Na een aanhoudende discussie met zijn chef kok Enzo over de smaak
van wilde zalm, trekt restauranthouder en sommelier Marcel erop uit naar
Noorwegen om er een zalmkwekerij te bezoeken. Het is een anekdote die niet
alleen het begin, maar eigenlijk de hele reikwijdte omvat van Het Huis van de Zalmen, Marc Reugebrinks
nieuwste, meesterlijk gecomponeerde en gestileerde roman. Want Marcel is
eenzaam en koppig, daar in het hoge noorden, en uiterst volhardend in het
willen halen van zijn groot gelijk. Bovendien krijgt hij tijdens zijn trip ook
te horen dat zijn moeder overleden is. Ambitieuze, eigengereide mannen die
slecht tegen hun verlies kunnen, elk op hun manier: zie daar de rode draad.
Want verliezen
doen ze veel, deze twee mannen. Marcel verliest zijn moeder en zijn zus, maar
gaandeweg ook zijn ambitie en zijn geloof in wat hij onderneemt. In dat opzicht
is Enzo de antipode van Marcel. In de keuken van L'Ange Perdu experimenteert
hij grenzeloos, op zoek naar steeds meer en steeds hogere erkenning. Stro,
stenen, onkruid en zelfs muskusratten belanden op Enzo's snijplank, geen moeite
is hem te groot en geen weg is te vergezocht om aan te kunnen sluiten bij de
groten der aarde in het culinaire walhalla. Maar zijn missie lijkt tot
mislukken gedoemd, want de klanten volgen hem niet blindelings en bovenal:
Marcel en zijn vrouw Susanne gaan op de rem staan.
Het Huis van de Zalmen is opgevat in drie delen: het eerste en
derde deel spelen zich af in het heden; in het tweede deel komen we alles te
weten over de jeugd van Marcels moeder. Het is een fascinerend opzet, want via
die omweg komen we veel te weten over wie Marcel eigenlijk is - en over hoe hij
zichzelf bij elkaar fantaseert. Het is zijn prachtige pagina's, opgebouwd uit
weemoed en heimwee naar een verleden dat nooit meer zal terugkomen, hoe vurig
Marcel daar ook naar verlangt.
Reugebrink schreef een bloedmooie roman over verlies en de
moeilijke maar noodzakelijke menselijke omgang ermee. Hij analyseert zijn
personages en hun wedervaren met een taal die scherp en genadeloos precies is.
En tegelijk is Reugebrinks schriftuur poëtisch, warm en troostvol genoeg om te
vatten waar het werkelijk omgaat: het al te menselijke onvermogen om onszelf te
boetseren naar wie we willen zijn, en tegelijk ons niet aflatend streven om dat
toch te willen doen.
Amsterdam : Querido 2016, 267 p. ISBN 9789021401560
© 2023 | MappaLibri