9+ - Verplaatst u zich even in mij: encyclopedieliefhebber,
woordenboekgrasduiner, prentenboekfanaat, en een prinsessenverleden zorgvuldig
gekoesterd in een klein hoekje van mijn hart. U zult snel begrijpen waarom ik
wég ben van Het grote boek van
vergeten prinsessen. En helemaal mooi is dat dit magistrale boek uit 2006
dit jaar een nieuwe druk heeft gekregen.
Philippe
Lechermeier (Frankrijk, 1968) componeerde een encyclopedie over vergeten of
onbekende prinsessen en doet dat met een grenzeloze verbeelding. Hij geeft elke
prinses een dubbele pagina, met op de linkerpagina uitleg over haar leven, haar
specifieke eigenaardigheidjes (ook de fantasierijke namen van de prinsessen
onthullen hierover al een en ander), andere beroemde leden van haar familie (zo
piepen o.a. ook de beroemdere Schone Slaapster en Doornroosje om de hoek)... Op
de rechterbladzijde leeft Rébecca Dautremer
zich picturaal uit in het verbeelden van de prinses in kwestie, prenten die
zich meer dan eens uitstrekken tot in de tekst. Bovendien draagt elke bladzijde
een handgeschreven spreuk die op de prinses van toepassing is. Een paar
voorbeelden geven meteen een voorproefje van het lekkers dat u als lezer nog
wacht: Prinses Grilhelmina ("Een gril is niets anders dan een vonkje van
een slecht humeur"), Jazzy Ezzy ("Dansen is vliegen, laag over de
grond"), De Prinses van de Nacht ("De nacht is een gat -- op de bodem
ervan kun je je verstoppen"), De Prinses van Jatjatjat ("Een dief is
een goochelaar voor wie niemand klapt"), Prinses Amnesia ("Wanneer ik
iets vergeet speelt er een gedachte diep, diep in mij verstoppertje"). De
woordenkunstenaar die deze rijke fantasie voor ons naar het Nederlands heeft
omgetoverd is niemand minder dan Edward van de Vendel. En wat een
prachtprestatie! Doorheen zijn poëtische en onvoorstelbaar vindingrijke
woordkeus komt deze prinsessenwereld zinderend tot leven.
Ook
de adembenemend mooie prenten van Rébecca Dautremer (Frankrijk, 1971) dragen
daar op majesteitelijke wijze toe bij. Dautremer schildert met haar meesterhand
de prinsessen in de meest nauwkeurige details en fijne lijntjes, wekt hun
omgeving tot leven en doet dat met verve. Elke prinses krijgt haar eigen
uitstraling en karakter, wat maakt dat de prenten een kleurrijke aanvulling
vormen op de tekstportretten. Zoals in eerder werk van Dautremer springt ook
hier haar kleurengebruik in het oog (zie o.a. Ik
val op jou): rood en roze in alle mogelijke warme schakeringen (van
vermiljoen over wijn- en rozenrood tot auberginepaars), maar ook duistere
kleuren (De Prinses van de Nacht draagt zwart, bruin en nachtblauw; de barse
Prinses Elizabits gaat somber gehuld in zwart) en meer bleke tinten van blauw
dan je voor mogelijk hield. De prints van jurken, zetels en behang (die
bloemmotieven!) zijn een beetje retro, tot soms zelfs psychedelisch. De heimwee
naar vergane glorie is trouwens iets wat doorheen alle prenten van Dautremer
waart, en dat zie je bv. in het antieke bad of de parfumkruikjes van
Grilhelmina, maar ook in de lampjes, de sieraden... Dautremer plaatst zichzelf
in een rijke traditie van meesterschilders: bij De Prinses van de Nacht is
Rembrandt niet veraf, Grilhelmina koestert zich net als de meisjes van Vermeer
in het binnenvallende zonlicht, en het decor van de Vertrouwelinge roept zelfs
Rothko op.De vormgeving van dit boek is hoogst
origineel. Een harde kaft omsluit de glanzende pagina's waarover de prinsessen
dansen. De letters variëren in grootte (extra belangrijke weetjes worden extra
uitvergroot) en de kleur van de tekst volgt de schakeringen in de prenten op de
tegenoverliggende bladzijde. Bovendien staan bij kleine tekeningetjes die
tussen de tekst door geweven worden vaak handgeschreven stukjes (over
prinsessenkorrels, de etiquette of prinsessentranen ("Worden zij als inkt
gebruikt, dan schrijft men er de zachtste gezangen mee, de gewichtigste
gedichten, de felst vonkende liefdesbrieven"), of over muziekinstrumenten
zoals het Knipboogje, dat wordt bespeeld door de ogen dicht te knijpen (pluim
voor Van de Vendel!).
Naast de portretten van de
prinsessen zelf biedt dit standaardwerk ook een schat aan neveninformatie. Zo
worden we o.a. ingewijd in het Internationale Waaiertaal-alfabet, de
Wapenschilden en Vaandels (het zwarte gat van Prinses Amnesia!), de Dieren die
je tegenkomt in de prinsessenwereld, het Woud met de Blauwe Eiken (die
kleuren!), en Paleizen en Andere Verblijven. Een schets mét legende van het
paleis is zeer verhelderend: kast voor losse schoenen, kelder voor afgewezen
prinsen, bewaakdraak en geheime tuin mogen zeker niet ontbreken. Ook het mokhok
is van essentieel belang (Prinses Gudrun Von Kadoink: "Mokken is duwen tegen
een onbeweeglijke muur"). We vernemen ook dat prinsessen veelal per
olifant reizen, maar, om een en ander comfortabeler te maken, wordt aangeraden
om op de olifantenrug een paleisje te bouwen (met hangmat voor het
middagslaapje en zwaaibalkon om het volk te groeten uiteraard). Het
onvergetelijke zomerbezoek van de Olifant in Antwerpen krijgt er een mooie
dimensie bij. Het naslagwerk wordt afgesloten met enkele Praktische Wenken
("Wat je moet weten over prinsessen, zoals foefjes en kneepjes om
namaakprinsessen te onderscheiden van echte"), een test ("Wat ben jij
voor en prinses?"), een lijst Spreekwoorden ("Niet elke pad bevat een
prins", Turks spreekwoord), een Woordenlijst ("een prinsesje
doen" betekent gaan zitten mokken, of "padvinden": verliefd
worden), een heuse gefingeerde bibliografie en een inhoud op alfabet en op
onderwerp.
Deze encyclopedie beschrijft prinsessen
van over de hele wereld, en nodigt je uit mee te reizen door die fascinerende
wereld ("En wie weet, misschien herken je jezelf?" -- In welke
prinses ik me herken, verklap ik niet). De prinsessen lijken door de
melancholische toets uit een ver verleden te komen, maar worden anderzijds ook
zo levendig beschreven en verbeeld dat ze erg tastbaar en van vlees en bloed
lijken. Dit boek zweeft op de dromerige grens tussen fantasie en werkelijkheid.
Ik stap de deur uit en neem me stellig voor vanaf nu alle namaakprinsessen
genadeloos te ontmaskeren.
Het grote boek van
vergeten prinsessen is
een prentenboek en kinderen vanaf vijf à zes jaar zullen zeker van de prenten
genieten. Maar de teksten lenen zich niet echt tot voorlezen en zijn veel te
complex voor eerste lezers. Zelf lezen kan vanaf een jaar of negen en de
finesses in tekst en illustraties zijn ook een uitgesproken uitnodiging aan
volwassenen.
Leuven
: Davidsfonds/Infodok 2016, [91] p. : ill. Vert. van Princesses oublieés ou inconnues ... door Edward
Van de Vendel. ISBN 9789059081840
© 2023 | MappaLibri