Elk jaar opnieuw op 2 mei maakt Imre Mándy een fles
abrikozenbrandewijn soldaat en lalt daarbij almaar luider coupletten uit het
lied ‘Sombere zondag’. Iedere keer weer draait het erop uit dat zijn kleindochter
Ági hem het kleine, houten huis in draagt, dat plompverloren op een eilandje
staat midden tussen de sporen vlak bij het drukke Nyugati-station in Boedapest.
Het lawaai is
er hels en alle dagen moeten de Mándy’s het afval ruimen dat vanuit
voorbijrijdende treinen in hun tuin wordt gekeild. Toch blijven ze wonen op het
stuk grond dat ooit een veldje was aan de rand van de stad. Een combinatie van
rampspoed en defaitisme achtervolgt de familieleden van generatie op generatie.
Als ze al het heft in eigen handen nemen, missen ze de kracht om op langere
termijn ingesleten gewoonten los te laten en de regie te voeren over hun eigen
levens.
Hun
verhalen inclusief de geheimen waaronder ze gebukt gaan, worden ontrafeld tegen
de achtergrond van de recente Hongaarse geschiedenis: de komst van het Rode
Leger na de Tweede Wereldoorlog, de anti-Sovjetopstand van 1956, het
repressieve communistische regime onder Kádár, de val van het IJzeren Gordijn.
De historische context is interessant, maar vaak schools opgetekend, wat
meermaals leidt tot een storende stijlbreuk. Culturele referenties heeft Alice
Zeniter subtieler verweven met het wel en wee van de Mándy’s. ‘Sombere zondag’,
in Hongarije een legendarisch lied uit 1933 waar een zelfmoordgolf wordt aan
toegeschreven, is daarvan een voorbeeld. Sombre
dimanche de oorspronkelijke titel van Zeniters derde roman, zegt dan ook
veel meer dan Op een zondagochtend.
Imre, de
kleinzoon van de Imre die zich elk jaar op 2 mei lazarus drinkt, is een jaar of
zeventien wanneer het IJzeren Gordijn in 1989 valt. Omdat zijn ontluikende
volwassenheid samenvalt met dit keerpunt in de geschiedenis, heeft Alice
Zeniter hem als hoofdpersoon naar voren geschoven. Toch lijkt de Franse
schrijfster en dramaturge (1986), die drie jaar in Hongarije woonde en werkte,
zichzelf daarmee in de voet te schieten. Imre jr. is namelijk een kleurlozere
figuur dan de andere Mándy’s. Maar dat niet alleen. De grote tragiek in deze
familieroman is dat de mannen, hoe goed ze het ook menen, hun vrouwen en
geliefden van zich af duwen en soms zelfs regelrecht richting onheil drijven.
Die vloek treft weliswaar ook Imre, maar net iets minder hard dan de generaties
voor hem.
Toch
raast de opdringerige alwetende verteller in vogelvlucht aan die andere
familieleden voorbij, waardoor hun veel diepte wordt ontnomen. Die haast botst
eveneens met de thema’s van hoop, dromen, liefde of het gebrek eraan, verdriet,
vriendschap en meerdere gedaanten van de dood. Door het bijna afraffelen van de
noodlottige drama’s worden bovendien ook de tristesse en de melancholie van het
bij momenten best meeslepende verhaal ondergesneeuwd.
Amsterdam : De Arbeiderspers 2016, 237 p. Vert. van Sombre dimanche
door Marijke Arijs. ISBN 9789029505819
© 2023 | MappaLibri