Op 10 juli 1941 werden in Jedwabne, een dorpje in het noordoosten
van Polen, honderden joodse inwoners naar de marktplaats gesommeerd. Vandaaruit
werden ze door Poolse burgers naar een schuur gedreven, die in brand werd
gestoken. De joden werden levend verbrand.
Een paar moordenaars werden
veroordeeld, maar de ware toedracht bleef decennialang toegedekt. Volgens de
lokale inwoners, aangevuurd door de katholieke kerk, pleegden de Polen de
misdaden enkel omdat ze daartoe door de Duitse bezetter werden gedwongen. Tot
een historicus in 2001 met de these kwam aandraven dat de sfeer in Jedwabne
zodanig anti-joods was, dat de inwoners zelf de pogrom in gang zetten. Het boek
leidde tot grote controverse in Polen.
Anna Bikont (1954),
medeoprichtster van de liberale oppositiekrant Gazeta Wyborcza, beet zich vast in het verhaal. Haar verslag
schreef ze neer in De misdaad en het
zwijgen: Jedwabne 1941, de levende herinnering aan een pogrom in Polen, een
boek dat ze in 2004 publiceerde, en waarvan de herwerkte versie nu verschijnt
in en zeer degelijke Nederlandse vertaling.
De misdaad en het zwijgen is een zeer geëngageerd en persoonlijk
boek. Anna Bikont reisde tot in Costa Rica om met alle getuigen van de pogrom
te praten. Terwijl ze aanvankelijk enkel op onbegrip en leugens stoot, slaagt
de journalist er doorheen verhaal in om alsmaar meer betrokkenen voor het eerst
het ware, gruwelijke verhaal te laten vertellen.
Het boek bevat uitgebreide
gesprekken met dorpelingen en de (nakomelingen van de) weinige overlevende
joden. Fascinerende figuren zijn de broers LaudaĆski, die door tal van mensen
worden aangeduid als wrede moordenaars, maar tot vandaag alles blijven
ontkennen. Aan de andere kant staat Stanislaw Ramotowski, een katholieke
dorpeling die zijn toekomstige vrouw tijdens de pogrom redde. Ramotowski staat
overtuigend symbool voor de eerlijke burger die zich niet liet meeslepen door
de jodenhaat.
Tegelijkertijd
is De misdaad en het zwijgen het
dagboek van de jarenlange zoektocht Anna Bikont. Zo beschrijft ze de eerste
herdenking van de pogrom in 2001, toen de toenmalige Poolse president zich in
naam van alle Polen verontschuldigde voor het bloedbad. De journaliste betrekt
ook haar eigen familiegeschiedenis in het verhaal. Als haar dochter vertelt dat
ze haar Bat Mitswa, het feest dat joodse meisjes op hun twaalfde vieren, wil
doen, staat Bikont even voor paal. Omdat de journaliste zelf pas laat ontdekte
dat haar eigen moeder, en dus zijzelf, joods was, moet ze de tijdens haar
onderzoeken ook de joodse tradities ontdekken.
De misdaad en het zwijgen is een interessant boek, maar Bikont kan
de spanningsboog helaas niet de hele tijd strak houden. Ondanks de vele
aangrijpende scènes is er erg veel discipline en volharding nodig om de turf
van 640 bladzijden te doorworstelen. Het verhaal is te gedetailleerd om de
buitenlandse lezer van begin tot einde te boeien. De vele Poolse en joodse
namen en locaties maken het er niet eenvoudiger op.
Toch blijft dit boek over de gebeurtenissen in 1941 griezelig actueel.
Begin december raakte bekend dat de directrice van het Poolse cultuurinstituut
in Berlijn haar ontslag had gekregen van de nieuwe conservatieve Poolse
regering. In de Poolse pers verweet de Poolse ambassadeur in Berlijn haar dat
ze ‘te veel aandacht aan joodse thema’s besteedde’.
Amsterdam : Nieuw Amsterdam
2016, 640 p. : ill. Vert. van My z Jedwabnego. ISBN 9789046820391. Distr.
Pelckmans uitgevers
© 2023 | MappaLibri