog andere bekende koppen. Gezichten uit ‘De
drie bruiden’, ‘Fatalisme’ en de sphinx met daarrond doodshoofden tegen een
vurig rode en helse setting roepen wat later een grimmige, bloeddorstige sfeer
op waarbij de art nouveau- of zogenaamde slaolie-engelen (tot een leidmotief
verheven in Crowthers boek) erin slagen Toorop weg te leiden van deze duistere
plek via een lichte doorgang die een vaag contrast oproept met het gammele
poortje in ‘De Tuin der Weeën’. En zijn de twee engelen trouwens ook niet het
koppel zwanen op het water? We komen uiteindelijk terecht in een
Crowther-variatie van Toorops ‘In de duinen’ waar niet toevallig plots een duo
Hollandse meisjes hun klompjes hebben uitgetrokken, en waar Crowther in
tegenstelling tot Toorops oorspronkelijke versie ook de zee van dichtbij laat
zien, de zee die hem van Indonesië naar Nederland heeft geleid, en waarin hij
nu opnieuw in meegenomen wordt door zijn dochter Charley. Of herkennen we ook
een beetje Crowther zelf in het afgebeelde meisje?
Met dit
boek heeft Crowther een prachtige weg naar Jan Toorop zijn werk in beeld
gebracht, een monumentaal stukje kruispunt dat de verbeeldingswereld van beide
kunstenaars verbindt.
Amsterdam : Leopold 2016, [26] p. : ill. ISBN 9789025869519
© 2024 | MappaLibri