Oberhausen is het debuut van
de Nederlandse journalist Maarten Moll (1966). Het thema – de moeizame
verhouding tussen vader en zoon – komt overeen met dat van zijn reeds eerder
verschenen poëziebundel Lichaam. In
het kort: vader Hermann Müller vraagt zijn zoon Martin zijn biografie te
schrijven. Maar wanneer ze samen naar Helsinki gaan voor een paar dagen
vakantie, wordt Hermann aangereden en hij valt in een coma.
Oberhausen
vertelt het relaas van Martin en wisselt daarbij korte stukken over het
ziekenhuisbezoek af met jeugdherinneringen of met verhalen die zijn vader hem
vertelde of net verzweeg. Want dat er veel onuitgesproken bleef tussen vader en
zoon, blijkt mettertijd duidelijker door de gesprekken die Martin met
bijvoorbeeld zijn zus voert. Moll hangt een beeld op van een bijzonder moeizame
vader-zoonrelatie. De herinneringen van Martin aan zijn vader tonen een
tragisch, emotioneel figuur, trots op zijn werk als kachelverkoper maar
machteloos in het aangaan van diepere relaties. Hermanns liefde voor leeuwen,
paarden en bovenal voor de Finse schansspringer Matti Nykänen is grenzeloos –
anekdotes over diens turbulente leven zijn dan ook door het hele boek geweven. Aan
de andere kant sijpelt de liefde voor literatuur van de auteur Maarten Moll het
werk op haast elke bladzijde binnen, via citaten en verwijzingen naar
uiteenlopende schrijvers zoals Paul Auster, Herta Müller en Roger Martin du
Gard.
Moll
bouwde Oberhausen op uit compacte
zinnen en bondig beschreven herinneringen. De hoofdstukken, soms amper een
bladzijde lang, zijn alfabetisch geordend – een verwijzing naar een
taalspelletje dat vader en zoon plachten te spelen. De roman is chronologisch
opgebouwd, bedient zich van flashbacks en heeft een open einde. In veel
opzichten doet Oberhausen denken aan
de roman die Nico Dijkshoorn in 2012 over zijn vader schreef, Nooit ziek geweest. Ook hier ontwikkelt
de vaderfiguur zich als een tragisch persoon, en worstelt de schrijver annex
zoon met de verhouding die hij tot hem heeft. Bovenal valt de gelijkaardige
toon in de twee boeken op: de toon van een tragikomedie, doorspekt met absurde
anekdotes. In het geval van Oberhausen
gaan die dan over cakeverslaafde dames die begrafenissen afschuimen, op zoek
naar een hapje of over toevalligheden, zoals een op straat gevonden lepel.
Maarten Molls romandebuut is onderhoudend,
maar echt voeling met het hoofdpersonage krijgt de lezer helaas niet. Daarvoor
ligt het gehalte aan absurditeit en opeenstapeling van vreemde obsessies te
hoog. Ook doet Oberhausen te sterk
aan Nooit ziek geweest denken,
ondanks het verschillende karakter van de vaderfiguren (controlerend tegenover
ronduit dictatoriaal). Molls boek zet de lezer wel aan het denken over wat er
van iemand overblijft na diens dood. Met zijn vloeiende pen en zin voor humor
maakt de schrijver ook veel goed. Maar we blijven achter met de indruk dat Oberhausen veel krachtiger had kunnen
zijn als Maarten Moll het beknopter had gehouden.
Amsterdam : Querido 2016, 288 p. ISBN 9789021400303
© 2025 | MappaLibri